Geography Exam 2025

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/89

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Thema 5 examen leerstof 2025

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

90 Terms

1
New cards

Verwering

Proces waarbij gesteenten worden aangetast/afgebroken door weerselementen of door organismen

2
New cards

Soorten verwering

  • Mechanische verwering (zonder verandering chemische samenstelling)

  • Chemische verwering (verandert chemische samenstelling steen)

  • Organische verwering (verandert steen adhv organismen en planten)

3
New cards

Soorten mechanische verwering

  • vorst werking

  • schurende werking v. wind en water beladen met zand en grind

4
New cards
<img src="https://knowt-user-attachments.s3.amazonaws.com/727df700-746c-4192-9964-013eb9b93736.png" data-width="100%" data-align="center"><img src="https://knowt-user-attachments.s3.amazonaws.com/3b7a916a-5739-43c7-abb0-ba77f3e65a8f.png" data-width="100%" data-align="center"><p>Welke soort verwering zien we hier?</p>

Welke soort verwering zien we hier?

Mechanische verwering, vorstwerking

5
New cards

Welke soort verwering zien we hier?

Mechanische verwering, schurende werking v. wind en water beladen met zand en grind

6
New cards

Chemische verwering + wnr treden ze het sterkste op?

Water tast, samen met de erin opgeloste stoffen, gesteenten aan door chemische reacties

Ze zijn het sterkste bij:

  • hoge temperatuur

  • veel neerslag

  • hoge zuurtegraad

7
New cards

Soorten chemische verwering

  • Oxidatie van ijzer

  • oplossing v. kalksteen in water

8
New cards

Welke soort verwering

Chemische verwering, oxidatie van ijzer

9
New cards

Soort verwering?

Chemische verwering, oplossing v kalksteen in water

10
New cards

Voorbeelden organische verwering

  • Plantenwortels (ankor wat)

  • Korstmossen

  • bodemverstoring (mollen, muizen, regenwormen)

11
New cards

Chemische verwering, stalactiet, stalagmiet

12
New cards

Definitie hellingsprocessen

Wanneer verweerde gesteente door zwaartekracht naar beneden valt, glijdt, vloeit of kruipt

13
New cards

Soorten hellingsprocessen

  • massabeweging

  • vloeien (afspoeling)

  • menselijk activiteit

14
New cards

Soorten massabeweging

  • afstorting: vallen/abrasie

  • aardverschuiving: glijden

  • bodemkruip

15
New cards

Afstorting

rotsen die als gevolg van verwering breken en naar beneden vallen

16
New cards

Abrasie

rotsen die als gevolg van sterke golfslag uitslijten en afstorten

17
New cards

Aardverschuiving: glijden

samenhangende massa glijdt v. een helling af. Deze aardverschuiving gebeurt meestal op een met water verzadigde klei op leemgrond

18
New cards

Soort hellingsproces

Massabeweging, afstorting

19
New cards

Soort hellingsproces

Massabeweging, aardeverschuiving

20
New cards

Bodemkruip

Bodemmateriaal kruipt heel traag naar beneden. Je ziet het niet maar wel het resultaat ervan: bomen met kromme stammen, overhellende elektriciteitspalen, scheuren in huizen

21
New cards

Afspoelingserosie: vloeien

Bodemdeeltjes komen los en verplaatsen zich door water

  • diffuse afspoeling

  • geulerosie

  • modderstroom

22
New cards

Menselijk activiteiten (hellingsprocessen)

  • ontbossing(vegetatie houdt grond bijeen zonder erodeert makkelijker)

  • bebouwing (door extra druk kan bovenste laag grond schuiven)

  • mijnbouw en wegenaanleg (steile hellingen, explosies, zware machine, hevige trillingen, etc.

23
New cards

Stroombekken (waterscheidingskam?)

Het landoppervlak dat door een bepaalde stroom en haar bijrivieren gedraineerd wordt. Alle neerslag v. stroombekken komt uiteindelijk via bijrivieren terecht in deze stroom.

Waterscheidingskam?

scheidingslijn v. stroombeken

24
New cards

Verval

Hoogte verschil v. een rivier over een bepaald afstand (hoogte)

25
New cards

Verhang

maat voor de hellingsgraad v. een rivierstuk

—> geeft aan hvl m een rivier per km daalt

26
New cards

Waar is de grootste verhang bij een rivier?

