Home
Explore
Exams
Search for anything
Search for anything
Login
Get started
Home
Language
French
affaire conclue Module 1
Studied by 44 people
5.0
(2)
Add a rating
Learn
A personalized and smart learning plan
Practice Test
Take a test on your terms and definitions
Spaced Repetition
Scientifically backed study method
Matching Game
How quick can you match all your cards?
Flashcards
Study terms and definitions
1 / 313
Earn XP
Description and Tags
French
University/Undergrad
Add tags
314 Terms
View all (314)
Star these 314
1
l'économie (f)
economie
New cards
2
économique
economisch
New cards
3
un économiste, une économiste
economist
New cards
4
le domaine
branche, bedrijfstak
New cards
5
la branche
bedrijfstak, branche
New cards
6
dans la branche (de)
in de branche
New cards
7
un secteur
een sector
New cards
8
le secteur primaire
primaire sector
New cards
9
les matières premières (f)
de grondstoffen
New cards
10
les ressources naturelles (f)
de natuurlijke hulpbronnen, rijkdommen
New cards
11
l'agriculture (f)
de landbouw
New cards
12
la pêche
de visserij, visvangst
New cards
13
la mine
de mijn
New cards
14
la forêt
het bos, woud
New cards
15
l'exploitation minière
de mijnbouw
New cards
16
l'exploitation (f) forestière
bosbouw
New cards
17
exploiter
ontginnen
New cards
18
le secteur secondaire
secundaire sector
New cards
19
l'industrie (f)
de industrie
New cards
20
industriel(le)
industrieel
New cards
21
industrialiser
industrialiseren
New cards
22
l'industrialisation (f)
de industrialisering
New cards
23
l'industrie agroalimentaire
voedingsmiddelenindustrie
New cards
24
l'agroalimentaire
voedingsmiddelensector
New cards
25
l'industrie de pointe
spitsindustrie, hightechindustrie
New cards
26
la métallurgie
de metaalindustrie, metaalnijverheid
New cards
27
la sidérurgie
de staalindustrie
New cards
28
la pétrochimie
de petrochemie
New cards
29
la bâtiment
bouwsector
New cards
30
le textile
textielsector
New cards
31
le secteur tertiaire
tertiaire sector
New cards
32
les services
diensten
New cards
33
le secteur des services
dienstensector
New cards
34
le commerce
de handel
New cards
35
commercial(e)
commercieel
New cards
36
la distribution
de distributie
New cards
37
distribuer
verdelen, leveren
New cards
38
le transport
het transport
New cards
39
la banque
de bank
New cards
40
les assurances
verzekeringen
New cards
41
l'administration (f)
de administratie
New cards
42
l'hôtellerie (f)
hotellerie(vr), hotelwezen
New cards
43
l'enseignement
onderwijs
New cards
44
le secteur quaternaire
de quartaire sector
New cards
45
l'informatique (f)
informatica
New cards
46
les télécommunications
telecommunicatie
New cards
47
une entreprise
een onderneming, een bedrijf
New cards
48
une petite et moyenne entreprise (PME)
kleine of middelgrote onderneming (KMO)
New cards
49
un(e) entrepreneur/entrepreneuse
ondernemer
New cards
50
entreprendre
ondernemen
New cards
51
une start-up
een start-up
New cards
52
une jeune pousse
start-up
New cards
53
une firme
firma, (groot) bedrijf
New cards
54
une compagnie
een maatschappij
New cards
55
une compagnie d'assurances
verzekeringsmaatschappij
New cards
56
une compagnie aérienne
luchtvaartmaatschappij
New cards
57
une compagnie à bas coûts/ à bas prix
low-costmaatschappij
New cards
58
une société
een maatschappij, vennootschap
New cards
59
une société anonyme (une SA)
naamloze vennootschap (NV)
New cards
60
une société à responsabilité limitée (SRL)
een besloten vennootschap (bv)
New cards
61
une association
een vereniging
New cards
62
une association sans but lucratif (une ASBL)
vereniging zonder winstoogmerk (VZW)
New cards
63
un associé, une associée
een vennoot
New cards
64
lucratif, lucrative
winstgevend
New cards
65
une multinationale
een multinational
New cards
66
un géant
gigant, reus
New cards
67
un groupe
een groep
New cards
68
la maison mère / la société mère
hoofdvestiging, moedermaatschappij
New cards
69
un(e) holding
een holding
New cards
70
une filiale
een dochteronderneming
New cards
71
une succursale
een filiaal, bijkantoor
New cards
72
une agence
agentschap
New cards
73
une agence de voyages
een reisagentschap
New cards
74
une usine
een (grote) fabriek
New cards
75
une unité de production
productie-eenheid
New cards
76
les 3P: personnes, planète, profit
people, planet, profit
New cards
77
l'écologie
de ecologie
New cards
78
une empreinte écologique
ecologische voetafdruk
New cards
79
surfer sur la vague du durable
greenwashing
New cards
80
l'environnement
het milieu
New cards
81
environnemental
van het milieu
New cards
82
le bien-être
het welzijn
New cards
83
Créer une entreprise
een bedrijf oprichten
New cards
84
la création d'une entreprise
de oprichting van een bedrijf
New cards
85
fonder une entreprise
een bedrijf oprichten
New cards
86
la fondation d'une entreprise
de oprichting van het bedrijf
New cards
87
l'année (f) de fondation
het stichtingsjaar, het jaar van oprichting
New cards
88
s'établir / se mettre à son propre compte
voor zichzelf beginnen
New cards
89
étudier le marché
de markt onderzoeken, de markt bestuderen
New cards
90
une étude de marché
een marktstudie
New cards
91
une étude du marché wallon
een studie van de Waalse markt
New cards
92
cibler une clientèle
een cliënteel afbakenen, kiezen
New cards
93
la clientèle-cible
het beoogde cliënteel
New cards
94
un créneau
een gat in de markt
New cards
95
un débouché
een afzetmarkt
New cards
96
élaborer / établir une politique commerciale
een handelsbeleid uitwerken / bepalen
New cards
97
l'élaboration (f) /l'établissement d'une politique commerciale
uitwerking / bepaling van een handelsbeleid
New cards
98
évaluer les coûts
de kosten ramen
New cards
99
l'évaluation des coûts
de raming van de kosten
New cards
100
établir un budget
een begroting opmaken, opstellen
New cards
Load more
Studied by 44 people
