niet langer weten waarheen iemand of iets is gegaan of waar iemand of iets is terechtgekomen; iemand of iets niet langer kunnen traceren.
9
New cards
boeien
fascynować
10
New cards
iemand in de boeien slaan
zakuć w kajdanki
11
New cards
discreet
Dyskretny, skromny
12
New cards
de doorbraak
przełom
13
New cards
doorbreken
przełamywać
14
New cards
Fors
Duży, silny (czy moge powiedziec ze pp jest fors, i need to know before leiden)
15
New cards
frappant, opvallend
Uderzajacy, zaskakujacy
16
New cards
iemand voor gek zetten
nabijać się z kogoś
17
New cards
geneigd zijn
być skłonnym do
18
New cards
op het eerste gezicht
na pierwszy rzut oka, eerste indruk
19
New cards
iemand glazig aankijken
Patrzyc na kogos tepym wzrokiem, chodzi o to ze np ktos cos powiedzial ale totalnie nie wiesz o co cho
20
New cards
glazig
Szklany
21
New cards
iets in de hand hebben
mieć coś pod kontrolą
22
New cards
herleiden tot
zredukowany do
23
New cards
inlassen
wtrącić, wstawic
24
New cards
kennelijk
widocznie, oczywiście
25
New cards
kennis van zaken hebben
znać się na rzeczy
26
New cards
de kern
sedno
27
New cards
van kinds af aan
od dziecka
28
New cards
klip
en
29
New cards
maar liefst
nie mniej niż
30
New cards
markeren
zaznaczyć
31
New cards
neigen naar
mieć skłonność do, sklaniac sie ku
32
New cards
de neiging
skłonność, upodobanie
33
New cards
zijn neus stoten
mieć z czymś do czynienia i przejechać się na tym
34
New cards
onder vier ogen
w cztery oczy
35
New cards
ongeacht
niezależnie od, bez wzgledu na
36
New cards
onoverbrugbaar
nie do pokonania, przejscia
37
New cards
onthutsend
zadziwiający, zdumiewający
38
New cards
iets onverlet laten
Zostawic cos nienaruszonym
39
New cards
opschorten
Zawiesic, odraczac
40
New cards
overbruggen
Łączyć cos co do siebie nie pasuje
41
New cards
ratelen
terkotać, stukać; paplać
42
New cards
rechttoe rechtaan
prosto z mostu
43
New cards
redeneren
rozumować, przekonywać
44
New cards
de redenering
rozumowanie, argumentacja
45
New cards
scheppen
tworzyć
46
New cards
weten waar de schoen wringt
wiedzieć gdzie leży problem
47
New cards
sneuvelen
ginąć
48
New cards
het spoor bijster raken
być zagubionym
49
New cards
geen stom woord zeggen
milczeć
50
New cards
de strekking
cel
51
New cards
ten onrechte
niesłusznie
52
New cards
tentoonspreiden
zaprezentować
53
New cards
het terrein
teren
54
New cards
uitvissen
dowiedzieć się
55
New cards
verontwaardigd
oburzony
56
New cards
de weergave
Widok, karnacja
57
New cards
weergeven
przedstawiać
58
New cards
iemand voor de wolven gooien
rzucić wilkom na pożarcie
59
New cards
zeggen waar het op staat
mówić prosto z mostu
60
New cards
tegen iets aankijken
is iets met verbazing of tegenzin beschouwen
61
New cards
aanschaffen
nabywać
62
New cards
de aanvoerder
kapitan drużyny
63
New cards
Een broodje aap
is de benaming voor een anekdote die iedereen rondvertelt als een werkelijk gebeurd verhaal. Maar niemand weet of het verhaal ook echt is gebeurd (urban legend) xd
64
New cards
afzonderlijk
oddzielny, osobno
65
New cards
alledaags
codzienny
66
New cards
andermans
cudzy
67
New cards
appels met peren vergelijken
het betekent dat je niet twee totaal verschillende dingen met elkaar kunt vergelijken
68
New cards
het kind met het badwater weggooien
d.w.z. het goede tegelijk met het slechte wegwerpen; te ver gaan, overdrijven; nie wylewać dziecka z kąpielą
69
New cards
beheersen
kontrolować, zarządzać, sterować
70
New cards
de beheersing
kontrola, władanie
71
New cards
beschikken over
dysponować czymś
72
New cards
bevredigend
zadowalający
73
New cards
het bezwaar
sprzeciw, zastrzezenie
74
New cards
zich blindstaren op iets
te veel naar één eigenschap kijken, być czymś zaślepionym, ślepo patrzeć na coś, nie przyjmując innych argumentów