Media-effecten (Agenda setting- Framing- Cultivatie- Priming- Sociale leertheorie)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/108

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

109 Terms

1
New cards
First level agenda setting
Media bepalen waarover we denken (niet wat we denken). Ze beïnvloeden de prominentie (salience) van onderwerpen op de publieke agenda. Onderwerpen strijden nl om prominentie, slechts enkele zijn succesvol. McComb & Shaw toonden dit aan met hun studie van de presidentverkiezingen in Chapel Hill, rangschikking van thema’s van onbesliste kiezers kwam overeen met prominentie in media.
2
New cards
Need for orientation (NFO)
* geeft correcter beeld van variabiliteit in agenda setting


* NFO is voorspeller van nieuwsconsumptie & modereert agenda setting
* nood aan oriëntatie, achtergrondinfo bij een issue
* 1. relevantie 2. onzekerheid

hoe hoger NFO, hoe groter de kans dat een individu zich richt tot de agenda v/d massamedia en meer kans heeft om de salience van objecten en hun kenmerken uit de media agenda te reflecteren
3
New cards
2nd level agenda setting
= attribute salience / attribute priming. Er zijn verschillende kenmerken en verschillende prominentie. Welke kenmerken/topics van het issue krijgen klemtonen.
4
New cards
gain frame


focus op de voordelen van aangeraden gedrag
5
New cards
loss frame


Focus op nadelen van afgeraden gedrag
6
New cards
Accessibility effect
zaken die ons bezighouden, die sterk aanwezig zijn in het geheugen - agenda-setting
7
New cards
Applicability effect
frames bieden informatie, ideeën (of beelden) die toegepast kunnen worden op een bepaald issue, waardoor dit issue anders geïnterpreteerd kan worden
8
New cards
Frame building
hoe komen frames tot stand

legt de nadruk op factoren die de vestiging van frames in de smlv beïnvloeden: \n -nieuwsprodcutie (journalistieke normen) \n -politieke actoren \n -culturele context (cultural resonance, cultural stock of frames)
9
New cards
Frame contest
welke frames nemen de bovenhand, welke zijn dominant
10
New cards
cultural resonance
frames zullen altijd inspelen op wat er in de cultuur aanwezig is

synoniem= narrative fidelity
11
New cards
Frame setting
* Entman
* wat is de invloed van het frame? Framing als bepaalde voorspeller
* gaat over applicability (toepasbaarheid, associaties)
* een frame moedigt aan associaties te leggen tssn een issue & relevante bedenkingen over de definitie, oorzaak, gevolgen & oplossing van dit issue – Applicability ->assocaties lukt ni altijd -> er zijn ook kenmerken van publiek (bv bestaande schema’s)
12
New cards
Attributie van verantwoordelijkheid (Iyengar)
wanneer bepaalde kwesties gebracht worden in een frame van individueel niveau \=\> verantwoordelijkheid bij deze individuen leggen (en niet bij de maatschappij)
13
New cards
Invloed op complexity of thoughts
combinatie van verschillende frames maken om zo mensen aan het denken te zetten
14
New cards
Invloed op evaluative processing style
in welke mate mensen zaken afwegen in hun keuze/meenemen in hun evaluatie
15
New cards
Kernidee Cultivatietheorie


Dit concept verwijst naar de onafhankelijke contributie dat TV-kijken maakt op de concepties v/d sociale realtiteit v/h publiek. Er is een verschil tussen de concepties van zware en lichte kijkers. Zware kijkers zullen sociale realiteit meer begrijpen zoals ze op tv is voorgesteld dan lichte tv kijkers, wat vervolgens zich uit in attitudes en gedrag

* van Gerbner & Gross
* Televisie wordt gezien als een systeem van boodschappen bedoeld voor grote en diverse publieken die dat op een niet-selectieve mnr consumeren.
* bij een cultivatie analyse wordt gefocust op gehel systeem van boodschappen op lange termijn (en gevolgen hiervan)
16
New cards
Cultural Indicators Project
Cultivatieonderzoek dat het begrip 'cultivatietheorie' heeft gelanceerd (eerste onderzoeken hiernaar)
17
New cards
Institutional Process Analysis
* strategie uit driedelige onderzoekstrategie van cultural indicators
* analyse van mediaboodschappen (hoe ze geproduceerd worden) en wat de rollen van verschillende kanalen/adverteerders/... hierbinnen zijn
18
New cards
Message System Analysis


