Kwalitatieve methoden

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/77

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

78 Terms

1
New cards

mixed methods

vanaf begin in iedere fase kwali en kwanti methoden gebruiken

2
New cards

2 vormen van triangulatie in onderzoek

  1. verschillende kwalitatieve methoden i.c.m. elkaar

  2. kwali en kwanti methoden combineren

3
New cards

theoretisch kader van kwalitatief

constructivisme

4
New cards

theoretisch kader van kwantitatief

positivisme

5
New cards

presentisme

met de ogen van nu kijken naar het verleden

6
New cards

pluralisatie van leefwerelden

kwalitatief onderzoek is nodig voor inzoomen op verschillende subgroepen

7
New cards

kwalitatief onderzoek

cyclisch. je mag de hele tijd je plan veranderen. gebruikt data om theorie te maken

8
New cards

kwantitatief onderzoek

je houdt je aan het oorspronkelijke plan. gebruikt theorie om data te maken

9
New cards

3 theoretische kaders

  1. symbolisch interactionisme

  2. etnomethodologie

  3. structuralisme

10
New cards

theoretisch kader: symbolisch interactionisme

subjectieve belevingen van een individu

11
New cards

theoretisch kader: etnomethodologie

bestudering van interactie. dagelijks leven bestuderen. discourse analyse

12
New cards

discourse analyse

je kijkt naar de taal die mensen onderling gebruiken om fenomenen te omschrijven

13
New cards

theoretisch kader: structuralisme

onbewuste structuren die ten grondslag liggen aan sociale verschijnselen.

14
New cards

5 onderzoeksmethoden

  1. grounded theory

  2. etnomethodologie

  3. narratieve studies

  4. etnografisch onderzoek

  5. hermeneutiek

15
New cards

onderzoeksmethode: Grounded theory

theorie ontwikkelen

16
New cards

onderzoeksmethode: etnomethodologie

conversatie analyse

17
New cards

onderzoeksmethode: narratieve studies

je laat de participant vertellen

18
New cards

onderzoeksmethode: etnografisch onderzoek

participerend observeren. Je gaat op in de groep en doet mee.

19
New cards

onderzoeksmethode: hermeneutiek

leer van interpretatie

20
New cards

3 soorten data

  1. verbale data

  2. data beyond talk

  3. bestaande data

21
New cards

5 onderzoeksdesigns

  1. case study

  2. comparative study

  3. retrospective study

  4. snapshot

  5. longitudinale study

22
New cards

4 soorten sampling

  1. definitie van steekproevenkenmerken op voorhand

  2. complete collection

  3. theoretische sampling

  4. purposive sampling

23
New cards

case study

een casus; personen, gezinnen, organisatie

24
New cards

compartive study

verschillende cases vergelijken op 1 dimensie

25
New cards

retrospective study

gegevens verzamelen over de achterliggende periode. terugblikken, vragenstellen over het verleden.

26
New cards

nadeel van retrospective study

presentisme: je kijkt met de ogen van nu naar het verleden

27
New cards

mimesis

vertekening in je onderzoek

28
New cards

snapshot

je doet onderzoek in het nu

29
New cards

longitudinal study

de beste manier om een ontwikkeling in beeld te krijgen. beschrijving van de ontwikkelingen in de tijd door herhaalde onderzoeksmomenten of continue langdurend onderzoek.

30
New cards

datamassage

wanneer je je niet aan je oorspronkelijk onderzoeksplan houdt.

31
New cards

particularistisch

je onderzoeksmethode aanpassen op de vraag, de vraag bepaalt. Geeft een beter antwoord op de vraag.

32
New cards

universalistisch

je hebt een methode die je wilt gebruiken en past daar je vraag op aan.

33
New cards

sampling: definitie van steekproefkenmerken op voorhand

je bent van te voren geïnteresseerd in een verschil

34
New cards

sampling: complete collection

Alle mogelijke personen die voldoen aan je eisen voor onderzoek doen ook mee.

35
New cards

sampling: theoretische sampling

Participanten selecteren tijdens onderzoek/dataverzameling. Kiest volgende participant obv de informatie die de vorige participant je heeft verteld.

36
New cards

sampling: purposive sampling

Je hebt van te voren een plan wie je gaat includeren in je onderzoek.

37
New cards

verschillende soorten purposive sampling

  1. extreme cases

  2. typical cases

  3. maximale variatie

  4. intensiteit

  5. critical cases

  6. sensitive cases

  7. convenience

  8. snowball sampling

38
New cards

purposive sampling: extreme cases

39
New cards

purposive sampling: typical cases

dat waar het meeste van is/modus

40
New cards

purposive sampling: maximale variaties

vergelijken tussen minste extreem en meest extreme gevallen, kan ook uit meerdere groepen zijn.

