1.3.1. Je survole

een liefde

un amour

de aantrekkingskracht

l'attirance

een schoonvader

un beau-père

een schoonbroer

un beau-frère

een schoonmoeder

une belle-mère

een schoonzus

une belle-soeur

een nood

un besoin

een schoondochter

une bru

een vrijgezel

un(e) célibataire

de verandering

le changement

de woede

la colère

het vertrouwen

la confiance

een kennis

une connaissance

liefde op het eerste gezicht

un coup de foudre

een onevenwicht

un débalancement

een uitdaging

un défi

de afkeer

le dégoût

de toewijding

le dévouement

een mislukking

un échec

een gevoel

une émotion

de kern

l'essentiel

de opgewondenheid

l'excitation

een aanvulling

une extension

een element

un facteur

de trouw(heid)

la fidélité

mijn schoonzoon

un gendre

een waarde, een belangrijkheid

une importance

een onbekende

un(e) inconnu(e)

een belang

un intérêt

de vreugde

la joie

een band

un lien

een nicht

une nièce

een neef

un neveu

de verdeling, het delen

le partage

partner

un partenaire

de angst

la peur

een openingszin

une phrase d'accroche

de bescherming

la protection

een reden

une raison

troost

un réconfort

een relatie

une relation

eerbied, respect

le respect

een opoffering

un sacrifice

de bron

une source

verbazing

la surprise

droefheid

la tristesse

een zin,een waarde

une valeur

geen enkele

aucun(e)

angstig

anxieux

geladen

chargé

innemend

charmant

verontwaardigd

dégoûté

doorslaggevend

déterminant

duurzaam

durable

misselijk

écoeuré

bang, bevreesd

effrayé

verbaasd

étonné

uitgeput

épuisé

kwaad

fâché

moe

fatigué

onzichtbaar

invisible

gezond

sain

temmen

apprivoiser

beschouwen

considérer

flirten

draguer

omhelzen

embrasser

verrijken

enrichir

onderhouden

entretenir

niet weten, negeren

ignorer

binden, naar elkaar brengen

lier

aanhouden, volharden

persister

verbinden

relier

voelen, ervaren

ressentir

opofferen

sacrifier

bekoren, verleiden

séduire

scheiden

séparer

betekenen

signifier

lange termijn

à long terme

vroeger

dans l'époque

in staat zijn

être capable de

voor altijd zijn

être à tout jamais

ontsnappen

passer à travers

de homohaat

l'homophobie (f.)

een regenboogvlag

un drapeau arc-en-ciel

een taboe

un tabou

het leed, de ellende

la détresse

een openbaring, ontdekking

une révélation

het vak

une case

de seksuele voorkeur

une orientation sexuelle

een belediging

une injure

de strijd

une lutte

de bondgenoot

un/une allié(e)

beschaamd

embarrassé

vaag

flou

onoverkomelijk

insurmontable

gelijk

égal

homofoob (haat tegen homo's)

homophobe

transgender

trans(genre)

homo(seksueel)

homo(sexuel)

bi(seksueel)

bi(sexuel)