Psychotherapy

1. Automatische gedachten

Spontane, korte gedachten die opkomen in reactie op situaties.

2. Negatieve automatische gedachten

Disfunctionele, vaak onrealistische gedachten met een negatieve inhoud.

3. Triggers

Gebeurtenissen die automatische gedachten activeren.

4. Kernopvattingen (Core beliefs)

Diepgewortelde overtuigingen over het zelf, de wereld, en anderen.

5. Voorwaardelijke assumpties (Conditional assumptions)

Regels in "als

6. Cognitieve vervormingen

Denkfouten zoals catastroferen, zwart

7. Gedachtenregistratieformulier

Hulpmiddel om gedachten, gevoelens en gedrag te noteren.

8. Cognitieve herstructurering

Het uitdagen en aanpassen van disfunctionele gedachten.

9. Socratische dialoog

Vragende therapeutische techniek om eigen denkpatronen te onderzoeken.

10. Gedragsexperimenten

Praktische testen van disfunctionele overtuigingen.

11. Schemata

Cognitieve structuren die informatieverwerking beïnvloeden.

12. Inhibitoir leren

Leren van nieuw gedrag dat ongewenst gedrag onderdrukt.

13. Klassieke conditionering

Leren via associatie tussen stimuli.

14. Operante conditionering

Leren via bekrachtiging of bestraffing van gedrag.

15. UCS/UCR

analyse

16. Functionele analyse (FA)

Analyse van gedrag en gevolgen in operante conditionering.

17. Exposuretherapie

Behandeling gebaseerd op gecontroleerde blootstelling aan angsten.

18. Blended care

Combinatie van online en face

19. Telemedicine

Zorg op afstand via digitale communicatie.

20. Asynchrone communicatie

Communicatie zonder directe interactie, zoals via e

21. Demoralisatie

Gevoelens van hulpeloosheid en zinloosheid bij cliënten.

22. AGPA

richtlijnen

23. Groepscohesie

Mate van verbondenheid binnen een groep.

24. Groepsdynamiek

Processen die zich binnen groepen afspelen, zoals rolvorming en cultuur.

25. Yalom’s therapeutische factoren

Elf factoren die de effectiviteit van groepspsychotherapie verklaren, o.a. hoop, universalisme, altruïsme.

26. Psychodynamische therapie

Gericht op onbewuste processen, innerlijke conflicten en vroege ervaringen.

27. Psychoanalyse

Klassieke vorm met vrije associatie en interpretatie; oorsprong bij Freud.

28. Clientgerichte therapie (Rogeriaanse therapie)

Gericht op empathie, acceptatie en zelfontdekking.

29. Humanistische therapie

Gericht op persoonlijke groei en zelfactualisatie.

30. Existentiële therapie

Behandelt thema’s zoals dood, vrijheid, eenzaamheid en zinloosheid.

31. Oplossingsgerichte therapie

Focus op gewenste uitkomsten en hulpbronnen i.p.v. problemen.

32. Acceptance and Commitment Therapy (ACT)

Aanvaarding van interne ervaringen en focus op waarden.

33. Hypnotherapie

Toepassing van hypnose voor ontspanning, pijnreductie, etc.

34. Cognitieve gedragstherapie (CGT)

Combinatie van cognitieve en gedragstherapeutische technieken.

35. Exposuretherapie

Systematische blootstelling aan angstwekkende stimuli om angst te reduceren.

36. Inhibitoir leren

Nieuwe veilige associaties leren in plaats van oude angstige associaties uitdoven.

37. Functionele Analyse (FA)

Analyse van gedrag en gevolgen (bekrachtiging/vermijding).

38. UCS/UCR

analyse (Betekenisanalyse)

39. Zelfmonitoring

Cliënt registreert gedrag/symptomen voor inzicht en voortgang.

40. Psycho

educatie

41. Virtual Reality therapie

Inzet van virtuele omgevingen voor exposure of training.

42. Dialectische gedragstherapie (DBT)

Integratie van CGT en mindfulness voor emotieregulatie.

43. Mindfulness

Aandachtstraining zonder oordeel; vaak gebruikt in CGT en ACT.

44. Biofeedback

Meten en terugkoppelen van lichamelijke signalen voor zelfregulatie.

45. Multicomponent behandeling

Combinatie van verschillende therapeutische technieken.

46. Token economy

Beloningssysteem gebaseerd op gedrag.

47. Sociale vaardigheidstraining

Oefening in sociale interactie.

48. Assertiviteitstraining

Vergroten van zelfverzekerde communicatie.

49. Contingency management

Belonen/verwijderen van gedrag op basis van consequenties.

50. Behandelplan

Afgesproken doelen, methoden, tijdspad en evaluatiemomenten van therapie.