Looks like no one added any tags here yet for you.
positieveld
het geheel van sociale posities waarmee regelmatig wordt samengehandeld
rollenstel
het geheel van rollen dat de focuspersoon in een positieveld te spelen heeft
positieset
verzameling van posities die een individu regelmatig inneemt tijdens een bepaalde levensfase
toegeschreven positie
een positie die een individu zonder eigen inspanningen bekleedt door zeker biologische of biografische kenmerken
verworven positie
een positie die een individu bekleed op grond van individuele inspanningen
rolhandelen
de verwachtingen vanuit een tegenpositie over het handelen van een positiebekleder
rolattributen
de verwachtingen over et uiterlijk en het ‘karakter’ van positiebekleders
verwachtingsverwachtingen
men verwacht als positiebekleder bepaalde verwachtingen van de andere positiebekleders met wie men samenhandelt
moet-verwachtingen
plichtverwachtingen
kan-verwachtingen
moet-verwachtingen
de naleving wordt formeel of juridisch gesanctioneerd
plichtverwachtingen
naleving heeft relatief sterke informele sanctie als sociale mijding, of in het positieve register, een grote sociale waardering
kan-verwachtingen
naleving heeft positieve informele sancties, is een extra maar niet nodig
excuusregelingen
ingeburgerde ‘verklaringen’ die het momentaan niet inlossen van een verwachting op een sociaal aanvaarbare manier verontschuldigen
normatieve verwachting
bij overtreding is er geen leerbereidheid en wordt er vastgehouden aan de verwachtingen
cognitieve verwachting
bereidheid om uit haar overtreding te leren en de verwachting bij te stellen
rolambivalentie
het bestaan van tegenstrijdige normatieve verwachtingen binnen één enkele rol, horend bij één enkele sociale positie
rollenincongruentie
het bestaan van tegenstirjdige verwachtingen die samenhangen met verschillende rollen
rollenconflict
een relatief duurzame, niet gemakkelijk op te lossen situatie van rollenincongruentie
intern rollenconflict
extern rollenconflict
intern rollenconflict
bekleder van één positie ziet zich geconfronteerd met onderling tegenstrijdige verwachtingen van de kant van twee of meer positiebekleders binnen één positieveld
extern rollenconflict
tegenstrijdige verwachtingen of rollen die horen bij twee posities in twee positievelden
role taking
opnemen van een geïnstitutionaliseerde rol die hoort bij een positie
role making
het actief definiëren en vormgeven van een rol door een individuele positiebekleder
eigen rolopvatting
de individuele interpretatie door een positiebekleder van verwachtingen vanuit de tegenpositie
alter-rol-opvatting
de individuele interpretatie van de algemen verwachtingen tegenover de ander met wie men samenhandelt
dramaturgisch perspectief
theaterbenadering op het spelen van sociale rollen
façade
geheel van expressieve elementen die de rol belichamen
persoonsverwachtingen
verwachtingen over iemands zelf of individualiteit
primaire groepen
groepen waarbinnen primaire, persoonlijke relatie domineren
secundaire groepen
groepen waarbinnen secundaire, onpersoonlijke relaties overheersen
primaire relaties
sterke sociale bindingen met persoonlijk en affectief karakter
tentatief proces
opvattingen over eigen rol steeds toetsen aan de hand van reacties tegenposities
positiesegment
verhouding tussen focuspositie en één bepaalde tegenpositie
interpretatiegemeenschap
groep van mensen die dezelfde codes in omgang met symbolen hanteren en daarom tot gelijkaardige interpretaties komen
denotatie
de dominante en daarom als letterlijk beschouwde betekenis van een betekenaar binnen een taal- of interpretatieve gemeenschap
connotatie
de figuurlijke of bijbetekenissen van betekenaren
semantische waarde
betekeniswaarde: letterlijke waarde/betekenis
referentiële waarde
waarheidswaarde: is het waar of niet
