1/19
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
to seem/resemble
lijken / leken / (hebben) geleken
to walk
lopen / liepen / (hebben/zijn) gelopen
to measure
meten / maten / (hebben) gemeten
to have to
moeten / moesten / (hebben) gemoeten
to may/to be allowed to
mogen / mochten / (hebben) gemogen
to take
nemen / namen / (hebben) genomen
to examine/research
onderzoeken / onderzochten / (hebben) onderzocht
to have breakfast
ontbijten / ontbeten / (hebben) ontbeten
to lack
ontbreken / ontbraken / (hebben) ontbroken
to remember/to abstain
onthouden / onthielden / (hebben) onthouden
to form
ontstaan / ontstonden / (zijn) ontstaan
to receive
ontvangen / ontvingen / (hebben) ontvangen
to design
ontwerpen / ontwierpen / (hebben) ontworpen
to pass away
overlijden / overleden / (zijn) overleden
to consider
overwegen / overwogen / (hebben) overwogen
to guess
raden / raaden / (hebben) geraden
to drive
rijden / reden / (hebben/zijn) gereden
to call/shout
roepen / riepen / (hebben) geroepen
to smell
ruiken / roken / (hebben) geroken
to separate / to divorce
scheiden / scheidden / (hebben/zijn) gescheiden