Joran Willaert - Vakjargon juridisch en politiek domein 23-24- 6A- PR 2

studied byStudied by 8 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

Arrest

1 / 103

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

104 Terms

1

Arrest

Een formele beslissing of uitspraak van een rechtbank of gerechtelijke instantie over een juridische kwestie of zaak.

New cards
2

Begroting

Een financieel plan dat de verwachte inkomsten en uitgaven van een persoon, organisatie of overheid voor een bepaalde periode in kaart brengt.

New cards
3

Belangenconflict

Een situatie waarin persoonlijke belangen in strijd zijn met professionele verantwoordelijkheden of het algemeen belang.

New cards
4

Bicameralisme

Een politiek systeem waarin de wetgevende macht is verdeeld in twee afzonderlijke kamers of huizen.

New cards
5

Canoniek recht

Het rechtssysteem dat wordt gebruikt binnen de katholieke kerk.

New cards
6

Checks and balances

Een systeem waarin de verschillende takken van de overheid elkaars bevoegdheden en beslissingen kunnen controleren en beperken.

New cards
7

Deliberatieve democratie

Een vorm van democratie waarbij burgers actief deelnemen aan openbare discussies en debatten over beleidskwesties.

New cards
8

Grondrechten

Fundamentele rechten en vrijheden die inherent zijn aan alle individuen en gewoonlijk worden beschermd door de wet en de grondwet van een land.

New cards
9

Grondwettelijk Hof

Een onafhankelijke juridische instantie die wetten en overheidsbeslissingen toetst aan de grondwet van een land.

New cards
10

Hof van Cassatie

Het hoogste gerechtshof in een land dat zich bezighoudt met het toetsen van juridische beslissingen en uitspraken van lagere rechtbanken om te beoordelen of ze correct zijn toegepast volgens de wet.

New cards
11

Justitieassistent

Een professionele hulpverlener in het juridische systeem die zich bezighoudt met de begeleiding en ondersteuning van personen die betrokken zijn bij strafrechtelijke procedures.

New cards
12

Kracht van gewijsde

De definitieve en onherroepelijke status van een gerechtelijke beslissing of uitspraak, waardoor de zaak niet verder kan worden aangevochten of herzien in hoger beroep of in een andere juridische procedure.

New cards
13

Legaliteitsbeginsel

Het juridische principe dat stelt dat alle overheidsacties en beperkingen van individuele vrijheden moeten zijn gebaseerd op duidelijk omschreven wetten en wettelijke bevoegdheden.

New cards
14

Rechtsgelijkheid

Het principe dat alle individuen voor de wet gelijk zijn en op dezelfde wijze moeten worden behandeld, zonder discriminatie.

New cards
15

Rechtsleer

De wetenschappelijke studie en theoretische benadering van het rechtssysteem, inclusief wetten, juridische principes en jurisprudentie.

New cards
16

Rechtspraak

Het proces waarbij geschillen of conflicten tussen mensen of organisaties worden opgelost door een onafhankelijke autoriteit, zoals een rechter of een rechtbank.

New cards
17

Rechtsweging

Het betekent simpelweg dat een rechter ervoor kiest om een zaak niet te behandelen of een beslissing te nemen, meestal vanwege bepaalde juridische redenen, zoals gebrek aan bevoegdheid of onvoldoende gronden voor de zaak.

New cards
18

Rechtszekerheid

Verwijst naar de mate waarin regels en wetten duidelijk, consistent en voorspelbaar zijn, zodat individuen en organisaties weten wat ze kunnen verwachten binnen een samenleving. Het houdt in dat de wetten stabiel zijn en op een consistente manier worden toegepast, waardoor mensen vertrouwen kunnen hebben in het juridische systeem en hun gedrag kunnen aanpassen om in overeenstemming te zijn met de geldende regels.

New cards
19

Vonnis

Een vonnis is de officiële beslissing van een rechter in een juridische zaak. Het is de einduitspraak die bepaalt of iemand schuldig is, welke straf of maatregelen van toepassing zijn, of welke rechten en plichten partijen hebben. Het vonnis markeert het einde van het gerechtelijk proces voor die specifieke zaak.

New cards
20

Wanbedrijf

Verwijst naar ernstige misdrijven of ernstige schendingen van de wet. Het zijn ernstige strafbare feiten die doorgaans gepaard gaan met zware straffen. Wanbedrijven kunnen variëren van ernstige diefstal tot gewelddadige misdrijven, afhankelijk van de wetgeving in een specifieke jurisdictie.

