1/26
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
katabole reactie
afbraakreactie
anabole reactie
opmaakreactie
rol van enzym
minder activeringsenergue nodig voor zelfde resultraat
omdat lichaamstemp constant moet blijven
overanderd enzym
help bij reactie maar verander zelf niet > hergebruiken
reactiespeciefiek
1 enzymen kan maar 1 soort reactie doen
substraatspecifiek
enzymen kunnen maar een specifiek aantal substraten gebruiken, anderen passen niet
bindingspeciefiek
elk enzym kan maar 1 soort bindingstype maken en afbreken
Groepspecifiek
specifiek chemische groepn die aanwezig bmoeten zijn om een reactie plaats te vidnen
steriochemisch of optisch-specifiek
andere orientatie van zijgroepn andere eznymen nodig
geometriescpecifiek
enzym kan specifiek voor een deel van een moleculen werken
enyzmen
beperkte levensduur
Komen voor op plaats waar nodig
speciefiek organel
Membraam
Holte van orgaan
Moet verplaatsne in vesikel ander zomaar werken
Naamgeving = naam substraate + ase
co factor
metalen, aan eznyme binden om ander vorm te geven >W holo enzym
co)enzymen
vitaminen, biochemische verandezring odnersteuenn
factoren die enzymwerking beinvloeden
concentratie substraat: meer substraat = sneller reactie
Substraataffinitei = hoe makkelijk substraat bind met enzym: laag = minder snel
• Concentratie van enzymen: meer beschikbare enzymen > snellere reactie
Temperatuur: denaturatie of deactivatie
• pH: vreschillende ph voor verschillende enzymen
◦ Verschil ph in lichaam, maar ook in cellen (organellen)
Denaturatie
hoog temp permanenrt verlies van vorm > werking verliezen
deactivatie
laag temp, tijdelijk verlies van werking
inhibitie
enzymwerking tegenhouden
omkeerbaar
Competitief
Niet-competitief
Onomkeerbaar
Omkeerbaar inhibitie
geen cobalente bbidnign tussen inhibagtor en enzym
competitef omkeerbaar inhibitie
lijkt op substraat en reageert snel met actief centrum, belemmert substraatbinding = afhankelijk van substraatconcentartie
niet competirtief inhibitie
bind, ander plaats als actief centrum > vervormt > geen binding met substraat mogelijk
onomkeerbaar
covalente bidning tussen nhibitoren en enzyme, enzym permanent actief
activatoren
bind met enzymen , vervorming actief centrum, activatie
mondholte keelholte en slokdarm
chemische vertering door speeksel = amylase > glycosidase (beperkte mate glycogeen)
neutraal
Zetmaal + H2O > amalyse > maltose + glycose (sachariden)
Slokdarm geen enzym
maag
• Maagsap = voor vertering van stofeen
◦ Vooral proteine, zuur ph > proteine vorm veranderen, makkelijker afbreken
◦ Bestaat uit:
‣ Water
‣ Zoutzuur (ph = 1,8) (ph optimum van pepsine)
‣ Pepsine, splitsing proteine in polypeptide
‣ Slijm, ondoordringbaar door HCl
• crypten = enzym
• zuur beschremt tegen bacterien en virussen
• Pepsinogeen = in-actief pro-enzym > hcl > pepsine = aactief enzym
• polypeptide + H2O > endopeptidase > kortere polypeptiden
Crypten
= enzym van maag, geproduceerd in klieren in plooien van mucosa
Twaalfvingerige darm
Polypeptide + H2O >Exopeptidase> AZ + kortere polypeptiden
• amylase(zie mond)
• Maltose + H2O >maltase> 2 glucose
• Lipiden + H2O > lipasen > glycerol + vetzuren
• Galzouten: emulgator
• neutralisatie van de zure voedseldeeltjes
◦ NaHCO3 + HCl > H2O + CO2 + NaCl
• DNA/RNA + H2O > nucleassen > nucleotiden
Dunne darm
• Exopeptidase en diepeptidasen
• maltase, lactase, socharasen
• Nucleasen