Kaarten: Engels - Unit 5 - 4de middelbaar | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/36

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

37 Terms

1
New cards

assault

geweldpleging

2
New cards

blackmail

chantage, chanteren, afpersen

3
New cards

bribary

omkoperij

4
New cards

burglary

inbraak

5
New cards

child abuse

kindermishandeling

6
New cards

fraud

fraude, bedrog

7
New cards

murder

moord, vermoorden

8
New cards

pickpocketing

zakkenrollen

9
New cards

theft

diefstal

10
New cards

to accuse, an accusation

beschuldigen, een beschulding

11
New cards

to arrest, an arrest

arresteren, een arrestatie

12
New cards

to capture

vatten, vangen

13
New cards

to charge, a charge

aanklagen, een aanklacht

14
New cards

to collaborate, a collaboration

samenwerken, een samenwerking

15
New cards

to compete, a competition

wedijveren, een wedstrijd

16
New cards

to estimate, an estimate

schatten, een schatting

17
New cards

to examine, an examination

onderzoeken, bestuderen (eerder wetenschap),

een onderzoek

18
New cards

to identify, the identification

identificeren, de identificatie

19
New cards

to investigate, an investigation

onderzoeken, een onderzoek (eerder gerechtelijk, politie)

20
New cards

to photograph, a photograph, photography

fotograferen, een foto, fotografie

21
New cards

to publish, a publication

publiceren, een publicatie

22
New cards

to question, a question

ondervragen, een vraag

23
New cards

to suspect, a suspect

verdenken, een verdachte

24
New cards

to witness, a withness

getuigen, een getuige

25
New cards

a fingerprint

een vingerafdruk

26
New cards

forensic evidence

forensisch bewijsmateriaal, wetenschappelijk bewijsmateriaal

27
New cards

a motive

een motief

28
New cards

the scene of the crime

de plaats van de misdaad

29
New cards

a victim

een slachtoffer

30
New cards

to die, death, dead

sterven, de dood, dood

31
New cards

to develop, the development

ontwikkelen, de ontwikkeling

32
New cards

to expand, an expansion

uitbreiden, een uitbreiding

33
New cards

to occur, an occurance

voorkomen ,gebeuren, een gebeurtenis

34
New cards

poverty, poor

armoede, arm

35
New cards

to survive, survival

overleven, het overleven

36
New cards

to be unemployed, unemployment

werkloos zijn, werkloosheid

37
New cards

Nog leren (1)

Je hebt een begin gemaakt met het leren van deze termen. Hou vol!