Belgisch publiekrecht

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
Get a hint
Hint

Recht

1 / 282

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

283 Terms

1

Recht

Een rationeel opgebouwd geheel van door de overheid uitgevaardigde en via sancties afdwingbare normen die dienen tot organisatie, handhaving of herstel van de openbare orde.

New cards
2

Sanctie

Een maatregel die wordt genomen wanneer een regel wordt overtreden.

New cards
3

Privaatrecht

Beheerst de situatie van en de relaties tussen particuliere (rechts)personen.

New cards
4

Publiekrecht

Beheerst de situatie van en de relaties tussen overheid en particuliere (rechts)personen en overheden onderling.

New cards
5

Kernboodschap

België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa.

New cards
6

Meergelaagd

Verschillende bestuursniveaus binnen België.

New cards
7

Democratisch

Beslissingen moeten democratisch gelegitimeerd worden.

New cards
8

Rechtsstaat (rule of law)

Overheid zelf onderworpen aan het recht.

New cards
9

Europa

België maakt deel uit van de EU.

New cards
10

Grondwet

Tijdloos, maar evolutief document dat de basis vormt van de Belgische rechtsstaat.

New cards
11

Politieke besluitvorming

Mag niet strijdig zijn met de grondwet, controle van Grondwettelijk Hof, checks & balances tussen overheden.

New cards
12

Belgische Staat

Ontstaan door secessie, constitutieve elementen zijn permanente bevolking, afgebakend gebied, effectieve overheid, onafhankelijkheid, internationale erkenning.

New cards
13

Soevereiniteit

Recht om ongestoord te functioneren en eigen rechtsordening te bepalen.

New cards
14

Scheiding van de machten

Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht met checks & balances.

New cards
15

Rechtsstaat (rule of law)

Staat waarin de gezagsdragers gehouden zijn door het objectieve recht, waarbij de overheid zelf onderworpen is aan het recht.

New cards
16

Willekeur uitsluiten

Overheid kan niet zomaar iets doen bij bepaalde personen/situaties.

New cards
17

Rechtmatigheidsbeginsel

Optreden van de overheid moet in overeenstemming zijn met het op haar toepasselijke recht.

New cards
18

Materiële voorwaarden

Recht moet zeker, stabiel, democratisch tot stand gekomen, grondrechten respecteren en afdwingbaar zijn voor de rechter.

New cards
19

Evolutie van de democratische rechtsstaat

Rol van de Koning, particratie, rechtsvormende rol van rechters, nevenschade van oplossing complexe maatschappelijke problemen, graduele ingrepen van leiders met autocratische neigingen.

New cards
20

Uitdagingen voor de democratische rechtsstaat

Slagkracht behouden zonder autoritair regime te worden.

New cards
21

Taaldiscriminatie

Discriminatie gebaseerd op taal, zoals het aan de kant schuiven van het Nederlands als officiële taal in België.

New cards
22

Gelijkheidswet

Wet uit 1898 die bepaalt dat wetgeving zowel in het Nederlands als in het Frans moet worden opgesteld.

New cards
23

Consensusdemocratie

Een vorm van democratie waarbij er gestreefd wordt naar consensus en het voorkomen van conflicten tussen verschillende taalgroepen.

New cards
24

Federalisering

Het proces waarbij een unitaire staat wordt omgevormd tot een federale staat, waarbij bevoegdheden worden verdeeld tussen de nationale en deelstaatsoverheden.

New cards
25

Centripetaal federalisme

Een vorm van federalisme waarbij afzonderlijke soevereine staten besluiten zich te verenigen in één staat.

New cards
26

Centrifugaal federalisme

Een vorm van federalisme waarbij een unitair georganiseerde staat besluit om de soevereiniteit te verdelen over verschillende entiteiten.

New cards
27

Confederalisme

Een vorm van samenwerking tussen onafhankelijke staten waarbij zij hun soevereiniteit behouden en een verdrag sluiten.

New cards
28

Europese Unie

Een supranationale organisatie die tot doel heeft integratie en samenwerking tussen Europese landen te bevorderen.