* strategie uit driedelige onderzoekstrategie van cultural indicators
* inhoudsanalyse, kijken naar wat er precies getoond wordt aan het publiek (zoeken naar bepaalde patronen, dominante onderwerpen,...)
19
New cards
Cultivation Analysis
* strategie uit driedelige onderzoekstrategie van cultural indicators


* kijken naar de percepties van het publiek over de wereld + deze vergelijken met het televisiegebruik van de individuen
20
New cards
cultivation differential
er wordt gekeken naar het verschil van antwoorden tussen de lichte en de zware kijkers
21
New cards
Mainstreaming
binnen cultivatie theory belangrijk: Zwaar tv kijken kan leiden tot het absorberen of het uitbalanceren van verschillen in perspectieven en gedrag die origineel ontstaan zijn uit andere factoren en invloeden.
22
New cards
Resonance


* cultivatie-effect
* d.w.z. dat personen meer beïnvloed zijn door inhouden die een match hebben met bestaande overtuigingen.
* Wnr mensen info v/d media zien die consistent is met hun eigen ervaringen kan de combinatie resulteren in een coherente en krachtige dubbelbasis van de televisieboodschap + de cultivatie aanzienlijk stimuleren
* bv sterkere cultivatie bij slachtoffers + personen uit wijken met veel criminaliteit m.b.t. Mean World Syndrome
* de congruentie tussen wat er te zien is op televisie en in de realiteit
23
New cards
Double-dose effect
de som van twee elementen zorgt voor een nog groter effect
24
New cards
Heuristic/sufficiency principle
welke informatie wordt gebruikt? Juist datgene dat mensen nodig hebben. Motivation + capaciteit belangrijke beïnvloedende factoren.
25
New cards
simulation heuristic
zich kunnen voorstellen dat iets gebeurd / voorbeeld kunnen
26
New cards
availability heuristic
als de info top of mind is \=\> toegankelijker
27
New cards
Accessibility principle
mensen gebruiken bij het maken van beoordelingen de informatie die het meest toegankelijk is (toegankelijkheid wordt bepaald door onze mediablootstelling)
28
New cards
Heuristic processing model of cultivation effects / accessibility model/ first order model

1. Televisiekijken verhoogt de toegankelijkheid van informatie
2. First order effecten zijn gebaseerd op geheugen & volgen heuristieken

→ toegankelijkheid medieert het cultivatie-effect→ TV exemplars worden niet afgeschreven (alleen in no-priming condition) ->motivatie om info te verwerken modereert cultivatie-effect -mogelijkheid om info te verwerken modereert cultivatie-effect →zijn allemaal conditionele grenzen van cultivatie-effect →slechts 1 pad leidt tot cultivatie-effect → moet heuristiek verwerken DUS motivatie/ability laag + no source discount

→ condities; verwerkingsmotivatie & -capaciteit laag + TV beoordelen meenemen
29
New cards
Symbolizing capability
We kunnen ons iets voorstellen dat er niet noodzakelijk is, geweest of ooit zal zijn & mogelijkheid om symbolen te creëren en symbolen af te leiden uit de omgeving. Als we iets observeren, vertalen we dit in onze gedachten naar symbolen.
30
New cards
Self-regulatory capability
Zelfregulering van motivatie, gevoelens en gedrag naargelang eigen waarden en normen. Positieve gedragingen maximaliseren door observationeel leren.
31
New cards
Discrepancy production
ze voegen agency toe. Ze gaan er vanuit dat mensen pro-actief handelen en doelen willen bereiken, ze willen zichzelf beter maken.

