Studied by 0 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
we hebben ruzie gehad
abbiamo avuto una discussione
ik heb gehad
ho avuto
naar feestjes gaan
andare alle feste
feestjes
le feste
na middernacht
dopo mezzanotte
want dan rijdt de bus niet
perchĂ© allora l’autobus non funzionerĂ
ik heb goed geslapen
ho dormito bene
raar
strano
het zal raar zijn
sarĂ strano
zonder
senza
na
dopo
bereiken
raggiungere
ze bellen aan en de man komt buiten om ze te ontvangen
suonano e l’uomo esce per riceverle
bellen
suonare
de deurbel
il campanello
naar buiten gaan
uscire
ontvangen
ricevere
Ik ben bij Juul thuis
Sono a casa di Juul
de maand waarin
il mese in cui
spannend!
emozionante!
genieten
godere
11
undici
12
dodici
13
tredici
14
quattordici
15
quindici
16
sedici
17
diciassette
18
diciotto
19
diciannove
20
venti
21
ventuno
23
ventitré
30
trenta
40
quaranta
50
cinquanta
60
sessanta
70
settanta
80
ottanta
90
novanta
100
cento
1000
mille
2000
due milla
januari
gennaio
februari
febbraio
maart
marzo
april
aprile
mei
maggio
juni
giugno
juli
luglio
augustus
agosto
september
settembre
oktober
ottobre
november
novembre
december
dicembre
Note 
Flashcard (33)