2. Actua: Catastrophes naturelles (voc.)

Une catastrophe naturelle

Een natuurramp

Des intempéries (f)

Slechte weersomstandigheden, noodweer

Un orage

Een onweer

Une tempête

Een storm

Une inondation

Een overstroming

Inonder

Overstromen

Un incendie

Een brand

Un tremblement de terre

Een aardbeving

La sécheresse

De droogte

Sec, sèche

Droog

Doux, douce

Zacht

Chaud

Warm

Froid

Koud

Sécher

Drogen

Une canicule

Een hittegolf

Une éruption volcanique

Een vulkaanuitbarsting

Un phénomène

Een fenomeen

Un feu

Een vuur

Un vent

Een wind

L’eau (f)

Het water

La pluie

De regen

La chaleur

De warmte

Le froid

De koude

La terre

De aarde

Un éclair

Een bliksem

Un tonnerre

Een donder

Le temps

Het weer

Une bourrasque

Een wervelwind

Une rafale

Een windstoot

Un ouragan

Een orkaan

Une brise

Een briesje

Le ciel

De hemel

Une averse

Een regenbui

Une ondée

Een stortbui

Un déluge

Een zondvloed

Un climat

Een klimaat

Une saison

Een seizoen

Des précipitations (f)

Neerslag

Un écart de température

Een temperatuurverschil

Une lutte

Een strijd

Lutter

Strijden

Une flamme

Een vlam

Une progression

Een vooruitgang

Bouger

Bewegen

Brûler

Branden

Détruire (pa.pa. = détruit)

Vernietigen

Disparaître (pa.pa. = disparu)

Verdwijnen

Pleuvoir (IP = il pleut; PC = il a plu)

Regenen

Périr (conjugué avec avoir <=> mourir: avec être)

Omkomen, sterven

Violent

Hevig

Fort

Sterk

Faible

Zwak

Brûlant

Heet

Glacial

Ijskoud

Frais, fraîche

Fris

Torride

Snikheet

Léger, légère

Licht

Nuageux, nuageuse

Bewolkt

Ensoleillé

Zonnig

Partiellement couvert

Deels bewolkt

Bas, basse

Laag

Dégagé

Wolkenloos

Brumeux, brumeuse

Nevelig

Gros, grosse

Dik

Fin

Fijn

Équatorial

Evenaars-

Tropical

Tropisch

Continental

Continentaal, land-

Désertique

Woestijn-

Polaire

Pool-

Humide

Vochtig, nat

Rare

Zeldzaam

Régulier, régulière

Regelmatig

Abondant

Overvloedig

Élevé

Hoog

Rigoureux, rigoureuse

Streng

Gigantesque

Gigantisch, zeer groot

Énormément (de)

Heel veel

Trop (de)

Te veel

Grièvement + blessé

Ernstig + gewond

Suite à (au/ à la/ aux) + substantif

Ten gevolge van

À cause de (du / de la/ des) + substantif

Door

Tellement (de) … que

Zo (veel) … dat

Par conséquent

Bijgevolg

Il fait chaud/ froid/ …

Het is warm/ koud/ …