New cards
29

Gemeenten en provincies

Lokale overheden die autonoom beslissingen nemen op een bepaald grondgebied, onder toezicht van de federale of deelstaatsoverheid.

New cards
30

Grondwet

Een juridisch instrument dat de basisregels bepaalt voor de uitoefening van staatsgezag, de organisatie en werking van de staatsmachten regelt, en fundamentele rechtsregels vastlegt.

New cards
31

Eendracht maakt macht

Unity is strength.

New cards
32

Die Würde des Menschen ist unantastbar

The dignity of human beings is inviolable.

New cards
33

Preambule

Introduction that allows for philosophical reflection on the purpose, context, history, etc.

New cards
34

We the people of the United States

The opening phrase of the United States Constitution.

New cards
35

United in our diversity

Emphasizing the unity of diverse individuals or groups.

New cards
36

De Belgische Grondwet

The Belgian Constitution.

New cards
37

De grondwetgevende bevoegdheden

The constitutional powers.

New cards
38

Formele grondwet

Formal constitution.

New cards
39

Afkondiging

7 feb 1831, coördinatie:17 feb 1994:Proclamation:Feb 7, 1831, coordination:Feb 17, 1994.

New cards
40

Totstandkoming

Establishment.

New cards
41

Voorlopig bewind laat ‘volksraad’ (Nationaal Congres) verkiezen → constitutionele monarchie

Provisional government allows 'people's council' (National Congress) to be elected → constitutional monarchy.

New cards
42

Invloed verlichtingsfilosofie

Influence of Enlightenment philosophy.

New cards
43

Franse & Nederlandse voorbeelden

French and Dutch examples.

New cards
44

Parlementair tweekamerstelsel (Kamer & Senaat)

Parliamentary bicameral system (Chamber & Senate).

New cards
45

Aanvankelijke inhoud

Initial content.

New cards
46

Vernieuwend

sterk parlement, grondrechten:Innovative:strong parliament, fundamental rights.

New cards
47

Conformistisch

toch behouden van monarchie, conservatieve Senaat:Conformist:still retaining monarchy, conservative Senate.

New cards
48

Materiële grondwet

Material constitution.

New cards
49

Bijzondere meerderheidswetten (= communautaire wetten, bijzondere wetten)

Special majority laws (community laws, special laws).

New cards
50

Organisatie deelstaten (bevoegdheden, instellingen, financiering)

Organization of regions (powers, institutions, financing).

New cards
51

Federale pacificatie (conflictprocedures, taalregelingen)

Federal pacification (conflict procedures, language regulations).

New cards
52

Grondwettelijke gewoontes

Constitutional customs.

New cards
53

Algemene rechtsbeginselen met grondwettelijke waarde

General legal principles with constitutional value.

New cards
54

De grondwetgevende procedure

The constitutional procedure.

New cards
55

Herziening formele grondwet

Revision of the formal constitution.

New cards
56

Preconstituante

Pre-constituent assembly.

New cards
57

Verkiezingen

Elections.

New cards
58

Gebonden door visie preconstituante?

Bound by the vision of the pre-constituent assembly?

New cards
59

Koning bekrachtigt, kondigt af & beveelt bekendmaking in Belgisch Staatsblad

King approves, announces & orders publication in the Belgian Official Gazette.

New cards
60

Impliciete wijzigingen

Implicit changes.

New cards
61

Herziening materiële grondwet

Revision of the material constitution.

New cards
62

De constitutieve autonomie van de deelstaten

The constituent autonomy of the regions.

New cards
63

Regels betreffende verkiezing, samenstelling & werking van wetgevende organen & regeringen

Rules regarding the election, composition, and functioning of legislative bodies and governments.

New cards
64

H3

Beslissen, verkiezen en vertegenwoordigen:Ch3:Deciding, electing, and representing.

New cards
65

Debatteren en organiseren

Debating and organizing.

New cards
66

Politieke partij

Political party.

New cards
67

Verkiezingen

Elections.