Grootste verhang → bovenloop

komt overeen met een groote stroomsnelheid

kleinste verhang → benedenloop

27
New cards

Debiet

geeft aan hvl water per seconde voorbijstroomt (m³/s)

bij hol groter stroomsnelheid en m³ dan bij bol

28
New cards

Erosie

Start als deeltjes loskomen vanuit de bedding en in beweging worden gebracht

29
New cards

Waar is erosie het sterkste? en waarom

in de bovenloop want daar in de grootste stroomsnelheid

30
New cards

Waarom is er een hogere stroomsnelheid nodig voor erosie van klein dan zand?

Kleine deeltjes kleven stevig aan elkaar en de rivier prikt ze pas op bij een grotere stroomsnelheid

31
New cards

Transport

om bewegende deeltjes te vervoeren is minder energie nodig dan om het los te maken v. de bodem

32
New cards

Waarom snijdt ee rivier zich nauwelijks nog in ter hoogste v/d middenloop

strommsnelheid v/d water is minder snel

33
New cards

Soorten transport

  • suspensie

  • oplossing

  • rollen en glijden

  • saltatie (sprongsgewijze)

34
New cards

Sedimentatie/ afzetting

zodra de stroomsnelheid daalt worden de meegevoerde deeltjes afgezet (1st grind dan zand silt leem en in stilstaandwater klei)

35
New cards

Kenmerken bovenloop

  • verhang groot (verval)

  • stroomsnelheid hoog (veel erosie)

  • Verticale erosie/ insnijding

  • puin schuurt over bedding waardoor meer materiaal loskomt

36
New cards

Kenmerken middenloop

  • debiet groter (zijrivieren meer water aan voeren)

  • doordat het minder steil is daalt stroomsnelheid en erosie

  • vooral transport

37
New cards

Kenmerken benedenloop

  • Verval klein

  • stroomsnelheid traag

  • vooral fijne deeltjes bezinken

  • sedimentatie overheerst

38
New cards

Mondingstypes

-delta

-estuarium

39
New cards

Delta uitmonding

Bij de monding v. een stroom in een meer of zee met een klein getijdeverschil zal alle meegevoerde puin afgezet worden in een waaiervormig structuur. Veel vruchtbare grond rond die regio vb. nijldelta

40
New cards

Estuarium uitmonding

Wanneer stromen uitmonden in een zee of oceaan met een groot getijverschil zal door het in- en uitstromende zeewater een brede trechtermonding of estuarium gevormd worden. vb estuarium vd schelde

41
New cards

Wat is GIS?

Geografische

Informatie

Systeem

Een informatiesysteem waarmee ruimtelijke gegevens worden opgeslagen, beheerd, bewerkt, onderzocht en gepresenteerd (info kan in lagen vergeleken worden)

42
New cards

Urbanisatie

 Men werkt en woont in de binnenstad. (tijdens IR tot 19e eeuw)

<p>&nbsp;Men werkt en woont in de binnenstad. (tijdens IR tot 19e eeuw)</p>
43
New cards

Suburbanisatie

Werkgelegenheid in de binnenstad en woningen verschuiven naar de stadsrand (19de-1960)

<p>Werkgelegenheid in de binnenstad en woningen verschuiven naar de stadsrand (19de-1960)</p>
44
New cards

Rurbanistatie

Werkgelegenheid zwemt uit over een grotere ruimte. Het wonen verschuift nog verder van de binnenstad en eist nadrukkelijk ruimte op in het platteland.

<p>Werkgelegenheid zwemt uit over een grotere ruimte. Het wonen verschuift nog verder van de binnenstad en eist nadrukkelijk ruimte op in het platteland.</p>
45
New cards

Re-urbanisatie

Jonge alleenstaanden en jonge gezinnen vinden het terug aantrekkelijk om te wonen in de kernstad v. steden als Ghent, Antwerpen, Leuven of Hasselt

46
New cards

Welke stedelijke kenmerken krijgt het platteland?

  1. morfologische verstedelijking

  2. sociaal-economische verstedelijking

  3. functionele verstedelijking

  4. sociologische verstedelijking

47
New cards

Morfologische verstedelijking

De agrarische bewoningsvorm (met boerderijen) wordt verdrongen door de stedelijke bewoningsvorm (met o.a rijwoningen, appartementen) Bevolkingsdichtheid en de bebouwde oppervlakte nemen toe.

