Studied by 0 people
l’absorption
de opslorping, overname
l’accroissement
de groei, de toename
l’achat
de aankoop
l’acheteur
de koper
l’acquisition
de aanwinst, de overname
l’action
het aandeel
l’actionnaire
de aandeelhouder
un actionnaire majoritaire
een meerderheidsaandeelhouder
un actionnaire minoritaire
een minderheidsaandeelhouder
le principal actionnaire
de grootste aandeelhouder
l’activité
de activiteit
les activités non marchandes
de non-profit sector
une activité économique
een economische bedrijvigheid
l’administrateur délégué
de afgevaardigde bestuurder = het bedrijfshoofd voor de Belgische wetgever (PDG)
l’affaiblissement
de verzwakking, de vermindering
l’agrandissement
de vergroting, de uitbreiding
l’agriculteur
de landbouwer
l’agriculture
de landbouw
l’amélioration
de verbetering
l’assainissement
de sanering
l’association
de associatie
l’asbl
de vzw
l’association sans but lucratif
de vereniging zonder winstoogmerk
l’assurance
de verzekering
l’augmentation
de stijging
l’automobile
de auto-industrie
la baisse
de daling
la banque
de bank
le bâtiment
de bouw(sector) (b)
le bénéfice
de winst
réaliser/dégager/enregistrer un bénéfice
winst maken rde
le bien
een goed
les biens de consommation
de consumptiegoederen
le bilan
de (bedrijfs)balans
déposer le bilan
het faillissement aanvragen
établir le bilan
de balans opstellen
les cadres
de kaderleden
le chef d’entreprise
de bedrijfsleider
le chiffre d’affaires
het omzetcijfer (CA)
la chute
de val
la cessation de paiements
de staking van betaling
la cession
de overdracht
la coentreprise
de gemeenschappelijke onderneming
le commerce
de handel
la communication
de communicatie
la compétitivité/le niveau de compétitivité
het concurrentievermogen
le compte de résultats
de resultatenrekening
la concentration de deux entreprises
de concentratie, het samengaan van twee bedrijven
la concurrence
de concurrentie
faire face à la concurrence
de concurrentie het hoofd bieden
entrer en concurrence avec
concurreren met
le concurrent
de concurrent
la conjoncture
de conjunctuur
la haute conjoncture
de hoogconjunctuur
la basse conjoncture
de laagconjunctuur
la conquête
de verovering
la constitution
de oprichting, de samenstelling
la construction
de bouw(sector) ©
les couts
de kosten
les couts de transformation
de verwerkingskosten
les couts de production
de productiekosten
les couts salariaux
de loonkosten
la compression des couts
het drukken van de kosten
le créancier
de schuldeiser
la création
de oprichting
la création d’une entreprise
de oprichting van een bedrijf
un créneau
een gat in de markt
se positionner dans un créneau
zich in een gat in de markt positioneren
un créneau porteur
een groeimarkt
pénétrer un créneau
een gat in de markt opvullen
la crise
de crisis
la croissance
de groei
être en pleine croissance
snel groeien, in volle groei zijn
connaitre une croissance
groeien
la culture
de cultuur
Note 
Flashcard (135)