→ dit behoort tot self-regulatory capability

→ productieve (pro-actieve) controle \n → doelen voorop stellen & al onze skills aan het werk zetten om doel te behalen
32
New cards
Discrepancy reduction
discrepantie tussen ons gedrag en doelen die we gesteld hebben. Willen deze discrepantie reduceren. Motivatie om gedrag te stellen: weg willen van ongewenste situatie

→ dit behoort tot self-regulatory capability \n → reactieve controle \n → verschil tussen eigen gedrag & idealen zetten skills aan om verschil te reduceren

→ reactief, want pas na het vaststellen zet je alles in werking
33
New cards
Self-reflective capability
ons eigen gedrag evalueren om te kijken of het overeenkomt met de cognitieve voorstelling van het gedrag

(enactive, vicarious, social en logical verification)
34
New cards
Efficacy beliefs
overtuiging wel of niet iets te kunnen
35
New cards
Vicarious capability
We kunnen ons inleven in anderen & Zijn in staat om te denken "Wat als mij dit zou overkomen?"
36
New cards
Vicarious motivators
motivatie halen uit de gedragsuitkomst van anderen (verwachting)
37
New cards
transgressive conduct
immoreel & ongewenst gedrag
38
New cards
Social sanctions
mensen gaan zichzelf reguleren (en het gedrag niet vertonen) omdat ze denken dat dit hun een sociaal nadeel zal opleveren
39
New cards
Self sanctions
bepaald gedrag niet doen omdat het niet overeenkomt met je eigen morele waarden en normen
40
New cards
moral justification
rechtvaardigen waarom gedrag gesteld wordt
41
New cards
exonerative comparison
zichzelf vrijspreken om bepaald gedrag te stellen, want als je het niet stelt wordt het net erger
42
New cards
euphemistic languageniveau
taal gebruiken om het minder erg te maken
43
New cards
attribution of blame
slachtoffer verkrachting zelf schuld ervoor geven
44
New cards
retention
transformeren en structureren van info in codes
45
New cards
motor reproduction
vertalen van symbolische modellen naar gedrag/actie. Je moet fysiek in de mogelijkheid zijn om dit gedrag te stellen
46
New cards
Displacement of responsiblitiy




jezelf niet als verantwoordelijk achten, iemand anders is verantwoordelijk
47
New cards
Diffusion of responsibility
jezelf inbedden in groep, het was een collectieve beslissing, je bent niet verantwoordelijk, minder verantwoordelijk doen voelen (diffusion)
48
New cards
4 hoekstenen social cognitive theory
agency

capability

vicarious learning

self-efficacy
49
New cards
enactive verification
gedrag uitvoeren => is er een match tussen wt ik dacht dat het opleverde en wat het effectief oplevert?
50
New cards
social verification
gedachten aftoetsen van anderen
51
New cards
logical verification
fouten proberen te achterhalen & bijwerken in onze gedachten
52
New cards
abstract modeling
niet gelijk aan imiteren, higher level learning: gedrag niet meteen geobserveerd maar wel wat er op lijkt

3 stappen; generieke eigenschappen afleiden uit gedragingen, die info in regels gieten, die regels gebruiken om nieuw gedrag te stellen
53
New cards
vicarious emotional learning
emoties overnemen van anderen
54
New cards
limited effects perspective


1940/1960 -> Lazarsfeld \n De effecten van media zijn beperkt. Media heeft zo goed als geen invloed op ons denken en doen → media blootstelling zo goed als geen effect op politiek stemgedrag
55
New cards


Magic Bullet theory


passief publiek, publiek reageert op dezelfde manier, media heeft direct werking (1 effect)
56
New cards


**Falsifieerbaarheid**


het openstaan voor ontkrachting. Dus als je een hypothese opstelt, moet deze hypothese falsifieerbaar zijn. Je moet dus de mogelijkheid hebben om jouw hypothese te ontkrachten.
57
New cards
mass self-communication


Dit wil zeggen dat media-inhoud geen 1-richtingsverkeer meer is, maar dat er ook self- generated media effects bestaan zowel direct (bv posting a photo) als indirect (comments from others). Er moet zowel gefocus worden op receptie- als productieproces.
58
New cards


