First level agenda setting
Media bepalen waarover we denken (niet wat we denken). Ze beïnvloeden de prominentie (salience) van onderwerpen op de publieke agenda. Onderwerpen strijden nl om prominentie, slechts enkele zijn succesvol. McComb & Shaw toonden dit aan met hun studie van de presidentverkiezingen in Chapel Hill, rangschikking van thema’s van onbesliste kiezers kwam overeen met prominentie in media.
Need for orientation (NFO)
geeft correcter beeld van variabiliteit in agenda setting
NFO is voorspeller van nieuwsconsumptie & modereert agenda setting
nood aan oriëntatie, achtergrondinfo bij een issue
relevantie 2. onzekerheid
hoe hoger NFO, hoe groter de kans dat een individu zich richt tot de agenda v/d massamedia en meer kans heeft om de salience van objecten en hun kenmerken uit de media agenda te reflecteren
2nd level agenda setting
= attribute salience / attribute priming. Er zijn verschillende kenmerken en verschillende prominentie. Welke kenmerken/topics van het issue krijgen klemtonen.
gain frame
focus op de voordelen van aangeraden gedrag
loss frame
Focus op nadelen van afgeraden gedrag
Accessibility effect
zaken die ons bezighouden, die sterk aanwezig zijn in het geheugen - agenda-setting
Applicability effect
frames bieden informatie, ideeën (of beelden) die toegepast kunnen worden op een bepaald issue, waardoor dit issue anders geïnterpreteerd kan worden
Frame building
hoe komen frames tot stand
legt de nadruk op factoren die de vestiging van frames in de smlv beïnvloeden: \n -nieuwsprodcutie (journalistieke normen) \n -politieke actoren \n -culturele context (cultural resonance, cultural stock of frames)
Frame contest
welke frames nemen de bovenhand, welke zijn dominant
cultural resonance
frames zullen altijd inspelen op wat er in de cultuur aanwezig is
synoniem= narrative fidelity
Frame setting
Entman
wat is de invloed van het frame? Framing als bepaalde voorspeller
gaat over applicability (toepasbaarheid, associaties)
een frame moedigt aan associaties te leggen tssn een issue & relevante bedenkingen over de definitie, oorzaak, gevolgen & oplossing van dit issue – Applicability ->assocaties lukt ni altijd -> er zijn ook kenmerken van publiek (bv bestaande schema’s)
Attributie van verantwoordelijkheid (Iyengar)
wanneer bepaalde kwesties gebracht worden in een frame van individueel niveau => verantwoordelijkheid bij deze individuen leggen (en niet bij de maatschappij)
Invloed op complexity of thoughts
combinatie van verschillende frames maken om zo mensen aan het denken te zetten
Invloed op evaluative processing style
in welke mate mensen zaken afwegen in hun keuze/meenemen in hun evaluatie
Kernidee Cultivatietheorie
Dit concept verwijst naar de onafhankelijke contributie dat TV-kijken maakt op de concepties v/d sociale realtiteit v/h publiek. Er is een verschil tussen de concepties van zware en lichte kijkers. Zware kijkers zullen sociale realiteit meer begrijpen zoals ze op tv is voorgesteld dan lichte tv kijkers, wat vervolgens zich uit in attitudes en gedrag
van Gerbner & Gross
Televisie wordt gezien als een systeem van boodschappen bedoeld voor grote en diverse publieken die dat op een niet-selectieve mnr consumeren.
bij een cultivatie analyse wordt gefocust op gehel systeem van boodschappen op lange termijn (en gevolgen hiervan)
Cultural Indicators Project
Cultivatieonderzoek dat het begrip 'cultivatietheorie' heeft gelanceerd (eerste onderzoeken hiernaar)
Institutional Process Analysis
strategie uit driedelige onderzoekstrategie van cultural indicators
analyse van mediaboodschappen (hoe ze geproduceerd worden) en wat de rollen van verschillende kanalen/adverteerders/... hierbinnen zijn
Message System Analysis
strategie uit driedelige onderzoekstrategie van cultural indicators
inhoudsanalyse, kijken naar wat er precies getoond wordt aan het publiek (zoeken naar bepaalde patronen, dominante onderwerpen,...)
Cultivation Analysis
strategie uit driedelige onderzoekstrategie van cultural indicators
kijken naar de percepties van het publiek over de wereld + deze vergelijken met het televisiegebruik van de individuen
cultivation differential
er wordt gekeken naar het verschil van antwoorden tussen de lichte en de zware kijkers
Mainstreaming
binnen cultivatie theory belangrijk: Zwaar tv kijken kan leiden tot het absorberen of het uitbalanceren van verschillen in perspectieven en gedrag die origineel ontstaan zijn uit andere factoren en invloeden.
