Week 6A Verbintenissenrecht Burgerlijk Recht 1

Wie is de schuldeiser en wie is de schuldenaar bij een koopovereenkomst van een fiets?

Er ontstaan twee verbintenissen en bij beide is het andersom:

1. A moet de koopprijs aan B betalen
   -A is schuldenaar/debiteur

   -B is schuldeiser/crediteur

2. B moet de fiets aan A leveren en zo in eigendom overdragen

   -A is de schuldeiser/crediteur

   -B is de schuldenaar/debiteur

Altijd specifiek over een verbintenis praten dus, kan niet voor de hele overeenkomst

Welke verbintenissen ontstaan na vernietiging van de koopovereenkomst van een fiets?

A heeft een vordering uit onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) jegens B voor wat betreft de koopprijs

B heeft twee soorten vorderingen:

1. B kan de fiets revindiceren, art. 5:2 BW

2. B heeft een vordering uit onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) jegens A

Wat zijn de twee opties voor B als A de fiets niet teruggeeft aan B na een vernietiging van de koopovereenkomst? En na ontbinding?

B kan naar de rechter en op grond van art. 3:296 BW:

1. Een vonnis verkrijgen waarmee de deurwaarder namens B de fiets kan ophalen bij A
   -Deze optie heb je ook alleen als er een fysiek goed op te halen is

2. Vorderen dat de rechter A beveelt de fiets aan B af te staan en dat voor iedere dag dat A dat niet doet, A aan B een dwangsom verschuldigd is van x euro per dag

Geldt voor vernietiging en ontbinding

Wat voor optie heeft A als B de koopprijs niet teruggeeft aan A na een vernietiging van de koopovereenkomst?

A kan naar de rechter gaan en vorderen op grond van art. 3:296 BW dat een deurwaarder beslag mag leggen op een zaak van B. A verkoopt de zaak van b en voldoet zich uit de opbrengst

Een dwangsom is hierbij niet mogelijk. Incentive voor A om toch op tijd te betalen: wettelijke rente betalen als niet op tijd, art. 6:119 BW

Wanneer is er sprake van een fatale termijn?

Als er in de overeenkomst een datum is afgesproken wordt dit gezien als fatale termijn en is iemand dus van rechtswege in verzuim, art. 6:83 sub a BW

Al blijkt soms uit de context dat het toch geen fatale termijn is, zoals werkzaamheden die door het weer niet plaats hebben kunnen vinden

Mag een overeenkomst mondeling worden vernietigd? En ontbonden?

Vernietiging mag mondeling wel

Ontbinding moet schriftelijk, art. 6:267 lid 1 BW

Per e-mail mag als de overeenkomst digitaal tot stand is gekomen ook

Als e-mail wel is aangekomen maar per ongeluk (door een kind bijv.) is verwijderd of in de spambox is beland, geldt dit nog steeds, art. 3:37 lid 3 BW

Mondelinge ontbinding is nietig (art. 3:39 BW)

Heeft ontbinding terugwerkende kracht?

Nee, art. 6:269 BW

Wat is het rechtsgevolg van ontbinding?

Partijen zijn verplicht om reeds verrichte prestaties ongedaan te maken, art. 6:271 BW

Bij koopovereenkomst fiets moet B de fiets opnieuw aan A overdragen, levering vindt plaats door bezitsverschaffing (art. 3:90 lid 1 BW). De titel van die overdracht is dan de wet, art. 6:271 BW.

Wat geldt als er geen termijn is bepaald voor nakoming?

Dan kan de partij direct nakoming eisen, art. 3:38 BW

Wat als er geen plaats voor de nakoming is bepaald?

Dan moet de partij de zaak terugbrengen naar waar de zaak zich bevond bij het sluiten van de verbintenis, art. 6:41 sub a BW

Wat zijn de vijf vereisten voor schadevergoeding bij een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis?

1. Toerekenbaar

2. Tekortkoming in de nakoming

3. Causaal verband

4. Schade

5. Nakoming blijvend onmogelijk OF niet blijvend onmogelijk maar in verzuim

Wanneer is er sprake van blijvende onmogelijkheid?

Als de schadeposten blijven staan is er sprake van blijvende onmogelijkheid, je moet dus kijken of de schade vervalt door de nieuwe prestatie

Wanneer ontstaat de verplichting tot betaling van schadevergoeding uit hoofd van onrechtmatige daad, bij het plegen of als de omvang van de schade duidelijk is? En wanneer is iemand in verzuim met het betalen hiervan?

Direct bij het plegen van de onrechtmatige daad ontstaat de verplichting

En bij het plegen van een onrechtmatige daad ben je ook direct in verzuim, art. 6:83 sub b BW

Wat is de vertragingsschade bij late betaling geldsom?

Art. 6:119 BW, wettelijke rente

Niets meer en niets minder

Wat zijn de vier opties van de schuldeiser?

1. Nakoming, art. 3:296 BW
   -Bij overeenkomst maar ook bij onrechtmatige daad

2. Opschorting, art. 3:52 BW en 6:262 BW

3. Schadevergoeding, art. 6:74 BW

   -Alleen hier is toerekening vereist, art. 6:162 BW

4. Ontbinding, art. 6:265 BW

Wanneer is er sprake van toerekening?

Op grond van schuld, art. 6:75 BW en art. 6:162 lid 3 BW, maar ook op grond van de wet zonder dat sprake is van schuld

Bij overeenkomsten:

• Geestelijke stoornis voor eigen rekening via art. 3:35 BW

• Hulppersonen art. 6:76 BW en hulpzaken art. 6:77 BW

Bij onrechtmatige daad:

• Geestelijke stoornis wordt toegerekend, art. 6:165 BW

• Risicoaansprakelijkheden van art. 6:170, 171 en 173 BW

Kan je altijd je volledige prestatie opschorten?

Nee, art. 2:262 lid 2 BW, voor zover het de tekortkoming van de ander rechtvaardigt. Soms kan het dus maar gedeeltelijk

Wat is de rechtsregel van het Twickler arrest?

Ontbinding kan ook bij een tekortkoming in de nakoming van een niet-kernbeding

Welk arrest is van toepassing bij ontbinding op basis van een niet-kernbeding?

Twickler

Wat is de rechtsregel van Fisser/Tycho?

Een rechter kan niet ambtshalve aangeven dat een tekortkoming te gering is voor ontbinding

Welk arrest is van belang bij een geringe tekortkoming in de nakoming?

Fisser/Tycho