**Selectieve perceptie**


alternatieve verklaring voor bevindingen van McComb & Shaw → individuen minimaliseren hun blootstelling aan niet-bevestigende info & maximaliseren hun blootstelling aan bevestigende info
59
New cards
obtrusive issues


Issues die we persoonlijk ervaren
60
New cards
unobtrusive issues


Issues waarmee we niet in ons dagelijks leven in aanraking komen maar bv via de media -> als je weinig direct confrontatie hebt, oefent media grotere invloed uit!
61
New cards
priming
Als we mening moeten vormen; kijken we naar info in ons hoofd ‘most accessible’ en die info gaan we dan gebruiken (dus topic meer in media, dan ook meer ‘accessible’)

= het (korte-termijn) effect van een voorafgaande stimulus (bv media) op hoe we reageren op een volgende stimulus \n - het tijdselement is belangrijk om priming of te bakenen: korte-termijn \n - de effecten zijn dus tijdsgebonden MAAR ook uitdovend

→ een priming effect is in functie van ->intensiteit (frequentie of duur)

→ recentheid (uitdovend, niet chronisch toegankelijk)
62
New cards
attribute priming


Gaat ook de richting v/d mening kleuren bv vaak negatief gehoord over partij/politici -> grotere kans op +/- mening
63
New cards
network models


\-gaan ervan uit dat info in het geheugen wordt opgeslagen in de vorm van knooppunten en dat elk knooppunt een concept vertegenwoordigt \n -deze knooppunten zijn verbonden met gerelateerde knooppunten \n -elk knooppunt heeft een activeringsdrempel en als het activeringsniveau die drempelwaarde overschrijdt wordt het knooppunt geactiveerd

\-dit kan de activeringsniveaus van de ander associatieve knooppunten beïnvloeden die nu minder extra activering ndig hebben \n -een knooppunt zal na verloop van tijd verdwijnen als er geen extra activeringsbron aanwezig is -> terugkeren naar rusttoestand
64
New cards
intermediaire media


Interactie en invloed van verschillende massamedia op elkaar, verschillende mediakanalen beïnvloeden elkaar

* sociale normen, journalistieke tradities, ‘ground rules’
* hiërarchie in media bv NY Times
65
New cards
framing


=verwijst naar hoe info gepresenteerd wordt (een frame genoemd) beïnvloed hoe mensen die info verwerken

* frames zijn abstracties die een structuur aanbrengen in de betekenis die in boodschappen wordt gelegd
66
New cards
Attributietheorie


* van Heider *(sociologische roots framing, macro-benadering)*
* Complexe info versimpelen a.d.h.v. causale attributie. Dus door omgeving te interpreteren vanuit een oorzaak/gevolg verband wordt de complexiteit van informatie gereduceerd
* bv link zoeken tssn gedrag & potentiële oorzaak zoals persoonlijke / sociale factoren
67
New cards


**Frame analysis, primary frameworks**


* van Goffman *(sociologische roots framing, macro-benadering)*
* = relatief stabiele & sociaal gedeelde categoriesystemen die mensen gebruiken om nieuwe info te classificeren
* Relevantie van is 2 delig \n -sociaal-geconstrueerde categorieën voor infoverwerking \n -kapstokken om het publiek te beïnvloeden
68
New cards
Frames of reference


* Van Sherif *(psychologische roots framing, micro-theorie)*
* alle individuele oordelen en percepties vinden plaats binnen bep. ‘frames of reference’
* mogelijk om situaties te creëren waarin beoordeling van soc. situatie wordt weerspiegeld in perceptie & oordelen v/h individu
* men is niet bewust van interpretatiekader - je kan niet anders dan ze gebruiken
69
New cards
reference dependency


* Van Kahneman & Tversky *(psychologische roots framing, micro-theorie)*
* uit prospect theorie, werkten idee van Sherif verder uit
* Reference dependency, moet dus overeenkomen met bep. interpretatief schema dat kan worden opgewekt
* een perceptie is ‘referent dependant’ d.w.z. dat een deel v/d info anders geïnterpreteerd zal worden afh van interpretatief schema dat individu toepast
* verschillende schema’s kunnen worden opgeroepen door dezelfde boodschap
70
New cards
informatie effecten