Resonance
cultivatie-effect
d.w.z. dat personen meer beïnvloed zijn door inhouden die een match hebben met bestaande overtuigingen.
Wnr mensen info v/d media zien die consistent is met hun eigen ervaringen kan de combinatie resulteren in een coherente en krachtige dubbelbasis van de televisieboodschap + de cultivatie aanzienlijk stimuleren
bv sterkere cultivatie bij slachtoffers + personen uit wijken met veel criminaliteit m.b.t. Mean World Syndrome
de congruentie tussen wat er te zien is op televisie en in de realiteit
Double-dose effect
de som van twee elementen zorgt voor een nog groter effect
Heuristic/sufficiency principle
welke informatie wordt gebruikt? Juist datgene dat mensen nodig hebben. Motivation + capaciteit belangrijke beïnvloedende factoren.
simulation heuristic
zich kunnen voorstellen dat iets gebeurd / voorbeeld kunnen
availability heuristic
als de info top of mind is => toegankelijker
Accessibility principle
mensen gebruiken bij het maken van beoordelingen de informatie die het meest toegankelijk is (toegankelijkheid wordt bepaald door onze mediablootstelling)
Heuristic processing model of cultivation effects / accessibility model/ first order model
Televisiekijken verhoogt de toegankelijkheid van informatie
First order effecten zijn gebaseerd op geheugen & volgen heuristieken
→ toegankelijkheid medieert het cultivatie-effect→ TV exemplars worden niet afgeschreven (alleen in no-priming condition) ->motivatie om info te verwerken modereert cultivatie-effect -mogelijkheid om info te verwerken modereert cultivatie-effect →zijn allemaal conditionele grenzen van cultivatie-effect →slechts 1 pad leidt tot cultivatie-effect → moet heuristiek verwerken DUS motivatie/ability laag + no source discount
→ condities; verwerkingsmotivatie & -capaciteit laag + TV beoordelen meenemen
Symbolizing capability
We kunnen ons iets voorstellen dat er niet noodzakelijk is, geweest of ooit zal zijn & mogelijkheid om symbolen te creëren en symbolen af te leiden uit de omgeving. Als we iets observeren, vertalen we dit in onze gedachten naar symbolen.
Self-regulatory capability
Zelfregulering van motivatie, gevoelens en gedrag naargelang eigen waarden en normen. Positieve gedragingen maximaliseren door observationeel leren.
Discrepancy production
ze voegen agency toe. Ze gaan er vanuit dat mensen pro-actief handelen en doelen willen bereiken, ze willen zichzelf beter maken.
→ dit behoort tot self-regulatory capability
→ productieve (pro-actieve) controle \n → doelen voorop stellen & al onze skills aan het werk zetten om doel te behalen
Discrepancy reduction
discrepantie tussen ons gedrag en doelen die we gesteld hebben. Willen deze discrepantie reduceren. Motivatie om gedrag te stellen: weg willen van ongewenste situatie
→ dit behoort tot self-regulatory capability \n → reactieve controle \n → verschil tussen eigen gedrag & idealen zetten skills aan om verschil te reduceren
→ reactief, want pas na het vaststellen zet je alles in werking
Self-reflective capability
ons eigen gedrag evalueren om te kijken of het overeenkomt met de cognitieve voorstelling van het gedrag
(enactive, vicarious, social en logical verification)
Efficacy beliefs
overtuiging wel of niet iets te kunnen
Vicarious capability
We kunnen ons inleven in anderen & Zijn in staat om te denken "Wat als mij dit zou overkomen?"
Vicarious motivators
motivatie halen uit de gedragsuitkomst van anderen (verwachting)
transgressive conduct
immoreel & ongewenst gedrag
Social sanctions
mensen gaan zichzelf reguleren (en het gedrag niet vertonen) omdat ze denken dat dit hun een sociaal nadeel zal opleveren
Self sanctions
bepaald gedrag niet doen omdat het niet overeenkomt met je eigen morele waarden en normen
moral justification
rechtvaardigen waarom gedrag gesteld wordt
exonerative comparison
zichzelf vrijspreken om bepaald gedrag te stellen, want als je het niet stelt wordt het net erger
euphemistic languageniveau
taal gebruiken om het minder erg te maken
attribution of blame
slachtoffer verkrachting zelf schuld ervoor geven
retention
transformeren en structureren van info in codes
motor reproduction
vertalen van symbolische modellen naar gedrag/actie. Je moet fysiek in de mogelijkheid zijn om dit gedrag te stellen
Displacement of responsiblitiy
jezelf niet als verantwoordelijk achten, iemand anders is verantwoordelijk
Diffusion of responsibility
jezelf inbedden in groep, het was een collectieve beslissing, je bent niet verantwoordelijk, minder verantwoordelijk doen voelen (diffusion)
4 hoekstenen social cognitive theory
agency
capability
vicarious learning
self-efficacy
enactive verification
gedrag uitvoeren => is er een match tussen wt ik dacht dat het opleverde en wat het effectief oplevert?