48
New cards

Sociaal-economische verstedelijking

De overwegende agrarische beroepsbevolking wordt verdrongen door bevolking werkzaam in de secundaire sector (industrie) en vooral tertaire sector (handel en diensten) Gevolg: pendel, men woont op het platteland maar werkt in de stad forenzen)

49
New cards

Functionele verstedelijking

Stedelijke functies komen nu ook voor in dorpskernen (bijv. supermarkt, sporthal, scholen, banken etc)

50
New cards

Sociologische verstedelijking

De oorspronkelijke gesloten landelijke gemeenschap, met sterke sociale controle, wordt verangen door een open gemeenschap, met weinig sociale controle —> afstandelijke stadsmentaliteit

51
New cards
<p>Ruimtelijk ordening Belgie v/s Nederland</p>

Ruimtelijk ordening Belgie v/s Nederland

Vlaanderen:

  • veel versnippering

  • veel lintbebouwing

Nederland:

  • weinig versnippering

  • geen lintbebouwing

Verschil?

Vlaanderen eerste RO wet in 1962 en Nederland in 1922

52
New cards
<p>Wat betekent welke kleur?</p>

Wat betekent welke kleur?

Rood → woongebied

Geel → agrarische gebied

Groen → natuur

Paars → industrie

oranje → recreatie

blauw → zone voor openbare nut

53
New cards

Ruimtelijk structuurplannen levels

RSV (ruimtelijk structuurplan vlaanderen)

PRS (provinciaal ruimtelijk structuurplan)

GRS (gemeentelijk ruimtelijk structuurplan)

54
New cards

Welke waarden kan een plaats hebben?

  • cultuurhistorische waarden

  • Esthetische waarden

  • natuur/wetenschappelijke waarden

55
New cards

Duurzaamheid in ruimtelijkgebruik

Voldoende ontwikkeling huidige generatie, zonder afbreuk te doen aan die v. toekomstige gen

56
New cards

Probleem en oplossing: groot ruimtebeslag en spreiding v. functies

probleem:

  • dure aanleg v. infrastructuur

  • dure dienstverlening

  • te weinig open ruimte/ natuur

  • stijgende hitte (hitte eiland)

Oplossing:

  • staatsinbreiding (brownfield sites)

  • kleiner bouwen en hoogbouw (verdichten)

  • verwerven v. functies (sporthal school ook na school)

57
New cards

Probleem en oplossing: Verschillende woontypologieën

probleem:

  • te veel te grote woningen met tuin of grote appartementen

oplossing:

  • alternatieve woonvormen

    → kangaroewoningen

    → tiny houses

    →cohousing

58
New cards

Probleem en oplossing: sociale segregatie

probleem:

  • sociale ongelijkheid/ scheiding tussen delen v/d stad

  • In armere delen; negatieve invloed, onderwijs, werkloosheid, minder ontwikkelingskansen

Oplossingen:

  • place based, oude gebouwen renoveren of vervangen om nieuwe rijke mensen aan te trekken ( nadeel buurt kan te duur worden)

  • people based: ontmoetingsplaatsen creëren op openbare ruimtes

59
New cards

Probleem en oplossing: verlies v. landschapselementen

probleem:

  • door steeds meer bebouwing en verharding worden landschappen aangetast

oplossing:

  • natuurcompensatie

    • Financiële bijdragen bij bouwvergunning

    • gelijkwaardig natuur aanplanten op een andere plaats

60
New cards

Probleem en oplossing: Afwatering v neerslag

probleem:

  • steeds meer bodem wordt ondoorlatend

    • meer droogte omdat water niet in grond kan doordringen

    • overstromingen bij regenweer

oplossingen:

  • Blue Deal

    • beperkte percentage verharding per woning

    • ontharding

    • aanleggen v. wachtbekkens

    • groenblauwe dooradering

61
New cards

Hitte-eiland

probleem:

  • stenen en verharding houden de warmte vast

    • hierdoor kan het tot 4 °C warmer worden in de stad

      Oplossing:

      • afkoeling met water (thailand)

      • Groendaken / lichte kleuren

      • meer vegetatie

62
New cards

Mobiliteit

probleem:

  • door verspreide bebouwing werkt het openbaar vervoer niet efficient

    - meer gebruik v/d auto wat leidt tot congestie (file) parkeerproblemen, luchtvervuiling, minder veiligheid

oplossing:

  • Bevolking bewust maken v. hun bijdrage

  • investeren in fietsverbindingen

  • Promoten openbaar vervoer

  • invoeren zone 3

  • 1richtings straat

  • Invoeren lage emissiezones

63
New cards
<p>&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;1. </p>

    1.

sneeuw, (valt dan dat er wegsmelt, ontstaat er een ijsmassa die door het haar gewicht traag naar beneden glijdt)

64
New cards
<p>2</p>

2

korrelsneeuw

65
New cards
<p>3</p>

3

firn: zodra lucht uitgeperst wordt en smeltwater tussen de korrelsneeuw bevriest, ontstaan er grotere ijskorrels (heeft een felle witte kleur)

66
New cards
<p>4</p>

4

gletsjerijs, zodra de druk nog verder toeneemt krijgt het compacte gletsjerijs en opvallende blauwe kleur

67
New cards
<p>A </p>

A

firnbekken: het hoog gelegen brongebied v. een gletsjer

68
New cards
<p>1</p>

1

cirque: komvormige nis met steile wanden waarin sneeuw zich opstapelt, door de druk v. bovenliggende lagen wordt deze sneeuw omgezet tot gletsjerijs

69
New cards
<p>2</p>

2

drempel met ijsval, waar het firnbekken verlaat is de helling stijl en verhoogt tegelijk de snelheid van het glijdende ijs

70
New cards
<p>3</p>

3

gletsjerspleten

71
New cards
<p>B</p>

B

Gletsjertong: het langgerekte deel van een dalgletsjer beneden het firnbekken

72
New cards
term image

krassporen, de harde rotsbodem onder een gletsjer wordt glad geschuurd en vertoont vaak lange krassporen

73
New cards

Erosie door gletsjer dal

U-vormig trogal vaak met zeer grote afmetingen

74
New cards

Morene

-puin dat door gletsjer meegevoerd of afgezet wordt

Kenmerken:

  • sterk uiteenlopende korrelgrootte (v. fijn tot grote blokken)

  • puin ongesorteerd en weinig/ niet afgerond

75
New cards
<p>a</p>

a

Grondmorene:

puin op de bodem van de gletsjer

76
New cards
<p>b</p>

b

Middenmorene:

bij de samenvloeiing van 2 gletsjers versmelten 2 zijmorenes tot middenmorene = strook puin midden v/d net gevormde grote gletsjer

77
New cards
<p>c</p>

c

Eindmorene:

puin dat, na ht afsmelten v. het ijs, als een grote boog afgezet wordt rond het einde V/h gletsjerfront

78
New cards
<p>5</p>

5

Gletsjerfront:

Aan het einde v/d gletsjertong smelt het ijs.

79
New cards
<p>6</p>

6

Gletsjerpoorten: smeltwater verzamelt zich en stroomt met grote kracht naar buiten via 1 of meer gletsjerpoorten

80
New cards

gletsjermelk

fijn gemalen puin kleurt dit smeltwater wit

81
New cards

Fjord

diepe, smalle inham in de kustlijn, meestal omringd door steile rotswanden, die is ontstaan door gletsjererosie.

82
New cards
<p>leg uit </p>

leg uit

1. gletsjer in volle actie; volle ijstijd

  1. na ijstijd smelt het ijs → U-vormig trogdal

83
New cards

Firth

schotse fjord

84
New cards
term image
  1. firnbekken

  2. gletsjerspleten

  3. gletsjertong

  4. zijgletsjer

a. zijmorene

b. middenmorene

c. grondmorene

85
New cards
<p></p>

  1. gletsjer

  2. horn

  3. cirque

  4. hangende vallei

  5. gletsjerkrassen

  6. U-dal

86
New cards
<p>alles</p>

alles

A firnbekken

B Gletsjertong

1 cirque

2 drempel met ijsval

3 gletsjerspleten

4 drempel met ijsval

5 gletsjerfront

6 gletsjerpoorten

a grondmorene

b middenmorene

c eindmorene

87
New cards
term image

1 Maas

2 Jeker

3 Ourthe

4 Vesder

5 Amblève

88
New cards
term image
knowt flashcard image
89
New cards

Gemiddelde verhang

knowt flashcard image
90
New cards

3 manieren ontstaan waterval

  1. afstortingsmateriaal de loop verspert

  2. wnr harde en zachte lagen elkaar afwisselen, waarbij de zachte lagen wegspoelen en de harde lagen loodrecht afbreken

  3. Hoofddal sneller uitscheurt dan zijdal