* proces waarin mensen overtuigingen & impressies ontwikkelen over een probleem en zijn context \n
71
New cards
Persuasie effecten


* Persuasie vs framing effects
* = manier van inhoud voorstellen, attitudes in voorspelbare richting beïnvloeden
* intentioneel vs niet noodzakelijk
* aanvaarden persuasie boodschap vs interpretatie
* attitude effect (evaluatief) vs interpretatie effect (descriptief)
72
New cards
Two-step flow of communication


het tweestapscommunicatiemodel beschrijft het proces waarin informatie via opinieleiders (gefilterd) wordt doorgegeven aan individuen in hun persoonlijk netwerk
73
New cards
formele politiek


Kwesties die verband houden met politieke processen, instelling of actoren zoals politici, partijen of beleid
74
New cards


**Lifestyle / activisme gebaseerde politiek**


Breder; verwijzingen naar elke kwestie die als een collectieve aangelegenheid wordt beschouwd en die impact heeft op de bredere samenleving
75
New cards
platformfunctie-effect


Minder riskant om te delen op verhaal, \n Dus de functie waarvoor het platform wordt gebruikt heeft gevolgen (dus bv tijdelijk verhaal vs ‘permanente’ post)
76
New cards
superwoman ideaal


De drang om gelijktijdig uit te blinken in meerdere levensaspecten (succesvolle carrière, sociaal leven, hobby’s, gezin...)
77
New cards
frame package


Bestaat uit: \n -core frame (centraal idee) \n -framing devices (indicatoren vr herkenning frame bv afbeelding) -reasoning devices (conceptuele inhoud bv definitie)
78
New cards
rol overload


Te veel, werk, tijdsdruk, en bv deadlines m.a.w. de eisen zijn niet gelijk aan de middelen
79
New cards
cognitieve schema


Hoe individuen bep. info cognitief hebben opgeslagen / geïnterpreteerd
80
New cards
self-schema’s


Info & perceptie over onszelf
81
New cards
appearance schema’s


\-bij een focus op lichaam-uiterlijk \n -cognities over schoonheid (slank is mooi) \n -herinnering dat average/plus size modellen niet de norm zijn
82
New cards
body functionallity schema’s


\-bij focus lichaam – functionaliteit \n -cognities over wat men kan doen met het lichaam
83
New cards
personality schema’s




\-bij focus op persoonlijkheid v model \n -cognities over persoonlijkheid v/h model

\-schoonheid v andere karakteristieken v uiterlijk
84
New cards
Internationale cultivatie


Elk land heeft eigen historische, politieke, sociale, economische en culturele context (die door TV gereflecteerd wordt, TV-landschap) \n ->cultivatie (en mainstreaming)patronen variëren doorheen verschillende landen en culturen
85
New cards
Van Den Bulck (2004)
* recent resultaat uit cultivatie onderzoek betreft criminaliteit: om de relatie tssn blootstelling aan fictie

& angst voor criminateit te testen
* 3 competing models
86
New cards
The Cultivation Model


\-1 v/d 3 competing modeel van Van Den Bulck om de relatie tssn blootstelling aan fictie & angst voor criminateit te testen \n -dit is gwn cultivatie zoals we al gzn hebben
87
New cards
The Withdrawal hypothesis


* 1 v/d 3 competing modeel van Van Den Bulck om de relatie tssn blootstelling aan fictie & angst voor criminateit te testen
* = degene die bang zijn voor criminaliteit zullen bang zijn om hun huis te verlaten (en dus meer TV kijken)
88
New cards


**The mood management hypothesis**


* 1 v/d 3 competing modeel van Van Den Bulck om de relatie tssn blootstelling aan fictie & angst voor criminateit te testen
* =angstige mensen kijken meer criminaliteit om hun te helpen met het aankunnen van hun angst
89
New cards
social cognition theory