culturele interpretatie strijd / definitiestrijd
vorm 1: onenigheid over de juiste duiding van een fenomeen bij gebruik van eenzelfde classificatieschema waarvan de twee polen verschillend worden geïnterpreteerd
vorm 2: het toepassen van verschillende classificatieschema’s bij de duiding van een fenomeen
essentialisme
de samenkomst van de semantische en de waarheidswaarde en geeft de reële essentie van een fenomeen weer
naturalisering of biologisering
‘het is door de natuur voorgeschreven dus is het zo’
symbolisch betekeniskader / interpretatiekader
meeromvattend en samenhangend geheel van symbolen of betekenissen
betekenisrealisatie
het actief verwerkelijken van interpretaties, classificatieschema’s of betekeniskaders
symbolisch of cultureel grenswerk
het waarmaken of realiseren van onderscheidingen door het actief markeren, eventueel ook veranderen van de grens tussen twee ‘realiteiten’ die met een classificatieschema samenhangen
framing
keuze van classificatieschema
classificatieschema
geïnstitutionaliseerde tweedeling bv. man en vrouw
performatieve taalhandelingen
uitspraken die doen wat ze zeggen bv. “ik spreek u vrij” door een rechter
tekenwaarde
de bijbetekenissen die goederen bezitten door un uiterlijke vormgeving en publiciteit in media en reclame
warentekens
koopwaren die functioneren als tekens
ruilwaarde
economische waarde
gebruikswaarde
waarvoor het dient
culturele of symbolische macht
het bezitten van interpretatie of definitiemacht: het vermogen om interpretaties of betekenissen, categorieën of classificatieschema’s aan anderen op te leggen
cultureel of symbolisch gezag
iemands interpretatie of definitiemacht in bredere sociale kring voor legitiem of geldig kunnen laten doorgaan
distinctieprofijt
wanneer men zich met tekenwaarde kan onderscheiden van de anderen
enabling
“getekenisgeving”
referent
tekens die verwijzen naar iets in de realiteit
beperkte code
een groot deel van de betekenis is ingebed in de context en soms alleen duidelijk voor degene die eenzelfde contextuele achtergrond hebben
uitgebreide code
de betekenissen zijn in principe toegangkelijk voor iedereen
rolsocialisatie
het aanleren van de verschillende sociale verwachtingen die horen bij uiteenlopende sociale posities
mentalistisch cultuurbegrip
cultuur als een mentaal of ideëel iets, het gaat om gedeelde opvattingen of gedachten
overtuigingen
definities van de werkelijkheid of opvattingen over ‘wat is’
waarden
opvattingen over het wenselijke, over wat moet en nastrevenswaardig is
normen
opvattingen die zeggen hoe het hoort (en wat niet hoort) en die de vorm van concrete gedragsregels en handelingsvoorschriften hebben
cultuurpatroon
een zekere mate van consistentie of samenhang tussen de verschillende componenten
dominante cultuur
cultuurpatroon dat binnen een breder sociaal verband, zoals een nationale of regionale samenleving, toonaangevend is
subcultuur
geheel van collectief gedeelde opvattingen dat deels verschilt van de bredere meerderheidscultuur
tegen- of contracultuur
het domineren van opvattingen die ingaan tegen de dominante cultuur
geïnstitutionaliseerde cultuur
overtuigingen, waarden en normen die een bovenindividueel voorgegeven en dwingend, want gesanctioneerd, karakter bezitten
juridische normen
normen afgekondigd door bepaalde instantie
→ formele sanctionering
zeden - gebruiken
relatief sterk bewaakt & gesanctioneerd - ‘folkways’ + mildere sanctionering
de-instutionaliseren
eerder geïnstitutionaliseerde opvattingen verliezen hun sociaal voorgegeven, dwingende karakter
re-institutionaliseren
opvattingen die eerst gedeïnstitutionaliseerd waren maar vervolgens weer zijn opgekomen
cultuurconflict
een geschil tussen verschillende geïnstitutionaliseerde opvattingen die leven binnen uiteenlopende sociale groepen of verbanden