social verification
gedachten aftoetsen van anderen
logical verification
fouten proberen te achterhalen & bijwerken in onze gedachten
abstract modeling
niet gelijk aan imiteren, higher level learning: gedrag niet meteen geobserveerd maar wel wat er op lijkt
3 stappen; generieke eigenschappen afleiden uit gedragingen, die info in regels gieten, die regels gebruiken om nieuw gedrag te stellen
vicarious emotional learning
emoties overnemen van anderen
limited effects perspective
1940/1960 -> Lazarsfeld \n De effecten van media zijn beperkt. Media heeft zo goed als geen invloed op ons denken en doen → media blootstelling zo goed als geen effect op politiek stemgedrag
Magic Bullet theory
passief publiek, publiek reageert op dezelfde manier, media heeft direct werking (1 effect)
Falsifieerbaarheid
het openstaan voor ontkrachting. Dus als je een hypothese opstelt, moet deze hypothese falsifieerbaar zijn. Je moet dus de mogelijkheid hebben om jouw hypothese te ontkrachten.
mass self-communication
Dit wil zeggen dat media-inhoud geen 1-richtingsverkeer meer is, maar dat er ook self- generated media effects bestaan zowel direct (bv posting a photo) als indirect (comments from others). Er moet zowel gefocus worden op receptie- als productieproces.
Selectieve perceptie
alternatieve verklaring voor bevindingen van McComb & Shaw → individuen minimaliseren hun blootstelling aan niet-bevestigende info & maximaliseren hun blootstelling aan bevestigende info
obtrusive issues
Issues die we persoonlijk ervaren
unobtrusive issues
Issues waarmee we niet in ons dagelijks leven in aanraking komen maar bv via de media -> als je weinig direct confrontatie hebt, oefent media grotere invloed uit!
priming
Als we mening moeten vormen; kijken we naar info in ons hoofd ‘most accessible’ en die info gaan we dan gebruiken (dus topic meer in media, dan ook meer ‘accessible’)
= het (korte-termijn) effect van een voorafgaande stimulus (bv media) op hoe we reageren op een volgende stimulus \n - het tijdselement is belangrijk om priming of te bakenen: korte-termijn \n - de effecten zijn dus tijdsgebonden MAAR ook uitdovend
→ een priming effect is in functie van ->intensiteit (frequentie of duur)
→ recentheid (uitdovend, niet chronisch toegankelijk)
attribute priming
Gaat ook de richting v/d mening kleuren bv vaak negatief gehoord over partij/politici -> grotere kans op +/- mening
network models
-gaan ervan uit dat info in het geheugen wordt opgeslagen in de vorm van knooppunten en dat elk knooppunt een concept vertegenwoordigt \n -deze knooppunten zijn verbonden met gerelateerde knooppunten \n -elk knooppunt heeft een activeringsdrempel en als het activeringsniveau die drempelwaarde overschrijdt wordt het knooppunt geactiveerd
-dit kan de activeringsniveaus van de ander associatieve knooppunten beïnvloeden die nu minder extra activering ndig hebben \n -een knooppunt zal na verloop van tijd verdwijnen als er geen extra activeringsbron aanwezig is -> terugkeren naar rusttoestand
intermediaire media
Interactie en invloed van verschillende massamedia op elkaar, verschillende mediakanalen beïnvloeden elkaar
sociale normen, journalistieke tradities, ‘ground rules’
hiërarchie in media bv NY Times
framing
=verwijst naar hoe info gepresenteerd wordt (een frame genoemd) beïnvloed hoe mensen die info verwerken
frames zijn abstracties die een structuur aanbrengen in de betekenis die in boodschappen wordt gelegd
Attributietheorie
van Heider (sociologische roots framing, macro-benadering)
Complexe info versimpelen a.d.h.v. causale attributie. Dus door omgeving te interpreteren vanuit een oorzaak/gevolg verband wordt de complexiteit van informatie gereduceerd
bv link zoeken tssn gedrag & potentiële oorzaak zoals persoonlijke / sociale factoren
Frame analysis, primary frameworks
van Goffman (sociologische roots framing, macro-benadering)
= relatief stabiele & sociaal gedeelde categoriesystemen die mensen gebruiken om nieuwe info te classificeren
Relevantie van is 2 delig \n -sociaal-geconstrueerde categorieën voor infoverwerking \n -kapstokken om het publiek te beïnvloeden
