La comptabilité et la TVA

studied byStudied by 49 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

à jour

1 / 127

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Frans 3 Thomas More

128 Terms

1

à jour

up to date

New cards
2

être à jour

up to date zijn, bij zijn

New cards
3

mettre à jour

bijwerken, up to date brengen

New cards
4

l'actif

de activa

New cards
5

le passif

de passiva

New cards
6

dépenser de l'argent

geld uitgeven

New cards
7

gagner de l'argent

geld verdienen

New cards
8

investir de l'argent

geld investeren

New cards
9

perdre de l'argent

geld verliezen

New cards
10

payer, régler

betalen

New cards
11

virer à

overschrijven naar

New cards
12

verser sur

storten op

New cards
13

verser une avance, un acompte

een voorschot betalen

New cards
14

le règlement de factures

de betaling van facturen

New cards
15

les frais de réparation

de herstellingskosten

New cards
16

le versement de salaires

de betaling van loonkosten

New cards
17

les frais de transport

de transportkosten

New cards
18

le paiement des loyers

het betalen van de huur

New cards
19

les charges sociales

de sociale bijdragen, lasten

New cards
20

les achats de matières premières

de aankoop van grondstoffen

New cards
21

les primes versées aux assurances

het betalen van verzekeringspremies

New cards
22

les intérêts d'emprunt versés à la banque

het betalen van interesten op een lening aan de bank

New cards
23

la production vendue

het verkochte deel van de productie

New cards
24

la plus-value réalisée (sur la vente d'un bien immobilier)

de meerwaarde verkregen (bij de verkoop van een onroerend goed)

New cards
25

le bilan

de balans

New cards
26

dresser, établir le bilan

de balans opmaken

New cards
27

brut, brute

bruto

New cards
28

le pnb

het bnp

New cards
29

le chiffre d'affaires

het zakencijfer

New cards
30

le comptable

de boekhouder

New cards
31

l'expert-comptable

de accountant

New cards
32

le réviseur (d'entreprises)

de bedrijfsrevisor

New cards
33

le crédit/créditer

het krediet/krediteren

New cards
34

créditer un compte de 100 euros

100 euro op een rekening zetten

New cards
35

le prix de revient

de kostprijs

New cards
36

le créancier

de schuldeiser

New cards
37

le débiteur

de schuldenaar

New cards
38

le déficit

het tekort

New cards
39

déposer son bilan

de boeken neerleggen (het faillissement aanvragen)

New cards
40

faire faillite

failliet gaan

New cards
41

une écriture

een boeking

New cards
42

passer une écriture

een boeking maken

New cards
43

tenir les écritures

de boekhouding bijhouden

New cards
44

encaisser (un chèque)

(een cheque) innen

New cards
45

l'exercice

het boekjaar

New cards
46

l'exercice en cours

het lopende boekjaar

New cards
47

l'exercice précédent

het vorige boekjaar

New cards
48

un exercice ultérieur

een later boekjaar

New cards
49

la facturation, la facture

de facturatie, de factuur

New cards
50

facturer

aanrekenen

New cards
51

les frais

de kosten

New cards
52

faire des frais

onkosten maken

New cards
53

l'insolvabilité

het onvermogen tot betalen

New cards
54

être insolvable

niet solvabel zijn

New cards
55

un justificatif

een bewijsstuk

New cards
56

la marge bénéficiaire

de winstmarge

New cards
57

le montant

het bedrag

New cards
58

net, nette

netto

New cards
59

la note

de nota, de rekening

New cards
60

la note de frais

de onkostennota

New cards
61

une opération comptable

een boekhoudkundige verrichting

New cards
62

la perte

het verlies

New cards
63

le poste

een begrotingspost

New cards
64

le profit, la bénéfice

de winst

New cards
65

la recette

de opbrengsten, de inkomsten

New cards
66

le relevé

het overzicht

New cards
67

le relevé de compte

het rekeninguittreksel

New cards
68

le report

de overdracht, overbrenging

New cards
69

reporter

overbrengen (naar volgend boekjaar)

New cards
70

la rentrée (d'argent)

het binnenkomen (van geld), de inkomsten

New cards
71

le solde

het saldo, nog verschuldigd bedrag

New cards
72

la solvabilité, solvable

de solvabiliteit, kredietwaardigheid

New cards
73

la sortie

de uitgave

New cards
74

le transfert, un ordre de transfert

de overdracht, overboeking

New cards
75

vérifier les comptes

de rekeningen controleren, "to audit"

New cards
76

le rapport annuel

het jaarverslag

New cards
77

rentable

rendabel

New cards
78

le compte de résultats

de resultatenrekening

New cards
79

les annexes

de toelichting

New cards
80

les immobilisations incorporelles

de immateriële vaste activa

New cards
81

les immobilisations corporelles

de materiële vaste activa

New cards
82

les immobilisations financières

de financiële vaste activa

New cards
83

les actifs circulants

de vlottende activa

New cards
84

les créances à plus d'un an

vorderingen op meer dan één jaar

New cards
85

les stocks et commandes en cours d'exécution

de voorraden en bestellingen in uitvoering

New cards
86

le placement de trésorerie

de geldbeleggingen

New cards
87

les capitaux propres

eigen vermogen

New cards
88

le bénéfice, la perte

de winst, het verlies

New cards
89

l'assemblée générale

de algemene vergadering

New cards
90

le comptable

de boekhouder

New cards
91

un expert-comptable

een accountant

New cards
92

un commissaire-réviseur

een commissaris-revisor

New cards
93

un réviseur agréé

een erkend revisor

New cards
94

amortir un bien

een goed afschrijven

New cards
95

un amortissement

een afschrijving

New cards
96

conclure un emprunt

een lening aangaan, afsluiten

New cards
97

accorder un prêt

een lening toekennen

New cards
98

déduire

in mindering brengen

New cards
99

un brevet

een patent

New cards
100
les biens <-> les marchandises
de goederen (het bezit) <-> de goederen (handelswaar)
New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 16 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 28 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 42 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 34 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 51 people
... ago
5.0(3)
note Note
studied byStudied by 21 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (69)
studied byStudied by 35 people
... ago
5.0(3)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (39)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (88)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (47)
studied byStudied by 153 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (80)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (465)
studied byStudied by 27 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (239)
studied byStudied by 45 people
... ago
5.0(2)
robot