Samenvatting Scheikunde

Flashcards over zuivere stoffen, mengsels, deeltjesmodel, aggregatietoestanden en faseovergangen.

Voorwerp

Een levenloos object.

Organisme

Een levend wezen.

Materie

Alles wat massa en volume heeft en is opgebouwd uit één of meerdere stoffen.

Zuivere stof

Materie die bestaat uit één soort stofdeeltjes.

Mengsel

Een combinatie van twee of meerdere stoffen.

Stofeigenschappen

Eigenschappen waaraan je stoffen kunt herkennen.

Deeltjesmodel

Het deeltjesmodel stelt dat materie is opgebouwd uit zeer kleine deeltjes. Die deeltjes kun je voorstellen door bolletjes (of andere figuren).

Moleculen

Kleine deeltjes samengesteld uit atomen.

Atomen

De kleinste deeltjes waaruit een stof bestaat.

Aggregatietoestand

De aggregatietoestand of fase van een stof omvat de verschijningsvorm van de stof.

Smelten

De faseovergang van vast naar vloeibaar.

Stollen

De faseovergang van vloeibaar naar vast.

Verdampen

De faseovergang van vloeibaar naar gas.

Condenseren

De faseovergang van gas naar vloeibaar.

Sublimeren

De faseovergang van vast naar gas.

Desublimeren of rijpen

De faseovergang van gas naar vast.

Fysisch proces

Bij een fysisch proces worden geen nieuwe stofdeeltjes gevormd. Enkel de interactie tussen de deeltjes verandert.

Chemisch proces

Tijdens een chemische reactie worden bestaande bindingen tussen atomen verbroken en worden er nieuwe bindingen gevormd die leiden tot nieuwe stoffen met hun typische stofeigenschappen.

Massa

De hoeveelheid materie waaruit iets is opgebouwd.

Volume

De hoeveelheid ruimte die de materie inneemt.