Frames of reference
Van Sherif (psychologische roots framing, micro-theorie)
alle individuele oordelen en percepties vinden plaats binnen bep. ‘frames of reference’
mogelijk om situaties te creëren waarin beoordeling van soc. situatie wordt weerspiegeld in perceptie & oordelen v/h individu
men is niet bewust van interpretatiekader - je kan niet anders dan ze gebruiken
reference dependency
Van Kahneman & Tversky (psychologische roots framing, micro-theorie)
uit prospect theorie, werkten idee van Sherif verder uit
Reference dependency, moet dus overeenkomen met bep. interpretatief schema dat kan worden opgewekt
een perceptie is ‘referent dependant’ d.w.z. dat een deel v/d info anders geïnterpreteerd zal worden afh van interpretatief schema dat individu toepast
verschillende schema’s kunnen worden opgeroepen door dezelfde boodschap
informatie effecten
proces waarin mensen overtuigingen & impressies ontwikkelen over een probleem en zijn context \n <-> framing effect, wnr een zin/beeld/statement een bep. betekenis gaat SUGGEREREN
onmogelijke frame te issueleren van inhoud
in packages van info vormt frame het verbindend element
bij nieuw issue zijn info & frames nodig
Persuasie effecten
Persuasie vs framing effects
= manier van inhoud voorstellen, attitudes in voorspelbare richting beïnvloeden
intentioneel vs niet noodzakelijk
aanvaarden persuasie boodschap vs interpretatie
attitude effect (evaluatief) vs interpretatie effect (descriptief)
Two-step flow of communication
het tweestapscommunicatiemodel beschrijft het proces waarin informatie via opinieleiders (gefilterd) wordt doorgegeven aan individuen in hun persoonlijk netwerk
formele politiek
Kwesties die verband houden met politieke processen, instelling of actoren zoals politici, partijen of beleid
Lifestyle / activisme gebaseerde politiek
Breder; verwijzingen naar elke kwestie die als een collectieve aangelegenheid wordt beschouwd en die impact heeft op de bredere samenleving
platformfunctie-effect
Minder riskant om te delen op verhaal, \n Dus de functie waarvoor het platform wordt gebruikt heeft gevolgen (dus bv tijdelijk verhaal vs ‘permanente’ post)
superwoman ideaal
De drang om gelijktijdig uit te blinken in meerdere levensaspecten (succesvolle carrière, sociaal leven, hobby’s, gezin...)
frame package
Bestaat uit: \n -core frame (centraal idee) \n -framing devices (indicatoren vr herkenning frame bv afbeelding) -reasoning devices (conceptuele inhoud bv definitie)
rol overload
Te veel, werk, tijdsdruk, en bv deadlines m.a.w. de eisen zijn niet gelijk aan de middelen
cognitieve schema
Hoe individuen bep. info cognitief hebben opgeslagen / geïnterpreteerd
self-schema’s
Info & perceptie over onszelf
appearance schema’s
-bij een focus op lichaam-uiterlijk \n -cognities over schoonheid (slank is mooi) \n -herinnering dat average/plus size modellen niet de norm zijn
body functionallity schema’s
-bij focus lichaam – functionaliteit \n -cognities over wat men kan doen met het lichaam
personality schema’s
-bij focus op persoonlijkheid v model \n -cognities over persoonlijkheid v/h model
-schoonheid v andere karakteristieken v uiterlijk
Internationale cultivatie
Elk land heeft eigen historische, politieke, sociale, economische en culturele context (die door TV gereflecteerd wordt, TV-landschap) \n ->cultivatie (en mainstreaming)patronen variëren doorheen verschillende landen en culturen
Van Den Bulck (2004)
recent resultaat uit cultivatie onderzoek betreft criminaliteit: om de relatie tssn blootstelling aan fictie
& angst voor criminateit te testen
3 competing models
The Cultivation Model
-1 v/d 3 competing modeel van Van Den Bulck om de relatie tssn blootstelling aan fictie & angst voor criminateit te testen \n -dit is gwn cultivatie zoals we al gzn hebben
The Withdrawal hypothesis
1 v/d 3 competing modeel van Van Den Bulck om de relatie tssn blootstelling aan fictie & angst voor criminateit te testen
= degene die bang zijn voor criminaliteit zullen bang zijn om hun huis te verlaten (en dus meer TV kijken)