Deze theorie probeert de blackbox te onderzoeken die opereert tssn een stimilus (bv info, TV-boodschappen) en een respons (bv oordeel, de wereld is gevaarlijk) -gebaseerd op 2 principes \n ->heuristic / sufficiency principle

\->accessibility principle
90
New cards
First order model


=heuristic processing model of cultivation effects \n =applicability model
91
New cards
source discount


wanneer eerst mensen hun TV-gewoonten moeten invullen en daarna prevalentie v geweld moeten invullen worden ze geprimed en zullen ze TV verwerpen als bron en geen TV- exemplars gebruiken waardoor er geen cultivatie-effect zal plaatsvinden
92
New cards
Source priming verklaring


\-verklaring voor klein cultivatie-effect in onderzoek \n -als men publiek eerst TV-gewoonten laat invullen, wordt TV ‘verworpen’ als bron, geen TV-exemplars gebruiken -> geen cultivatie
93
New cards


**Involvement verklaring**


\-verklaring voor klein cultivatie-effect in onderzoek \n -heuristiek verwerken is nodig voor cultivatie waardoor involvement niet te hoog mag zien, want bij hoge motivatie wordt systematisch verwerkt
94
New cards
Tijdsdruk verklaring


\-verklaring voor klein cultivatie-effect in onderzoek \n -heuristiek verwerken is nodig voor cultivatie waardoor de mogelijkheid om info te verwerken ni te groot mag zijn, bij een lage tijdsdruk, zal er dus wel mogelijkheid zijn om systematisch te verwerken, waardoor geen cultivatie-effect
95
New cards
second order model


→ Gaat over overtuigen, attitudes en gedrag \n → hierbij is cultivatie als online beoordeling: tv beoordeling gebeurt TIJDENS het kijken

→ motivatie hoog + mogelijkheden hoog => cultivatie! (omgekeerd first order) \n → DUS tv kijken -> attitudes, overtuigingen, gedrag \n → condities verwerkingsmotivatie & -capaciteit hoog
96
New cards
Mental model


helpt ons om priming te verklaren (en ook langere termijn)

= een dynamische mentale representatie v/e situatie, gebeurtenis of object

→ eigenschappen \n → heeft temporele beperking maar deze zijn doorgaans iets losser

→ DUS verzameling v kennis over een probleem dat actoren, situaties en gebeurtenissen omvat. \n → wnr een mentaal model wordt geactiveerd door externe stimulus, wordt kennis in het model gesynthetiseerd om gevogtrekkingen, voorspelling en conclusies te maken -veranderlijk (mutable): flexibiliteit, componenten van het mentaal model zijn verwisselbaar

\-dynamisch: staat onder controle van gebruiker en kan worden gemanipuleerd om gevolgtrekkingen te genereren, verschillende scenario’s te testen of conclusies te trekken over info die al dan niet in tekst / situatie staat \n -tijdsgebonden, gecontextualiseerd: naarmate tijd verstrijkt, zullen specifieke modellen minder toepaspbaar zijn op huidige situatie. Mentaal model kan zelfs na paar dagen of weken worden toegepast DUS heel anders dan activatie van knooppunt in

netwerkmodel van het geheugen.
97
New cards
frequency


\- determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory \n Info die vaak geactiveerd wordt gaat ook het meest toegankelijk zijn in je geheug + vaak genoeg -> chronisch toegankelijk
98
New cards
recency


\-determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory

De recentheid v activatie (gisteren vs vorig jaar), hoe recenter hoe makkelijker om te herinneren
99
New cards
vividness


\-determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory \n -levendigheid: hoe levendiger, hoe meer geactiveerd in je geheugen, hoe meer je het gaat onthouden
100
New cards


**Associative network / spreading activation model**


\-determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory \n Verbondheid: onderliggende links van info in je geheugen dus als deel in de subset gaat geactiveerd worden gaat het ander kenmerk ook geactiveerd worden en toegankelijker zijn in je geheugen \n -DUS als de toegankelijkheid van een bep. construct stijgt, dan stijgt ook de toegankelijkheid van een nauw verwant construct