Anatomie Module 2 - de Rug : zenuwen

Afferent systeem

Sensibel, informatie over weefsels en organen naar het CZS

Somatisch afferent systeem

temperatuur, spierspanning, orgaanspecifiek

Visceraal afferent systeem

Ingewanden

Efferent systeem

Motorisch, van CZS naar de weefsels en organen

Somatisch efferent systeem

Dwarsgestreepte (willekeurige) spieren

Visceraal efferent systeem

Algemeen: autonoom zenuwstelsel - speciaal visceraal efferent systeem: dwarsgestreepte spieren die via uitlopers samenlopen met de craniale zenuwen

Radix dorsalis / dorsale wortels oorsprong

perifere organen

Radix dorsalis / dorsale wortels eindpunt

columna grisea posterior

Radix dorsalis / dorsale wortels functie

sensibele/afferente vezels

Radix dorsalis / dorsale wortels kenmerk

Ganglion spinale

Radix dorsalis / dorsale wortels ligging

Op de radix dorsalis nabij het foramen intervertebrale

Radix dorsalis / dorsale wortels funcite

Cellichamen van afferente vezels

Radix ventralis of ventrale wortel oorsprong

Radix ventralis of ventrale wortel columna grisea anterior

Radix ventralis of ventrale wortel eindpunt

perifere organen

Radix ventralis of ventrale wortel functie

bevat de motorische vezels

Radix ventralis of ventrale wortel kenmerk

cellichamen in de columna grisea anterior

nervus spinalis

radix dorsalis + radix ventralis - verloopt door het foramen intervertebrale en splits in 3 takken

Nummering van spinale zenuwen

C1: komt te voorschijn tussen het os occipitale en C1
° C8: komt te voorschijn tussen C7-D1
° alle andere: altijd het nummer van de hogergelegen wervel

Takken van de nervus spinales

Ramus dorsalis + ramus ventralis + ramus meningeus

Ramus dorsalis belang

M: bezenuwen rugspieren

S: huid van occiput tot coccyx

ramus dorsalis eigenschap

S en M vezels (behalve C1)

ramus ventralis belang

bezenuwen extremiteiten en romp (M en S)

ramus ventralis eigenschap

S en M —> vormen de plexi

plexus cervicalis

C1-C5

plexus brachialis

C5-D1

plexus lumbalis

L1-L45

plexus sacralis

S1-S5 uit foramina sacralia pelvina

1

achterhoorn ruggenmerg

2

zijhoorn ruggenmerg

3

voorhoorn ruggenmerg

4

radix dorsalis

5

dorsale ganglion

6

radix ventralis

7

perifere zenuw

8

sensibele zenuwvezels van de dorsale wortel

9

motorische zenuwvezels van de ventrale wortel

n. suboccipitalis oorsprong

C1

n. suboccipitalis kernmerk

alleen motorisch

n. suboccipitalis innervatio

M: cervico-occipitale spieren

wat

n. suboccipitalis

wat

n. suboccipitalis

ramus dorsalis C2 innervatio

M: m. longissimus + m. splenius + m. semispinalis capitis + m. trapezius

S: n. occipitalis major: huid tussen linea nuchae en sutura coronaria

wat

ramus dorsalis c2

1

n. suboccipitalis

2

m. splenius
m. semispinalis capitis
m. longissimus
m. trapezius

3

huidbezenuwing thv achterhoofd

4

diepe nekspieren

lange rugspieren

5

huid thv hals

plexus cervicalis ligging

achter m. sternocleidomastodieus / ventraal van de m. scalenus anterior en m. levator scapulae

plexus cervicalis anastomoserende takken

- ganglion cervicale superius van de orthosympathicus
- C1-C4
- n. hypoglossus (XII): ansa cervicalis (1)

a

ramus superior

b

ramus inferior

1

ansa cervicalis

XII

n. hypoglossus

n. hypoglossus takken

r. superior/inferior

n. hypoglossus innervatio

M: tongbeenspieren

2 innervatio

m. sternocleidomastoidus en m.trapezius

3 innervatio

diepe laag van de prevertebrale spieren en laterale diepe halsspieren

1 innervatio

tongbeenspieren

4 wat

n. phernicus

n. phernicus oorsprong

rr. verntrales C3-C5

4 innervatio

M: diaphragma

S: pericard, pleura mediastinalis, craniale deel vh peritoneum

4

n. phernicus

5 wat

n. occipitalis minor

5 oorsprong

rr. ventrales C2-C3

5 innervatio

lateraal deel van de achterhoofdshuid

5

n. occipitalis minor

6 wat

n. auricularis magnus

6 oorsprong

r. ventralis C3

6 innervatio

huid aan de onderzijde van oor en slapen

wat

n. auricularis magnus

7 wat

n. transversus colli

7 oorsprong

r. ventralis C3

7 innervatio

huid van de bovenste halsstreek tot aan de kin

wat

n. transversus colli

8 wat

nn. supraclaviculares

8 oorsprong

rr. ventrales C3-C4

8 innervatio

huid boven en onder de clavicula

huid boven het acromion

huid van de ventrale thoraxwand tot aan rib 4

wat

nn. supraclaviculares

wat

nervi thoracici rami dorsales

geheel

nervi thoracici rami dorsales

1 innervatio

diepe rugspieren

2 innervatio

huid van de rug

nervi thoracici rami ventrales ligging

nn. intercostales I-XI —> in de tussenribruimte caudaal van de vaten, tussen het membrana intercostalis interna of de mm. intercostales interni en de mm. intercostales intimi

n. intercostalis XII/n. subcostalis —> onder rib 12

wat

nn. intercostales (nervi thoracici rami ventrales)

wat

nn. intercostales (nervi thoracici rami ventrales)

nervi thoracici rami ventrales verloop nn. intercostales I-VI

tot aan het sternum

nervi thoracici rami ventrales verloop nn. intercostales VII-XI

tussen de m. obliquus abdominis internus en m. transversus abdominis naar de linea alba

nervi thoracici rami ventrales verloop n. subcostalis

door de m. quadratus lumborum

nervi thoracici rami ventrales spiertakken

nn. intercostales (I-VI), nn. intercostales (VII-XI), n. subcostalis

nn. intercostales I-VI innervatio

mm. intercostales I-VI

mm. subcostales

m. transversus thoracis

mm. levatores costarum

m. serratus posterior superior

nn. intercostales VII-XI innervatio

mm. intercostales VII-XI

mm. subcostales

m. serratus posterior inferior

alle ventrale buikspieren

n. subcostalis innervatio

m. quadratus lumborum

m. pyramidalis

nervi thoracici rami ventrales huidtakken

rr. cutanei lateralis + rr. cutanei anteriores

1

nn. intercostales I-VI (rami ventralis (nervi thoracici))

2

nn. intercostales VII-XI (rami ventralis (nervi thoracici))

3

n. subcostalis (rami ventralis (nervi thoracici))

wat

n. subcostalis

rr. cutanei laterales oorsprong

thv de oksellijn

rr. cutanei laterales verloop

door de mm. intercostales