NDL 3

French Vocabulary Flashcards

Le héros

De held

L'habitude

De gewoonte

L'histoire

Het verhaal

L'homme

De man

Harceler

Pesten

Hausser les épaules

Je schouders opheffen

Heureux

Gelukkig

Horrible

Afgrijselijk

Humide

Vochtig

Habituellement

Gewoonlijk

L'impression

De indruk

L'inconvénient

Het nadeel

L'intérieur du pays

Het binnenland

L'invité

De gast

Les incendies

De branden

Impressionner

Indruk maken

Imprimer

Afdrukken

Immédiatement

Onmiddellijk

Important

Belangrijk

Impressionnant

Indrukwekkend

Un instant

Even

J'ai du mal à + inf

Ik heb het moeilijk om te + inf

Je suis prêt

Ik ben klaar

Le joueur

De speler

La jeunesse

De jeugd

Le jour de repos

De rustdag

Un jour

Ooit

La liberté

De vrijheid

Lille

Rijsel

Des pays lointains

Verre landen

La lumière

Het licht

Les lentilles de contact

De lenzen

Laisser tranquille

Met rust laten

Lancer

Werpen

Lever la main

Je hand opsteken

Laid

Lelijk

Large

Breed

Long

Lang

La maison de retraite

Het rusthuis

La maladie

De ziekte

La marche (d'un escalier)

De trede

La marraine

De meter

La mémoire

Het geheugen

Le matériel médical

Het medisch materiaal

Le matin

De ochtend

Le membre

Het lid

Le même

Dezelfde

Le métier

Het beroep

Le monde

De wereld

Le mouvement de jeunesse

De jeugdbeweging

Les membres

De leden

Les membres de la famille

De familieleden

La mauvaise caractéristique

De slechte eigenschap

Faire les magasins

Winkelen

Maltraiter

Mishandelen

Marcher

Stappen

Nourrir des animaux

Voeren

Mentir

Liegen

Monter

Naar boven gaan

Montrer

Tonen

Mordre

Bijten

Marié

Getrouwd

Méchant

Gemeen

Mignon

Schattig

Mineur

Minderjarig

Maintenant

Nu

Malheureusement

Jammer genoeg

Même (soi-même)

Zelfs

Même si

Ook al

Minuit

Middernacht

Moins

Minder

En moyenne

Gemiddeld

La naissance

De geboorte

Négligé

Onverzorgd

Nous nous connaissons depuis … ans

We kennen elkaar al … jaar

Nous nous sommes rencontrés à …

We hebben elkaar op leren kennen

L'oiseau

De vogel

L'oncle

De oom

L'opinion

De mening

L'ordre

De volgorde

L'organisation

De organisatie

L'ouragan

De orkaan

Les ordures

Het afval

Obliger

Verplichten

Offrir

Bieden

Oser

Durven

Le paiement

De betaling

Le papillon

De vlinder

Le parrain

De peter

Le passé

Het verleden

Le patron

De baas

Le paysage

Het landschap

Le petit ami

Het liefje

Le peuple

Het volk

Le pigeon

De duif

Le porte-manteau

De kapstok

Le promeneur

De wandelaar

Un pneu crevé

Een lekke band

Le plat

Het gerecht

La peau

De huid