41
New cards

purposive sampling: intensiteit

casussen die er erg mee bezig zijn, zit er helemaal ingedompeld

42
New cards

purposive sampling: critical cases

je vraagt aan experts: wie denk jij dat ik moet interviewen?

43
New cards

purposive sampling: sensitive cases

Casussen waarbij het gevoelig ligt, maar soms moet je deze juist uitsluiten. Hangt af van je onderzoeksvraag.

44
New cards

purposive sampling: convenience

gemakssteekproef: hoef je niet veel moeite voor te doen, ligt voor de het grijpen. steefproef in de directe omgeving.

45
New cards

purposive sampling: snowball sampling

‘ken je nog iemand die ik zou kunnen interviewen?’

46
New cards

triangulatie

  • verschillende participanten

  • verschillende methoden

  • verschillende theoretische kaders

  • verschillende onderzoekers

47
New cards

interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

verschillende onderzoekers

48
New cards

3 soorten verbale data

  • interviews

  • focus groepen

  • narratieve data

49
New cards

soorten interviews

  • focus interview

  • semi-gestandaardiseerde interview

  • probleemgerichte interview

  • expert interview

  • etnografische interview

  • online interviews

50
New cards

focus interview

je laat een stimulus zien in het begin en vervolgens ga je vragen stellen over de stimulus. je begint met open vragen en daarna steeds meer gesloten.

51
New cards

nadeel van focus interview

het is sturend, hoe het gesprek loopt ligt aan welke stimulus je kiest.

52
New cards

welke soort interview wordt het meest gebruikt?

semi-gestandaardiseerde interview

53
New cards

het semi-gestandaardiseerde interview

wordt gebruikt om iemands subjectieve theorie te construeren. je hebt vooraf bepaalde topics en je kan tussendoor heen en weer schuiven tussen de topics. je gebruikt open vragen, theorie gedreven vragen, en confronterende vragen

54
New cards

in welk type interview gebruik je confronterend vragen als een ‘check back’?

semi-gestructureerd interview

55
New cards

deductief

vanuit de theorie

56
New cards

inductief

vanuit de data/participanten

57
New cards

probleemgericht interview

combineert deductief en inductief werken

58
New cards

expert en elite interview. wat is de elite?

hoge pief in de organisatie

59
New cards

expert en elite interview: wie is de expert?

mensen met veel ervaring met de topic

60
New cards

nadeel van expert/elite interview

zijn vaak moeilijk te bereiken en hebben weinig tijd

61
New cards

etnografisch interview

lijkt heel casual, maar wel asymmetrisch. . Friendly conversation. bijvoorbeeld onderdompelen in de groep die je gaat onderzoeken. doorgaans icm observaties en formele interviews.

62
New cards

nadeel etnografisch interview

je kan niet de hele tijd alles opnemen, rapporteren is lastig.

63
New cards

memoing

achteraf een logboek maken over alles wat je nog weet van het interview

64
New cards

online interviewen

chat of email of reeks emails

wanneer face to face geen optie is, of reistijd een obstakel is.

65
New cards

focusgroepen

+/ - groepsdiscussie of groepsinterview

66
New cards

theoretisch kader bij focusgroepen

etnomethodologie

67
New cards

3 manieren van focusgroepen

  • in real life

  • online synchroon

  • online asynchroon

68
New cards

focusgroepen in real life

je zet een groep strangers bij elkaar die gaan praten over een topic. bestuderen hoe betekenisgeving in een groep ontstaat.

69
New cards

online sychroon

iedereen tegelijkertijd ingelogd

70
New cards

online asynchroon

iedereen niet tegelijk ingelogd. ieder kan op eigen moment een reactie plaatsen.

71
New cards

3 soorten narratieve data

  1. narratieve interview

  2. episodisch interview

  3. joint narratives

72
New cards

narratieve interview

‘vertel uw verhaal’. je wil graag dat iemand veel gaat vertellen en je zo min mogelijk hoeft te vragen. af en toe wel aansporen om ergens over te vertellen.

73
New cards

zugzwangs:

iemand komt helemaal in zijn verhaal en gaat ratelen.

74
New cards

‘the story of…’

iemand reconstrueert zijn eigen verhaal terwijl hij vertelt

75
New cards

episodisch interview

‘ik ga u vragen naar uw verschillende ervaringen met….’

76
New cards

episodische kennis

concrete situaties

77
New cards

semantische kennis

abstracte opvattingen

78
New cards

joint narratives

bestaande groepen / familie / team. collective storytelling. geen expliciete narratieve stimulus, weinig sturing.