anomie (Merton)
de-institutionalisering van de normen” = de dominante waarden worden nog wel nagestreefd, maar niet volgens de aanvaarde normen
anomietypologie
= beschrijft hoe individuen reageren op de discrepantie tss maatschappelijke doelen (rijkdom, succes,…) en de legitieme middelen om deze doelen te bereiken
conformisme
innovatie
ritualisme
terugtrekking
rebellie
conformiteit
individuen accepteren zowel de maatschappelijke doelen als de legitieme middelen / proberen succes te bereiken via de reguliere wegen, zoals opleiding en werk
innovatie
individuen accepteren de doelen, maar maken gebruik van illegale of onconventionele middelen om deze te bereiken / bv. fraude of diefstal
ritualisme
individuen geven de maatschappelijke doelen op, maar houden zich strikt aan de legitieme middelen / streven geen waarden na
terugtrekking
individuen verwerpen zowel de doelen als de middelen / bv. daklozen
rebellie
individuen verwerpen de bestaande doelen en middelen en proberen deze te vervagen door alternatieve waarden en structuren / bv. revolutionaire bewegingen
deviatie
een vorm van normafwijkend handelen
culturele omnivorisering
een groeiend aantal mensen heeft een brede culturele smaak, voorbij de ooit ingeburgerde tweedeling tussen hoge en lage cultuur
ratialisatie
een proces waarbij op basis van de perceptie van fysieke verschillen raciale groepen worden onderscheiden
hegemoniale cultuur
een cultuur die zo dominant is geworden dat die als vanzelfsprekend doorgaat
acculturatie
het aanleren en zich eigen maken van kenmerken van een andere cultuur dan die waarin men primair gesocialiseerd is
enculturatie
het aanleren van biologische nieuwkomers van de opvattingen die worden gedeeld binnen de ‘eigen samenleving’
conflictsociologie
studie van sociale ongelijkheid of het bestaan van groeperingen die in een duurzame relatie van onder- en bovenschikking staan en daarom uiteenlopende belangen hebben, wat onderlinge conflicten genereert
macht (Weber)
kans om binnen een sociale betrekking de eigen wil door te zetten, ook tegen weerstand in
gezag of autoriteit
geldige of legitieme macht
legaal gezag
traditioneel gezag
charismatisch gezag
legaal gezag
gezag dat berust op formeel vastgelegde regels en procedures
traditioneel gezag
toekennen van legitieme macht aan individu door een onaantastbare geachte traditie
charismatisch gezag
macht toegekend als gevolg van iemand zijn uitstraling, reputatie
kapitaalvolume
de globale hoeveelheid aan economisch en onderwijskapitaal
kapitaalstructuur
het relatieve aandeel van economisch dan wel onderwijskapitaal bij een beroep of in een cluster van vergelijkbare beroepen
habitus
een duurzaam geheel van in primaire socialisatie verworven gewoonten of disposities
distinctieprofijt
het sociaal breed erkende onderscheid in levensstijl tussen zij die boven aan de sociale ladder staan en alle anderen
institutionalisering
het ontstaan van sociale of collectieve manieren van handelen en denken die individuen dwingend zijn voorgegeven en waarvan de naleving daarom via sancties wordt bewaakt
DUS geïnstitutionaliseerd = sociaal verfeitelijkt
functie (Parsons)
het positieve gevolg van een sociaal fenomeen, in brede zin, voor de ordening of het evenwicht binnen een sociaal systeem
functie (Merton)
het positieve gevolg van een soiaal fenomeen voor een ander sociaal fenomeen
functionele vereiste
een noodzakelijkheid voor het functioneren van een sociaal systeem
disfunctie
een negatief gevolg van een sociaal fenomeen voor een ander sociaal verschijnsel of sociaal verband
manifeste disfunctie: bedoeld gevolg
latente disfunctie: onbedoeld gevolg
samenhandelen (Blumer)
een lopend proces van het aan elkaar aanpassen of op elkaar afstemmen van de handelingen van de deelnemers