The mood management hypothesis
1 v/d 3 competing modeel van Van Den Bulck om de relatie tssn blootstelling aan fictie & angst voor criminateit te testen
=angstige mensen kijken meer criminaliteit om hun te helpen met het aankunnen van hun angst
social cognition theory
Deze theorie probeert de blackbox te onderzoeken die opereert tssn een stimilus (bv info, TV-boodschappen) en een respons (bv oordeel, de wereld is gevaarlijk) -gebaseerd op 2 principes \n ->heuristic / sufficiency principle
->accessibility principle
First order model
=heuristic processing model of cultivation effects \n =applicability model
source discount
wanneer eerst mensen hun TV-gewoonten moeten invullen en daarna prevalentie v geweld moeten invullen worden ze geprimed en zullen ze TV verwerpen als bron en geen TV- exemplars gebruiken waardoor er geen cultivatie-effect zal plaatsvinden
Source priming verklaring
-verklaring voor klein cultivatie-effect in onderzoek \n -als men publiek eerst TV-gewoonten laat invullen, wordt TV ‘verworpen’ als bron, geen TV-exemplars gebruiken -> geen cultivatie
Involvement verklaring
-verklaring voor klein cultivatie-effect in onderzoek \n -heuristiek verwerken is nodig voor cultivatie waardoor involvement niet te hoog mag zien, want bij hoge motivatie wordt systematisch verwerkt
Tijdsdruk verklaring
-verklaring voor klein cultivatie-effect in onderzoek \n -heuristiek verwerken is nodig voor cultivatie waardoor de mogelijkheid om info te verwerken ni te groot mag zijn, bij een lage tijdsdruk, zal er dus wel mogelijkheid zijn om systematisch te verwerken, waardoor geen cultivatie-effect
second order model
→ Gaat over overtuigen, attitudes en gedrag \n → hierbij is cultivatie als online beoordeling: tv beoordeling gebeurt TIJDENS het kijken
→ motivatie hoog + mogelijkheden hoog => cultivatie! (omgekeerd first order) \n → DUS tv kijken -> attitudes, overtuigingen, gedrag \n → condities verwerkingsmotivatie & -capaciteit hoog
Mental model
helpt ons om priming te verklaren (en ook langere termijn)
= een dynamische mentale representatie v/e situatie, gebeurtenis of object
→ eigenschappen \n → heeft temporele beperking maar deze zijn doorgaans iets losser
→ DUS verzameling v kennis over een probleem dat actoren, situaties en gebeurtenissen omvat. \n → wnr een mentaal model wordt geactiveerd door externe stimulus, wordt kennis in het model gesynthetiseerd om gevogtrekkingen, voorspelling en conclusies te maken -veranderlijk (mutable): flexibiliteit, componenten van het mentaal model zijn verwisselbaar
-dynamisch: staat onder controle van gebruiker en kan worden gemanipuleerd om gevolgtrekkingen te genereren, verschillende scenario’s te testen of conclusies te trekken over info die al dan niet in tekst / situatie staat \n -tijdsgebonden, gecontextualiseerd: naarmate tijd verstrijkt, zullen specifieke modellen minder toepaspbaar zijn op huidige situatie. Mentaal model kan zelfs na paar dagen of weken worden toegepast DUS heel anders dan activatie van knooppunt in
netwerkmodel van het geheugen.
frequency
- determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory \n Info die vaak geactiveerd wordt gaat ook het meest toegankelijk zijn in je geheug + vaak genoeg -> chronisch toegankelijk
recency
-determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory
De recentheid v activatie (gisteren vs vorig jaar), hoe recenter hoe makkelijker om te herinneren
vividness
-determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory \n -levendigheid: hoe levendiger, hoe meer geactiveerd in je geheugen, hoe meer je het gaat onthouden
Associative network / spreading activation model
-determinant van toegankelijkheid uit social cognition theory \n Verbondheid: onderliggende links van info in je geheugen dus als deel in de subset gaat geactiveerd worden gaat het ander kenmerk ook geactiveerd worden en toegankelijker zijn in je geheugen \n -DUS als de toegankelijkheid van een bep. construct stijgt, dan stijgt ook de toegankelijkheid van een nauw verwant construct