examenidioom frans h15-20 fr-nl
5.0(1)
Studied by 4 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/239
Earn XP
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
240 Terms
1
New cards
faire la grève
staken
2
New cards
le chômage
de werkloosheid
3
New cards
le licenciement
het ontslag
4
New cards
le comité d'entreprise
de ondernemingsraad
5
New cards
livrer
leveren
6
New cards
la rémunération
de honorering
7
New cards
le métier
het beroep
8
New cards
le chantier naval
de scheepswerf
9
New cards
un employeur
een werkgever
10
New cards
l'échange (m)
het verkeer, de uitwisseling
11
New cards
empêcher
beletten, verhinderen
12
New cards
la gamme, la gamme de produits
het assortiment, het productassortiment
13
New cards
une implantation
een vestiging
14
New cards
un cadre
een staflid, een leidinggevende
15
New cards
établir
vestigen
16
New cards
temporaire
tijdelijk, voorlopig
17
New cards
le traitement de textes
de tekstverwerking
18
New cards
l'outil (m)
het gereedschap
19
New cards
les heures supplémentaires (f)
de overuren
20
New cards
embaucher
in dienst nemen
21
New cards
infernal
hels
22
New cards
pénible
zwaar, moeilijk
23
New cards
le successeur
de opvolger
24
New cards
un couturier
een modeontwerper
25
New cards
un esclave
een slaaf
26
New cards
la revendication
de eis
27
New cards
satisfaire à
voldoen aan
28
New cards
à mi-temps
voor halve dagen
29
New cards
postuler
solliciteren, solliciteren naar
30
New cards
le smicard
de minimumloner
31
New cards
la préretraite
de VUT
32
New cards
le syndicat
de vakbond
33
New cards
cotiser
bijdragen, contributie betalen
34
New cards
un artisan
een ambachtsman, een handwerksman
35
New cards
prévoir
voorzien, voorspellen
36
New cards
entrer en vigueur
van kracht worden
37
New cards
un comptable
een boekhouder
38
New cards
une agence immobilière
een makelaarskantoor
39
New cards
la chaîne
de lopende band
40
New cards
le plein-emploi
de volledige werkgelegenheid
41
New cards
le mal
het kwaad
42
New cards
reconnaître
bekennen
43
New cards
l'abolition (f)
de afschaffing
44
New cards
inculper
beschuldigen
45
New cards
avouer
bekennen
46
New cards
coupable
schuldig
47
New cards
un attentat
een aanslag
48
New cards
le complice
de medeplichtige
49
New cards
la condamnation
de veroordeling
50
New cards
emprisonner
gevangenzetten
51
New cards
un malfaiteur
een misdadiger
52
New cards
la conscience
het geweten
53
New cards
l'insécurité (f)
de onveiligheid
54
New cards
confisquer
in beslag nemen
55
New cards
un assassinat
een moord, een moordaanslag
56
New cards
soupçonner
verdenken
57
New cards
la détention
de hechtenis
58
New cards
un accroissement
een toename
59
New cards
détourner
verduisteren
60
New cards
duper
bedriegen
61
New cards
maltraiter
mishandelen
62
New cards
les menottes (f)
de handboeien
63
New cards
redoutable
geducht, gevaarlijk
64
New cards
le détenu
de gevangene, de gedetineerde
65
New cards
le ravisseur
de ontvoerder
66
New cards
exhumer
opgraven
67
New cards
une accusation
een beschuldiging
68
New cards
violer
aanranden, overtreden
69
New cards
mettre en examen
aanhouden
70
New cards
innocent
onschuldig
71
New cards
une conspiration
een samenzwering
72
New cards
jurer
zweren
73
New cards
irréprochable
onberispelijk
74
New cards
massacrer
afslachten
75
New cards
un piège
een valstrik, een hinderlaag
76
New cards
un otage
een gijzelaar
77
New cards
la seringue
de naald
78
New cards
la résistance
het verzet, de weerstand
79
New cards
angoisser
bang maken, angst aanjagen
80
New cards
torturer
martelen, folteren
81
New cards
le vote
de stem
82
New cards
la législation
de wetgeving
83
New cards
le conseil des ministres
de ministerraad
84
New cards
la fraternité
de broederschap
85
New cards
l'Assemblée nationale (f)
de nationale vergadering (Tweede Kamer)
86
New cards
le projet de loi
het wetsvoorstel
87
New cards
la chute
de val
88
New cards
expulser
uitzetten
89
New cards
en faveur de
ten gunste van
90
New cards
le pouvoir
de macht
91
New cards
les propos (m)
de woorden
92
New cards
dissoudre
ontbinden
93
New cards
les partis de gauche (m)
de linkse partijen
94
New cards
inconditionnel
onvoorwaardelijk
95
New cards
une insurrection
een opstand
96
New cards
le suffrage
de stem, de stemming
97
New cards
solennel
plechtig
98
New cards
la civilisation
de beschaving
99
New cards
un engagement
een belofte, een verplichting
100
New cards
l'indépendance (f)
de onafhankelijkheid