New cards
21

Wetsontwerp

Een wetsontwerp is een voorstel voor een nieuwe wet dat door de overheid wordt gemaakt. Het is een idee voor een regel of regelverandering die moet worden goedgekeurd door het parlement voordat het officieel een wet wordt. Het wetsontwerp beschrijft de beoogde wet en de redenen waarom deze nodig is, en het wordt besproken en gestemd door de wetgevende macht voordat het wordt aangenomen als wet.

New cards
22

Wetsvoorstel

Een wetsvoorstel is een officieel voorstel voor een nieuwe wet dat wordt ingediend bij de wetgevende macht, zoals het parlement. Het bevat de details van de beoogde wet, inclusief de redenen voor de voorgestelde veranderingen of nieuwe regels. Het wetsvoorstel doorloopt een proces van debat en beoordeling in het parlement voordat het al dan niet wordt aangenomen als wet.

New cards
23

Absolutisme

Absolutisme is een vorm van regering waarin de heerser, meestal een koning, bijna totale macht heeft zonder veel beperkingen van wetten of inspraak van het volk. Het betekent dat de heerser vrijwel onbeperkte controle heeft over het bestuur van het land.

New cards
24

Aristocratie

Aristocratie is een regeringsvorm waarbij de macht in handen is van een selecte groep mensen die als de beste of meest geschikte worden beschouwd. Deze groep, de aristocraten, bezit vaak privileges op basis van geboorte, rijkdom of sociale status.

New cards
25

Bijzondere meerderheid

Een bijzondere meerderheid is het specifieke aantal stemmen dat nodig is, vaak meer dan de helft, om een belangrijke beslissing te nemen of een specifieke regel te wijzigen, meestal in een wetgevend orgaan zoals een parlement.

New cards
26

Breuklijn

Een breuklijn is een plek waar de aardkorst is gebroken, wat kan leiden tot beweging van de aardlagen. Het kan ook verwijzen naar sociale scheidingen tussen groepen mensen, zoals verschillen in cultuur, religie of politiek. In de wiskunde is een breuklijn de horizontale lijn die wordt gebruikt om breuken te schrijven.

New cards
27

Coalitie

Een samenwerking tussen verschillende groepen, partijen of landen om samen een gemeenschappelijk doel te bereiken.

New cards
28

College van burgemeester en schepenen

Een groep bestuurders in een gemeente, bestaande uit de burgemeester en schepenen, die samen beslissingen nemen over lokale zaken en als het dagelijkse bestuur van de gemeente fungeren.

New cards
29

Confederatie

Een groep bestuurders in een gemeente, bestaande uit de burgemeester en schepenen, die samen beslissingen nemen over lokale zaken en als het dagelijkse bestuur van de gemeente fungeren.

New cards
30

Constitutie

Een set van regels en principes die de basis vormen voor hoe een land wordt geregeerd, waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de overheid worden bepaald en vaak de rechten van de burgers worden beschermd.

New cards
31

Cordon sanitaire

Een denkbeeldige barrière die politieke partijen of groepen proberen te creëren rond een andere partij die als ongewenst of extremistisch wordt beschouwd, om te voorkomen dat deze partij invloed krijgt door isolatie en beperking van samenwerking met andere politieke krachten.

New cards
32

Dictatuur

Een regeringsvorm waarin één persoon, de dictator, of een kleine groep mensen absolute macht heeft, waarbij beslissingen vaak eenzijdig worden genomen zonder inspraak of controle van het volk en individuele vrijheden beperkt kunnen zijn.

New cards
33

Directe democratie

Een regeringsvorm waarin burgers rechtstreeks deelnemen aan het nemen van beslissingen over wetten en beleid, in plaats van vertegenwoordigers te kiezen, vaak via referenda waarbij de bevolking stemt over specifieke voorstellen of wetten.

New cards
34

Exemplum iustitiae

"Een voorbeeld van rechtvaardigheid" in het Latijn, verwijst naar een situatie, persoon of gebeurtenis die als een goed voorbeeld van gerechtigheid en eerlijkheid kan dienen.

New cards
35

Federale staat

Een land waarin de macht is verdeeld tussen een centrale overheid en afzonderlijke deelstaten of regio's, met specifieke verantwoordelijkheden en autoriteit over bepaalde zaken, om zowel nationale eenheid als regionale autonomie te handhaven.

New cards
36

FOD

Afkorting voor "Federale Overheidsdienst", verwijst naar een Belgische overheidsinstantie op federaal niveau die verantwoordelijk is voor specifieke taken of beleidsterreinen.

