Chemie: thema 3

ionbinding

1,6-3,3

polaire covalent binding

0,4-1,-6

apolaire covalente binding

0-0,4

Metaalbinding

m+m, 0

verschil binding verbinding

binding = tussen atomen

$verbinding = molecuul

intramoleculaire

chemische binding in verbinding

intermoleculaire

tussen moleculen

Hoger intermoleculaire kracht = hoger smelt of kook temp

• dispersiekracht

• Dipoolkracht

  • Waterstofbruggen

iondispersiekracht

tijdemlijek dipool door beweging elektronen

• meer e of grotere moleculen = grotere kracht

  • Gelijke e is vorm belangerijk

Dipool

tusse”n polaire moleculen

Groter delta en = groter kracht

waterstofbrugkracht

tussen h en nof > kleinste atomen

io-ionkracht

zeer sterk en vast

In ionverbinding

Oplosbaarheid

soort zoekt soort

Poalire niet ioniseren = niet elektrolyt

Polaire wel ioniseren (zuren/basen) = wel elektrolyr somigge sterker als anderen

• sterke zuren alles opgelost ioniseert

  • Zwakke zuren niet alles opgelost ioniseert

ion-dipoolkracht

tussen watermoleculen en ionen van ionrooster

Als groter als ion-ionkracht volledig oplossen door dissociastie

materiaalkunde

structuur

Eigenschappen

Toepassingen

technische ontwerpprocessen

probleem > oplossing zoek

Onderzoek: wetenschappers > kennis uitbreiden

Ontwerp: ingenieurs > ontwerp voorstellen

Interactief processi

nteractief process

voortdurend herhalen en aanpassen, om beste oplossen tot problmeen te komen.

Duurzaamheid

grondstoffen

Afvalproductie

• eindproduct

• Tijdens productie

Productieprosec

• energiezuinig

groene chemie

impact op milleu en volksgezondheid verminderen

circulaire chemie

afval zo laag mogelijk houden

• herbruikt kunne worden

  • Omgezet kunne worden voor andere grodnnstoffen

cradle to grave

levenscyclys van materialen