maggiore
groter, grootst/meer, meest/hoger, hoogst/ouder, oudste
magro
mager
il maiale
varken
la mancia
fooi
mandare
(ver)sturen, (ver)zenden
la marmellata
jam
massimo
grootst, maximum-, uiterst, hoogst
il materiale
materiaal, materieel
il matrimonio
huwelijk, bruiloft
la medicina
geneeskunde, medicijn
il medico
dokter/arts, dokters-
medio
midden-, middle-, gemiddeld
meglio
beter, best, beste
mentre
terwijl
il mercato
markt
il messaggio
boodschap, bericht
il mestiere
ambacht, vak, beroep
la metà
helft, half
il metallo
metaal
il metro
meter, metro
mettere
leggen, zetten, doen op/in
migliore
beter, beste
il migrante, emigrante
migrant, emigrant
il minerale
mineraal
la minestra
soep
minimo
minimum, minst, kleinst, laagst
il ministro/la ministra
minister
minore
minder/minst, kleiner/kleinst, jongere/jongst
(il) mobile
meubel, bewegend
la moda
mode
la moneta
munt, munteenheid, kleingeld/muntgeld
il monumento
monument
morbido
zacht
morire
doodgaan, sterven
il motivo
motief, beweegreden, reden, aanleiding
la mozzarella
mozzarella
muovere
bewegen
il musulmano, la musulmana
moslim, moslima
nascere
geboren worden
nascondere
verstoppen, verbergen
la natura
natuur
la nebbia
mist
necessario
nodig, noodzakelijk
il nemico
vijand, vijandig
nessuno
niemand, geen enkel(e)
il/la nipote
neef/nicht, kleinzoon/kleindochter
la noia
verveling
nono
negende
nord
noord, noordelijk, noorden
la notizia
mededeling, nieuws, bericht
nulla
niets
la nuvola
wolk
odiare
haten
offire
aanbieden, bieden
l’oggetto
voorwerp, object, onderwerp
ogni
ieder, elk
l’olio
olie
l’ombra
schaduw
l’opera
daad, werk, opera
l’operazione
operatie
l’opinione
mening, opinie
ordinare
ordenen, bevel geven tot, bestellen
l’orecchio
oor
organizzare
organiseren
l’oro
goud
orribile
vreselijk, afschuwelijk
l’ospite
gast
ottavo
achtste
ottimo
uitstekend, heerlijk
l’ovest
westen, west-
pace
vrede, rust
la pagina
pagina/bladzijde
il paio
paar, stel
papa
paus
il parco
park
parecchio
vrij veel, behoorlijk wat, meerdere
il parlamento
parlement
il parmigiano
Parmezaans, Parmezaan, parmezaanse kaas/parmezaan
la parte
deel, gedeelte, portie
partecipare
deelnemen aan/in, meedoen aan
particolare
bijzonder, speciaal
il partito
partij, politieke partij
passare
doorgaan/verder gaan, voorbijgaan/passeren, doorbrengen/verblijven, doorgeven
il passo
stap, pas
la pausa
pause, rust
il pazzo, la pazza
gek, dwaas
peggio
slechter/slechtste, erger/ergste
peggiore
slechter/slechtste, erger/ergste
il pensiero
gedachte, denkbeeld
la pensione
pensioen
il pepe
peper
il dpeperoncino
Spaanse peper, cayennepeper, chilipeper
perciò
daarom
perdere
verliezen, kwijtraken
il pericolo
gevaar
la periferia
periferie, buitenwijk
pesante
zwaar
pezzo
stuk, (hele) poos/tijdlang
piacere
bevallen, behagen, houden van, plezier
piangere
huilen, betreuren