Studied by 7 people
der Blog, die Blogs
de blog
das Buch, die Bücher
het boek
die CD, die CDs
de cd
die Digitalkamera, die Digitalkameras
de digitale camera
die DVD, die DVDs
de dvd
die E-Mail, die E-Mails
de e-mail
das Fernsehen
de televisie (het medium)
der Fernseher, die Fernseher
het tv-toestel
das Handy, die Handys
de gsm
das Internet
het internet
das Medium, die Medien
het medium
das Notebook, die Notebooks
de notebook
das Radio, die Radios
de radio (medium en toestel)
der Rundfunk
de radio (medium)
das Smartphone, die Smartphones
de smartphone
das Tablet, die Tablets
de tablet
das Telefon, die Telefone
de telefoon
die Zeitung, die Zeitungen
de krant
die Zeitschrift, die Zeitschriften
het tijdschrift
die Behörde, die Behörden
de autoriteit, de overheid
die Ferienunterkunft, die Ferienunterkünfte
het vakantieverblijf
das Freizeitangebot, die Freizeitangebote
het vrijetijdsaanbod
das Gehalt, die Gehälter
het salaris, loon
die Gewerkschaft, die Gewerkschaften
de vakbond
die Hochsaison, die Hochsaisons
het hoogseizoen
die Insel, die Inseln
het eiland
der Kassenschlager, die Kassenschlager
de kaskraker
der Krawall, die Krawalle
de rel
der Krawallmacher, die Krawallmacher
de relschopper
die Kundgebung, die Kundgebungen
de betoging
die Luftverschmutzung
de luchtvervuiling
die Öko-Steuer, die Öko-Steuern
de ecotaks
die Prügelei, die Prügeleien
het gevecht
die Ruhe
de rust
die Schlagzeile, die Schlagzeilen
de krantenkop
die Schlägerei, die Schlägereien
de ruzie
die Stafe, die Strafen
de straf
der Umweltschützer, die Umweltschützer
de milieuactivist
der Verband, die Verbände
de vereniging, de onderneming
der Verstoß, die Verstöße
de schending
der Zweck, die Zwecke
het doel
der Zwischenfall, die Zwischenfälle
het voorval
ahnden
straffen
anrücken
uitdrukken
aufpolieren
oppoetsen
aufrufen
oproepen
belästigen
lastigvallen
betonen
beklemtonen
eindämmen
indijken, inperken
einhalten
naleven
einräumen
hier: toegeven
erscheinen
verschijnen
erzielen
bereiken, behalen
gelten
gelden
hissen
hijsen
klagen
klagen
prügeln
slaan, vechten
randalieren
herrieschoppen
saufen
zuipen
schrumpfen
krimpen
verschlimmern
verergeren
ziehen
trekken
abhängen
afhangen
analysieren
analyseren
arbeiten
werken
ausgebucht
volgeboekt
bisherig
tot nu toe (hier: uitgevaardigd)
ersichtlich
evident, duidelijk
gewalttätig
gewelddadig
hemmungslos
ongeremd
längst
al geruime tijd, al lang
mittlerweile
ondertussen
satt
beu (zijn), genoeg hebben van
zusätzlich
bovendien, op de koop toe
zuträglich
rendabel, gunstig
aus allen Nähten platzen
uit zijn voegen barsten
im Gegenteil
integendeel
im Prinzip
in principe
Klartext reden
duidelijke taal spreken
zur Folge haben
tot gevolg hebben
Note 
Flashcard (22)