AFPF casus 4

Mannelijke gameten

Spermatozoa

Vrouwelijke gameten

Ova

Functie geslachtsorganen vrouw

Aanmaken van eicellen en ontvangen van spermatozoa

Functie vagina

Ontvanger van de penis en kanaal voor de baby tijdens de bevalling

Functie uterus

Creëren van baarmoederslijmvlies (endometrium) maandelijks

Ovulatie

Ovulatie is het proces waarbij een rijpe eicel uit de eierstok vrijkomt. Dit gebeurt meestal halverwege de menstruatiecyclus (dag 14)

1. Follikelrijping: FSH (follikelstimulerend hormoon) stimuleert de groei van follikels in de eierstokken.

2. Hormoonpieken: Een stijging van LH (luteïniserend hormoon) leidt tot de ovulatie.

3. Eicelvrijkoming: De rijpe follikel barst open en de eicel komt vrij

Hormonen betrokken bij ovulatie

FSH en LH —> piek

Menstruele fase

Dag 1 t/m 5, oude endometrium wordt uitgescheiden, geen hormonen aanwezig.

Proliferatiefase

Groei van ei-follikels door FSH en productie van oestrogeen en maakt endometrium gereed.

Secratiefase

Na ovulatie, corpus luteum produceert progesteron en oestrogeen, onderdrukking van FSH en LH. Bij geen bevruchting = afsterven corpus luteum —> menstruele fase opnieuw.

Functie testes

Voortplantingsklieren waar spermatozoa worden aangemaakt

Spermatogenese

Proces van spermatozoa productie in de zaadkanaaltjes

Functie zaadstrengen

Afvoerkanaal voor testes, bevat bloedvaten en zenuwen en zaadleider

Samenstelling sperma

Spermatozoa, zaadblaasvocht, prostaatkliervocht en slijm

Ejaculatie

Zaadlozing bij mannelijk orgasme, spermatozoa worden uitgestoten. bijbal —> zaadleider —> ductus ejaculctorius —> urethra —> uit lichaam

Bevruchting

Zaadcel bevrucht de eicel in de eileider na ovulatie

Zwangerschapshormoon

HCG, geproduceerd in de syncytiotrofoblast

Embryonale fase

Eerste 8 weken van de zwangerschap, ontwikkeling van weefsels

Ectoderm

Ontwikkelt in zenuwstelsel, huid en ogen

Zwangerschapsperiode

Loopt 2 weken voor op de embryonale fase

Endoderm

Ontwikkelt in urinestelsel, luchtwegen en maag-darmstelsel

Mesoderm

Ontwikkelt in de rest van het lichaam

Foetale periode

Vanaf de 8ste week, groei en ontwikkeling van de foetus

Fysiologische veranderingen zwangere

1. Hormoonveranderingen: Verhoogde niveaus van progesteron en oestrogeen.

1. Cardiovasculair systeem: Verhoogd bloedvolume en hartslag.

2. Ademhalingssysteem: Verhoogde ademhalingsfrequentie en zuurstofverbruik.

3. Spijsverteringssysteem: Vertraagde maaglediging en verhoogde eetlust.

4. Urogenitaal systeem: Verhoogde nierfunctie en frequent urineren.

5. Huid: Veranderingen in pigmentatie en elasticiteit.

Prenatale screening

Bloedonderzoek en nekplooimeting voor afwijkingen

combinatietest

NIPT

Vruchtwaterpuntie

Vlokkentest

Ontsluitingstijdperk

Begin weeën tot volledige ontsluiting van de cervix

Uitdrijvingstijdperk

Persen en geboorte van het kind

Nageboortetijdperk

Uitscheiden van de placenta en controle op compleetheid

APGAR-score

• Appearance (Huidkleur)

• Pulse (Hartslag)

• Grimace response (Prikkelreactie)

• Activity (Spiertonus)

• Respiration (Ademhaling)

CTG

Registratie van foetale hartactie en weeënactiviteit

Microbloedonderzoek (MBO)

Bloedafname van de foetus voor PO2 en pH waarde

Controles zwangere

• 1e controle: 8-10 weken: echografie, leven + duur

• 2e controle: 14-16 weken

• 20 weken echo: geslacht, uitgebreid medisch onderzoek