Centrale Banken en Europese Unie Begrippenlijst

Flashcards met belangrijke begrippen en hun uitleg over Centrale Banken en de Europese Unie.

Centrale bank

Belangrijke financiële instelling die stabiliteit van het geldsysteem bewaakt.

FED

Amerikaanse centrale bank die inflatie en maximale tewerkstelling controleert.

ECB

Europese centrale bank die inflatie, rentewapen en financiële stabiliteit controleert.

Beleidsrente / Leit rente

Rente vastgesteld door centrale banken voor commerciële banken; belangrijkste instrument voor economisch beleid.

Basispunt

0,01%, wordt gebruikt om renteveranderingen uit te drukken.

Inflatie

Algemene stijging van prijzen, waarbij de koopkracht daalt.

Hyperinflatie

Extreem snelle inflatie, waardoor geld snel zijn waarde verliest.

Deflatie

Algemene daling van prijzen, wat kan wijzen op economische stilstand.

Nominaal loon / Nominale lonen

Loon dat op papier staat.

Reëel loon / Reële lonen

Loon gecorrigeerd voor inflatie, wat de koopkracht aangeeft.

Stagflatie

Inflatie zonder economische groei.

Obligatie

Lening uitgegeven door bedrijven of overheden met rentevergoeding (‘coupon’).

Verborgen werkloosheid

Mensen officieel in dienst maar werken minder/onbetaald verlof.

Slechte leningen

Leningen die niet worden terugbetaald.

Onafhankelijkheid

Centrale banken moeten zonder politieke druk kunnen beslissen.

BRICS

Groep van opkomende economieën: Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika.

EGKS

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, eerste stap naar Europese samenwerking.

Schumanverklaring

Start van samenwerking op kolen en staal (1950).

EEG

Europese Economische Gemeenschap: samenwerking op handel en douane.

Euratom

Samenwerking rond kernenergie.

Interne markt / eenheidsmarkt

Vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal binnen de EU.

Verdrag van Maastricht

Vorming van de EU, bestaande uit drie pijlers: economie, politiek en binnenlandse samenwerking.

Verdrag van Lissabon

Europese grondwet die de rol van de Europese president definieert.

Eurobonds

Gezamenlijke obligaties van eurozone-landen voor staatsschulden.

Europese Raad

Toporgaan van staats- en regeringsleiders met een richtinggevende rol.

Europese Commissie

Voert EU-beleid uit en stelt wetten voor.

Ministerraad (Raad van de EU)

Wetgevende macht die nationale belangen vertegenwoordigt.

Europees Parlement

Direct gekozen door burgers; verantwoordelijk voor wetgeving en controle.

Trialoog

Overleg tussen Ministerraad, Parlement en Commissie.

Interne barrières

Obstakels voor vrije handel binnen de EU.

Verordening

EU-wet die direct geldt in alle lidstaten.

Richtlijn

EU-regel die lidstaten moeten omzetten in nationale wetgeving.

Jacques Delors

Oud-voorzitter Europese Commissie en grondlegger van de interne markt.

BBP

Totale waarde van alle goederen en diensten in een land per jaar.

Handelsbelemmering

Maatregel die grensoverschrijdende handel moeilijker maakt.