New cards
68

Financiën

overheidsdotatie, beperkte private financiering, verkiezingsuitgaven:Finances:government subsidy, limited private financing, election expenses.

New cards
69

Relatie tussen burger & politiek

Relationship between citizen and politics.

New cards
70

Directe democratie

Direct democracy.

New cards
71

Referendum

Referendum.

New cards
72

Volksraadpleging

Popular consultation.

New cards
73

Zelf beslissen

Self-determination.

New cards
74

Petitierecht

Right to petition.

New cards
75

Burgerinitiatief

Citizen initiative.

New cards
76

Burgerpanels

Citizen panels.

New cards
77

Gemengde commissies

Mixed committees.

New cards
78

Verkiezen en vertegenwoordigen

Electing and representing.

New cards
79

Indirecte democratie

Indirect democracy.

New cards
80

Parlementair stelsel

Parliamentary system.

New cards
81

Censitair kiesrecht

Stemrecht dat afhankelijk was van bezittingen.

New cards
82

Capacitair kiesrecht

Stemrecht dat werd toegekend op basis van functie.

New cards
83

Algemeen meervoudig stemrecht

In 1893 werd stemrecht voor mannen ingevoerd, waarbij ze tot 2 extra stemmen konden krijgen afhankelijk van belastingbetaling.

New cards
84

Algemeen enkelvoudig kiesrecht

In 1919 werd stemrecht voor mannen ingevoerd waarbij elke man één stem had.

New cards
85

Vrouwenkiesrecht

In 1948 werd stemrecht voor vrouwen ingevoerd.

New cards
86

Regelmatige, vrije, democratische & geheime verkiezingen

Kenmerken van verkiezingen vandaag de dag.

New cards
87

Legislatuur

Periode waarvoor een parlement wordt verkozen, meestal 5 jaar.

New cards
88

Evenredige vertegenwoordiging

Verkiezingssysteem waarbij zetels worden toegewezen op basis van het aantal stemmen dat een partij heeft behaald.

New cards
89

Kiesdrempel

Minimaal percentage van stemmen dat een partij moet behalen om een zetel te kunnen krijgen.

New cards
90

Actieve kiesvoorwaarden

Voorwaarden om te kunnen stemmen als kiezer, zoals de Belgische nationaliteit en een minimumleeftijd van 18 jaar.

New cards
91

Passieve kiesvoorwaarden

Voorwaarden om verkozen te kunnen worden, zoals de Belgische nationaliteit, een minimumleeftijd van 18 jaar en bezit van burgerlijke en politieke rechten.

New cards
92

Fractie

Gezamenlijke ploeg van parlementsleden die meestal overeenkomt met een politieke partij.

New cards
93

Senaat

Tweede kamer van het Belgische parlement met 60 senatoren, verdeeld over 2 taalgroepen.

New cards
94

Onverenigbaarheden

Functies die niet tegelijkertijd kunnen worden bekleed, zoals lidmaatschap van de Kamer en de regering.

New cards
95

Immuniteiten

Bescherming van parlementsleden tegen vervolging of onderzoek naar hun mening of stem in de uitoefening van hun functie.

New cards
96

Het Vlaams Parlement

Het parlement van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest, bestaande uit 124 leden.

New cards
97

Het Waals Parlement

Het parlement van het Waals Gewest, bestaande uit 75 leden.

New cards
98

Parlement Franse Gemeenschap

Het parlement van de Franse Gemeenschap, bestaande uit 94 leden.

New cards
99

Parlement Duitstalige Gemeenschap

Het parlement van de Duitstalige Gemeenschap, bestaande uit 25 leden.

New cards
100

Brussels Hoofdstedelijk Parlement

Het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bestaande uit 89 leden.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 11 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 98 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 56 people
... ago
5.0(4)
note Note
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 15 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (29)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (167)
studied byStudied by 14 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (147)
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (41)
studied byStudied by 28 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (95)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (90)
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (42)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (24)
studied byStudied by 71 people
... ago
5.0(1)
robot