1/77
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
mixed methods
vanaf begin in iedere fase kwali en kwanti methoden gebruiken
2 vormen van triangulatie in onderzoek
verschillende kwalitatieve methoden i.c.m. elkaar
kwali en kwanti methoden combineren
theoretisch kader van kwalitatief
constructivisme
theoretisch kader van kwantitatief
positivisme
presentisme
met de ogen van nu kijken naar het verleden
pluralisatie van leefwerelden
kwalitatief onderzoek is nodig voor inzoomen op verschillende subgroepen
kwalitatief onderzoek
cyclisch. je mag de hele tijd je plan veranderen. gebruikt data om theorie te maken
kwantitatief onderzoek
je houdt je aan het oorspronkelijke plan. gebruikt theorie om data te maken
3 theoretische kaders
symbolisch interactionisme
etnomethodologie
structuralisme
theoretisch kader: symbolisch interactionisme
subjectieve belevingen van een individu
theoretisch kader: etnomethodologie
bestudering van interactie. dagelijks leven bestuderen. discourse analyse
discourse analyse
je kijkt naar de taal die mensen onderling gebruiken om fenomenen te omschrijven
theoretisch kader: structuralisme
onbewuste structuren die ten grondslag liggen aan sociale verschijnselen.
5 onderzoeksmethoden
grounded theory
etnomethodologie
narratieve studies
etnografisch onderzoek
hermeneutiek
onderzoeksmethode: Grounded theory
theorie ontwikkelen
onderzoeksmethode: etnomethodologie
conversatie analyse
onderzoeksmethode: narratieve studies
je laat de participant vertellen
onderzoeksmethode: etnografisch onderzoek
participerend observeren. Je gaat op in de groep en doet mee.
onderzoeksmethode: hermeneutiek
leer van interpretatie
3 soorten data
verbale data
data beyond talk
bestaande data
5 onderzoeksdesigns
case study
comparative study
retrospective study
snapshot
longitudinale study
4 soorten sampling
definitie van steekproevenkenmerken op voorhand
complete collection
theoretische sampling
purposive sampling
case study
een casus; personen, gezinnen, organisatie
compartive study
verschillende cases vergelijken op 1 dimensie
retrospective study
gegevens verzamelen over de achterliggende periode. terugblikken, vragenstellen over het verleden.
nadeel van retrospective study
presentisme: je kijkt met de ogen van nu naar het verleden
mimesis
vertekening in je onderzoek
snapshot
je doet onderzoek in het nu
longitudinal study
de beste manier om een ontwikkeling in beeld te krijgen. beschrijving van de ontwikkelingen in de tijd door herhaalde onderzoeksmomenten of continue langdurend onderzoek.
datamassage
wanneer je je niet aan je oorspronkelijk onderzoeksplan houdt.
particularistisch
je onderzoeksmethode aanpassen op de vraag, de vraag bepaalt. Geeft een beter antwoord op de vraag.
universalistisch
je hebt een methode die je wilt gebruiken en past daar je vraag op aan.
sampling: definitie van steekproefkenmerken op voorhand
je bent van te voren geïnteresseerd in een verschil
sampling: complete collection
Alle mogelijke personen die voldoen aan je eisen voor onderzoek doen ook mee.
sampling: theoretische sampling
Participanten selecteren tijdens onderzoek/dataverzameling. Kiest volgende participant obv de informatie die de vorige participant je heeft verteld.
sampling: purposive sampling
Je hebt van te voren een plan wie je gaat includeren in je onderzoek.
verschillende soorten purposive sampling
extreme cases
typical cases
maximale variatie
intensiteit
critical cases
sensitive cases
convenience
snowball sampling
purposive sampling: extreme cases
purposive sampling: typical cases
dat waar het meeste van is/modus
purposive sampling: maximale variaties
vergelijken tussen minste extreem en meest extreme gevallen, kan ook uit meerdere groepen zijn.
