Surrealisme

Flashcards over het surrealisme en kunstenaars zoals Salvador Dalí, Joan Miró en René Magritte.

Waar is het surrealisme ontstaan?

Frankrijk (André Breton)

Wanneer ontstond het surrealisme?

1924 (einde dadaïsme) tot 1939

Wie waren de inspiratiebronnen voor het surrealisme?

André Breton (Franse schrijver) en Sigmund Freud (psychoanalyse)

Wat is een gelijkenis tussen surrealisme en dadaïsme?

Beide werken rond spontane en soms absurde associaties.

Wat zijn verschillen tussen surrealisme en dadaïsme?

Dadaïsme breekt de materialistische wereld af, terwijl surrealisme een denkbeeldige wereld opbouwt. Dadaïsme zoekt vernietiging, terwijl surrealisme bevrijding van de menselijke geest zoekt.

Ecriture automatique (literair)

Het neerpennen van gedachten zonder tussenkomst van het verstand.

Automatisme (beeldende kunst)

Tekenen/schilderen van spontane en vrije associaties, vaak geïnspireerd door dromen, om het onderbewustzijn weer te geven.

Kenmerken van het surrealisme

Onverwachte en verrassende combinaties, realistische stijl, onderbewustzijn en dromen als inspiratie (met seksuele driften).

Salvador Dalí (1904-1989)

Geboren in Figueras, Spanje. Ontmoette Gala, zijn muze en latere vrouw. Vluchtte uit Frankrijk naar de VS tijdens het nazisme.

Dalí's vroege periode (1917-1928)

Landschappen in de buurt van Cadaqués en Figueras, verwantschap met fauvisme, kubisme en impressionisme.

Dalí's surrealistische periode (1929-1940)

Angsten en fantasieën staan centraal, fotografische stijl, symboliek (seksualiteit, dood, voedsel), toeval.

Dalí's klassieke, academische periode (1941-1989)

Conflict met surrealisme vanwege commerciële ingesteldheid, invloed van Italiaanse renaissance en katholieke godsdienst, periode in de Verenigde Staten tijdens WOII.

Typische kenmerken van Dalí

Gala, illusie, droomlandschap, ongewone combinaties, vervorming, symbolen (dood en erotiek).

Dalí's techniek

Paranoïde-kritische transformatiemethode.

Inspiratie Dali - Ruimte Mae West

Actrice Mae West, erotiek, ongewone combinaties, illusie.

Joan Miró (1893-1983)

Nauwe band met Catalonië, inspiratie uit kindertekeningen, herinneringen, fantasie. Ziet zichzelf niet als surrealist.

Miró's vroege fase

Jeugdherinneringen en boerderij van grootouders, invloed van kubisme, fauvisme.

Miró's surrealistische periode

Spelen met illusie en hervormingen, inspiratie: kindertijd, fantasie.

Invloed Miró - Man en vrouw voor een berg stoelgang

fauvisme, Spaanse Burgeroorlog en WO II, expressie.

Waarom had Miro hallucinaties?

Honger.

Iconografie Miró - Carnaval van harlekijn

Harlekijn met gat in de maag (symbool honger), automaat met gitaar, insect met dobbelsteen, verklede katten, ladder (spirituele reis), raam met Eifeltoren.

Stijl van Miró

Heldere kleuren, scherpe contouren, redelijk egale achtergrond, abstractere motieven.

René Magritte (1898-1967)

Belgische kunstenaar, zelfmoord moeder had diepe indruk, bekend in reclame.

Welke algemene kenmerken van surrealisme zijn zichtbaar in Magritte's werk?

Zeer realistisch/fotografische stijl, verrassende combinatie (spiegel), inspiratie fantasie.

Wat is er niet strikt surrealistisch aan Magritte?

Schildert geen dromen, maakt het alledaagse raadselachtig/bedrieglijk.

Kenmerken van Magritte's werk:

Taalschilderijen (tekst, vaak poëtisch), metamorfoses (gedaanteverandering), combinatietechnieken (ongewone combinaties).

Taalschilderijen van Magritte

Voorziet zijn werk van tekst (vaak poëtisch), zet toeschouwer tot nadenken.

Magritte Metamorfoses:

Voorwerpen of lichamen gaan een gedaanteverandering aan.

Magritte Combinatietechnieken:

Voorwerpen isoleren van hun functie of context en daarna weer samenvoegen. Gevolg: ongewone combinatie met raadselachtig effect

Dora Maar (1907-1997)

Franse kunstenares, fotografie, schilderkunst en dichteres, extreme close-ups, onverwachte fotomontages en collages.

Link Dora Maar en Picasso

Muze en partner van Picasso. Eén van de weinigen die het atelier van Picasso binnen mocht tijdens het maken van ‘Guernica’.