New cards
37

Fractie

Een groep politici binnen een parlement of gemeenteraad die tot dezelfde politieke partij behoort en samenwerkt om invloed uit te oefenen op het wetgevingsproces.

New cards
38

Formateur

Iemand die verantwoordelijk is voor het samenstellen van een regering in een politiek systeem.

New cards
39

Freezing hypothesis

Een concept of hypothese in een specifieke context, bijvoorbeeld in wetenschappelijk onderzoek.

New cards
40

GAS-boete

Een administratieve boete opgelegd door lokale overheden voor lichte overtredingen zoals wildplassen of sluikstorten.

New cards
41

Gecentraliseerde eenheidsstaat

Een vorm van staatsstructuur waarin de macht sterk geconcentreerd is op nationaal niveau, met beperkte autonomie voor regionale of lokale overheden.

New cards
42

Gemeenteraad

Een lokaal bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor het nemen van beslissingen op gemeentelijk niveau en het vertegenwoordigen van de inwoners.

New cards
43

Gerechtelijk arrondissement

Een geografisch afgebakend gebied waarin rechtbanken werken en rechtszaken worden behandeld.

New cards
44

Gerechtelijk kanton

Een specifieke jurisdictie of rechtsgebied waarin een vrederechter of rechterlijke instantie bevoegd is.

New cards
45

Gerechtsboom

Een oude vorm van rechtspraak waarbij geschillen werden opgelost onder een symbolische boom in het openbaar.

New cards
46

Gewoonterecht

Een vorm van recht gebaseerd op langdurige praktijken en gebruiken binnen een gemeenschap, eerder dan vastgelegd in geschreven wetten.

New cards
47

Globalisering

Het proces waarbij landen en economieën steeds meer met elkaar verbonden raken op internationaal niveau, met een toename van handel, communicatie en culturele uitwisseling.

New cards
48

Gouverneur

Het hoofd van een provincie in een land, vaak benoemd door de nationale overheid.

New cards
49

Herfederaliseren

Het overdragen van bevoegdheden van regionale overheden terug naar de nationale overheid in een federale staat.

New cards
50

Hooggerechtshof

Het hoogste gerechtelijke orgaan in een land dat zich bezighoudt met belangrijke juridische kwesties en beroepszaken.

New cards
51

Ideologie

Een samenhangend stelsel van ideeën en overtuigingen, vooral op politiek gebied.

New cards
52

Indirecte democratie

Een vorm van democratie waarin burgers vertegenwoordigers kiezen om namens hen beslissingen te nemen.

New cards
53

Informateur

Een persoon, vaak een politicus, belast met het verkennen van mogelijkheden voor het vormen van een regering na verkiezingen.

New cards
54

Inquisitie

Een historisch systeem van kerkelijk toezicht en vervolging van vermeende ketters.

New cards
55

Intercommunale

Een samenwerkingsverband tussen verschillende gemeenten voor het beheer van gemeenschappelijke diensten.

New cards
56

Interpellatie

Een parlementair instrument waarmee leden vragen stellen aan de regering en debatteren over beleidskwesties.

New cards
57

Kamercommissie

Een groep parlementsleden belast met het onderzoeken van specifieke kwesties en wetgevingsvoorstellen.

New cards
58

Kapitalisme

Een economisch systeem waarin productiemiddelen privébezit zijn en de productie wordt bepaald door vraag en aanbod op de markt.

New cards
59

Kernkabinet

Een kleinere groep ministers binnen de regering die betrokken is bij belangrijke besluitvorming.

New cards
60

Koninklijk besluit

Een besluit uitgevaardigd door het staatshoofd of de regering met de kracht van wet.

New cards
61

Legislatuur

De periode waarvoor een wetgevend orgaan is verkozen en functioneert.

New cards
62

Meerderheid

De grotere groep of hoeveelheid in een bepaalde situatie, bijvoorbeeld in verkiezingen of stemmingen.

New cards
63

Mediacratie

Een situatie waarin de media aanzienlijke invloed uitoefent op politieke besluitvorming en publieke opinie.

New cards
64

Ministerieel besluit

Een administratieve beslissing genomen door een minister binnen de uitvoerende macht.

New cards
65

Monarchie

Een regeringsvorm waarin een koning of koningin het staatshoofd is.

New cards
66

Ministerraad

Een groep van ministers die adviseren aan het staatshoofd en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor regeringsbeleid.

New cards
67

Motie

Een formeel voorstel ingediend voor overweging in een wetgevend orgaan.