purposive sampling: intensiteit
casussen die er erg mee bezig zijn, zit er helemaal ingedompeld
purposive sampling: critical cases
je vraagt aan experts: wie denk jij dat ik moet interviewen?
purposive sampling: sensitive cases
Casussen waarbij het gevoelig ligt, maar soms moet je deze juist uitsluiten. Hangt af van je onderzoeksvraag.
purposive sampling: convenience
gemakssteekproef: hoef je niet veel moeite voor te doen, ligt voor de het grijpen. steefproef in de directe omgeving.
purposive sampling: snowball sampling
‘ken je nog iemand die ik zou kunnen interviewen?’
triangulatie
verschillende participanten
verschillende methoden
verschillende theoretische kaders
verschillende onderzoekers
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
verschillende onderzoekers
3 soorten verbale data
interviews
focus groepen
narratieve data
soorten interviews
focus interview
semi-gestandaardiseerde interview
probleemgerichte interview
expert interview
etnografische interview
online interviews
focus interview
je laat een stimulus zien in het begin en vervolgens ga je vragen stellen over de stimulus. je begint met open vragen en daarna steeds meer gesloten.
nadeel van focus interview
het is sturend, hoe het gesprek loopt ligt aan welke stimulus je kiest.
welke soort interview wordt het meest gebruikt?
semi-gestandaardiseerde interview
het semi-gestandaardiseerde interview
wordt gebruikt om iemands subjectieve theorie te construeren. je hebt vooraf bepaalde topics en je kan tussendoor heen en weer schuiven tussen de topics. je gebruikt open vragen, theorie gedreven vragen, en confronterende vragen
in welk type interview gebruik je confronterend vragen als een ‘check back’?
semi-gestructureerd interview
deductief
vanuit de theorie
inductief
vanuit de data/participanten
probleemgericht interview
combineert deductief en inductief werken
expert en elite interview. wat is de elite?
hoge pief in de organisatie
expert en elite interview: wie is de expert?
mensen met veel ervaring met de topic
nadeel van expert/elite interview
zijn vaak moeilijk te bereiken en hebben weinig tijd
etnografisch interview
lijkt heel casual, maar wel asymmetrisch. . Friendly conversation. bijvoorbeeld onderdompelen in de groep die je gaat onderzoeken. doorgaans icm observaties en formele interviews.
nadeel etnografisch interview
je kan niet de hele tijd alles opnemen, rapporteren is lastig.
memoing
achteraf een logboek maken over alles wat je nog weet van het interview
online interviewen
chat of email of reeks emails
wanneer face to face geen optie is, of reistijd een obstakel is.
focusgroepen
+/ - groepsdiscussie of groepsinterview
theoretisch kader bij focusgroepen
etnomethodologie
3 manieren van focusgroepen
in real life
online synchroon
online asynchroon
focusgroepen in real life
je zet een groep strangers bij elkaar die gaan praten over een topic. bestuderen hoe betekenisgeving in een groep ontstaat.
online sychroon
iedereen tegelijkertijd ingelogd
online asynchroon
iedereen niet tegelijk ingelogd. ieder kan op eigen moment een reactie plaatsen.
3 soorten narratieve data
narratieve interview
episodisch interview
joint narratives
narratieve interview
‘vertel uw verhaal’. je wil graag dat iemand veel gaat vertellen en je zo min mogelijk hoeft te vragen. af en toe wel aansporen om ergens over te vertellen.
zugzwangs:
iemand komt helemaal in zijn verhaal en gaat ratelen.
‘the story of…’
iemand reconstrueert zijn eigen verhaal terwijl hij vertelt
episodisch interview
‘ik ga u vragen naar uw verschillende ervaringen met….’
episodische kennis
concrete situaties
semantische kennis
abstracte opvattingen
joint narratives
bestaande groepen / familie / team. collective storytelling. geen expliciete narratieve stimulus, weinig sturing.