Biologie Begrippen hoofdstuk 3 (basisstof 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) VWO 4 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/46

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

47 Terms

1
New cards

milieufactoren

factoren vanuit de omgeving die het fenotype beïnvloeden, bijvoorbeeld licht, temperatuur en opvoeding

2
New cards

allel

verschillende vormen van een gen voor een bepaalde eigenschap in homologe chromosomen

3
New cards

karyogram

rangschikking van chromosomen naar grootte en in paren in een cel

4
New cards

nucleotiden

bouwstenen van DNA: een fosfaatgroep, desoxyribose en een stikstofbase

5
New cards

geslachtschromosomen

chromosomen die het geslacht bepalen; bij een vrouw gelijk in lengte en vorm en bij een man ongelijk in lengte en vorm

6
New cards

genoom

alle DNA-moleculen in een cel

7
New cards

gen

deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen of een deel van een erfelijke eigenschap

8
New cards

karyotype

rangschikking van chromosomen naar grootte en in paren in een cel

9
New cards

aangeboren afwijking

aandoening of ziekte die in de baarmoeder ontstaat

10
New cards

genexpressie

het aanzetten en tot uiting komen van genen

11
New cards

autosomen

chromosomen die chromosomenparen vormen, dus geen geslachtschromosomen

12
New cards

DNA-sequentie

specifieke volgorde van de stikstofbasen

13
New cards

modificatie

verandering van het fenotype

14
New cards

genotype

de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een individu

15
New cards

fenotype

alle waarneembare eigenschappen van een individu

16
New cards

erfelijke ziekte

aandoening die genetisch via de ouders wordt doorgegeven

17
New cards

basenparing

vaste stikstofbasen van de twee DNA-ketens zijn met elkaar verbonden: adenine met thymine en cystosine met guanine

18
New cards

homologe chromosomen

chromosomen van een paar die gelijk van vorm en lengte zijn

19
New cards

drager of draagster

persoon die heterozygoot is voor een eigenschap die recessief is

20
New cards

genetica

erfelijkheidsleer

21
New cards

homozygoot

het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee gelijke allelen

22
New cards

heterozygoot

het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke allelen

23
New cards

locus

plaats van een gen in het chromosoom

24
New cards

genetische variatie

verscheidenheid in genotypen binnen een soort

25
New cards

recombinatie

ontstaan van genetische variatie (nieuwe combinaties van allelen)

26
New cards

dominant allel

allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype

27
New cards

codominantie

fenotype waarbij beide allelen volledig tot uiting komen

28
New cards

recessief allel

allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant gen aanwezig is

29
New cards

intermediar

fenotype waarbij beide allelen van een allelenpaar als mengvorm tot uiting komen

30
New cards

onvolledig dominant allel

recessief allel; komt een beetje tot uiting in het fenotype bij een heterozygoot organisme

31
New cards

stamboom

overzicht van erfelijke familiegegevens

32
New cards

monohybride kruising

kruising waarbij je let op de overerving van één eigenschap waarbij slechts één genenpaar is betrokken

33
New cards

testkruising

kruising waarbij je uit de F1 kunt afleiden of een individu homozygoot of heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap; je kruist hiervoor een individu met een homozygoot recessief individu

34
New cards

X-chromosoom

geslachtschromosoom; grootste van de geslachtschromosomen

35
New cards

Y-chromosoom

geslachtschromosoom; kleinste van de geslachtschromosomen, alleen bij mannen aanwezig

36
New cards

draagster

vrouw die heterozygoot is voor een autosomale of X-chromosomale recessieve aandoening

37
New cards

X-chromosomale overerving

overerving van genen die alleen in het X-chromosoom voorkomen

38
New cards

onafhankelijke overerving

overerving waarbij de genenparen in verschillende chromosomenparen liggen

39
New cards

dihybride kruising

kruising waarbij je let op de overerving van twee eigenschappen waarbij twee genenparen zijn betrokken

40
New cards

letale factor

allel dat in homozygote toestand geen levensvatbare cel of individu oplevert

41
New cards

multipele allelen

voor één erfelijke eigenschap bestaan drie of meer verschillende allelen

42
New cards

gekoppelde genen

genen die in hetzelfde chromosomenpaar liggen

43
New cards

gekoppelde overerving

overerving waarbij de twee genenparen in hetzelfde chromosomenpaar liggen

44
New cards

mitochondriaal DNA

DNA dat in mitochondriën zit en alleen via eicellen overerft naar een volgende generatie

45
New cards

onafhankelijke overerving

overerving waarbij de twee genenparen in verschillende chromosomenparen liggen

46
New cards

nature-nurturediscussie

discussie over de mate van invloed van genotype (nature) en milieu (nurture) op een organisme

47
New cards

epigenetica

wetenschap die het mechanisme bestudeert dat allelen aan- en uitzet en de invloed van milieufactoren hierop zonder dat de DNA-sequentie van het gen wordt gewijzigd