New cards
68

Oligarchie

Een regeringsvorm waarin een kleine groep mensen, meestal de rijksten of machtigsten, de controle uitoefent.

New cards
69

Omzendbrief

Een schriftelijke richtlijn of instructie van een overheidsinstantie.

New cards
70

Onafhankelijkheid

De staat van vrijheid en autonomie, vooral van externe controle.

New cards
71

Onpartijdigheid

Het principe van eerlijkheid en onbevooroordeeldheid bij het nemen van beslissingen.

New cards
72

Oppositie

Politieke partijen of groepen die niet in de regering zitten en kritiek uitoefenen op het regeringsbeleid.

New cards
73

Overlegcomité

Een forum waar vertegenwoordigers van verschillende overheden bijeenkomen om te overleggen over bevoegdheidskwesties in federale structuren.

New cards
74

Overtreding

Een schending van de wet of regelgeving.

New cards
75

Parlement

Een wetgevend orgaan dat verantwoordelijk is voor het maken van wetten en het controleren van de uitvoerende macht.

New cards
76

Parlementaire onderzoekscommissie

Een groep parlementsleden belast met het onderzoeken van specifieke kwesties en wetgevingsvoorstellen.

New cards
77

Personalisme

Een filosofische benadering die de nadruk legt op het belang van individuele personen in sociale en politieke kwesties.

New cards
78

Politieke gender gap

Het verschil in politieke participatie of opvattingen tussen mannen en vrouwen.

New cards
79

Premier

De hoogste uitvoerende functionaris in een regering, vaak het hoofd van de uitvoerende macht.

New cards
80

President

Het staatshoofd van een land, gekozen of ongekozen, afhankelijk van het type staatsstructuur.

New cards
81

Privaatrecht

Het deel van het recht dat betrekking heeft op individuele rechten en verplichtingen tussen particulieren.

New cards
82

Procesrecht

Het recht dat de regels bepaalt voor het voeren van juridische procedures en het oplossen van geschillen.

New cards
83

Provincieraad

Een lokaal bestuursorgaan op provinciaal niveau.

New cards
84

Raadsheer

Een rechter, vaak in een hogere rechtbank.

New cards
85

Raad van state

Een bestuursrechterlijke instantie die adviseert over wetgeving en geschillen met de overheid behandelt.

New cards
86

Rechtsgeschiedenis

De studie van de ontwikkeling van het recht door de geschiedenis heen.

New cards
87

Regeerakkoord

Een overeenkomst tussen politieke partijen die een coalitie vormen om een regering te vormen.

New cards
88

Regering

Het uitvoerende orgaan van de overheid dat verantwoordelijk is voor het bestuur van een land.

New cards
89

Romeins recht

Het juridische systeem dat is ontwikkeld in het oude Rome en een invloed heeft gehad op veel moderne rechtssystemen.

New cards
90

Shared rule

Een vorm van bestuur waarbij macht wordt gedeeld tussen verschillende niveaus van overheden.

New cards
91

Self rule

Het vermogen van een gemeenschap om zichzelf te besturen.

New cards
92

Soevereiniteit

De ultieme autoriteit en macht van een staat om zelfstandig beslissingen te nemen.

New cards
93

Staatkunde

De studie van politieke systemen, structuren en processen.

New cards
94

Staatssecretaris

Een functionaris in de regering belast met specifieke taken, meestal onder een minister.

New cards
95

Subsidiariteit

Het principe dat beslissingen moeten worden genomen op het laagst mogelijke bestuursniveau.

New cards
96

Theocratie

Een regeringsvorm waarin religieuze leiders de politieke macht uitoefenen.

New cards
97

Totalitarisme

Een politiek systeem waarin de staat een zeer centrale rol speelt en de controle heeft over alle aspecten van het leven.

New cards
98

Trias politica

Het principe van de scheiding der machten, waarbij de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht onafhankelijk van elkaar opereren.

New cards
99

Unicameralisme

Een wetgevend systeem met slechts één kamer of parlementaire assemblee.

New cards
100

Verzuiling

Een sociaal-politiek fenomeen waarin verschillende groepen zich in afzonderlijke zuilen organiseren op basis van religieuze, ideologische of sociale achtergronden.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 374 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 174 people
... ago
5.0(5)
note Note
studied byStudied by 28 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 90 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 4693 people
... ago
5.0(10)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (69)
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (46)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (20)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (26)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (20)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (82)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (33)
studied byStudied by 123 people
... ago
5.0(4)
flashcards Flashcard (104)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
robot