1/31
Poging #4
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Ontluikende geletterdheid
De ontwikkeling van de geletterdheid in de voorschoolse periode van 0 tot 4 jaar
Beginnende geletterdheid
De ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen 1 t/m 3 van de basisschool
Gevorderde geletterdheid
De ontwikkeling van geletterdheid na groep 3
Aanvankelijk lezen
De fase in leesonderwijs waarin de kinderen de letters aanleren en eenvoudige woorden hardop kunnen lezen. Voor de meeste kinderen speelt het aanvankelijk lezen zich af in groep 3.
Voortgezet technisch lezen
De fase in het leesonderwijs waarin gewerkt wordt aan het vergroten van de vaardigheid in het decoderen van teksten. Het gaat om het vlot en nauwkeurig kunnen lezen van een tekst en niet om het begrijpen.
Begrijpend lezen
Domein van het taalonderwijs waarbij het gaat om het begrijpen van de tekst en het achterhalen van de bedoeling
Taalbeschouwing
Domein van taalonderwijs waarbij het gaat om kinderen leren te reflecteren op de taalvorm, de manier waarop iets is verwoord en het gebruik van taal. Kinderen moeten leren in de vorm van de taal bijzonderheden en regelmaat te ontdekken
Woordenschat
Het domein van taalonderwijs waarbij het gaat om het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden. Ook worden er strategieën aangeleerd om achter de betekenis van onbekende woorden te komen
Stellen
Domein van taalonderwijs waarbij het gaat om het schrijven van verschillende soorten teksten
Spelling
Domein van taalonderwijs waarbij het gaat om het correct kunnen schrijven van woorden en toepassen van de belangrijkste spellingsregels
Communicatieve functie (sociale functie)
De functie van taal waarbij het gaat om het gebruik van de taal als communicatiemiddel
Sociale taalfunctie
De functie van taal waarbij het gaat om het gebruik van de taal als communicatiemiddel
Zelfhandhaving
Een sociale/communicatieve taalfunctie waarbij de spreker zichzelf beschermt en verdedigt
Zelfsturing
Een sociale/communicatieve taalfunctie waarbij de spreker met woorden zijn handelen ordent of plannen aankondigt
Sturing van anderen
Een sociale/communicatieve taalfunctie waarbij de taal gebruikt wordt om het gedrag van anderen te beïnvloeden
Structurering van het gesprek
Een sociale/communicatieve taalfunctie waarbij de taal gebruikt wordt om het gespreksverloop te beïnvloeden
Conceptualiserende functie (cognitieve functie)
De functie van taal waarbij het gaat om het gebruik van de taal als hulpmiddel om gedachten te ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid
Cognitieve functie
De functie van taal waarbij het gaat om het gebruik van de taal als communicatiemiddel
Rapporteren
Een cognitieve/conceptualiserende functie waarbij de spreker een verslag doet van iets wat in de werkelijkheid voorkomt
Redeneren
Een cognitieve/conceptualiserende functie waarbij de spreker het weergeven van een gebeurtenis bewerkt door een extra denkstap in te bouwen (chronologisch ordenen, conclusies trekken, relaties leggen tussen oorzaak en gevolg)
Projecteren
Een cognitieve/conceptualiserende functie waarbij de spreker zich probeert te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand anders
Communicatieve competentie
De vaardigheid van een taalgebruiker om in alle communicatieve situaties adequaat te communiceren
Grammaticale competentie
De kennis van de taal en de taalregels die nodig zijn om te kunnen communiceren
Tekstuele competentie
Het vermogen om de kennis van gesproken en geschreven teksten te gebruiken in verschillende communicatieve situaties
Strategische competentie
Het vermogen van een taalgebruiker om strategieën te hanteren om zo bepaalde doelen te bereiken
Functionele competentie
Het vermogen van de taalgebruiker om zijn taalgebruik aan te passen aan een specifieke situatie
Fonologisch niveau
Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de uitspraak van woorden, de regels voor de volgorde van spraakklanken, de intonatie en het woordaccent
Morfologisch niveau
Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de opbouw van woorden in morfemen
Syntactisch niveau
Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de regels voor het combineren van woorden. Op dit niveau kunnen we woordsoorten en zinsdelen aangeven
Semantisch niveau
Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de betekenis van woorden en betekenisrelaties tussen woorden
Pragmatisch niveau
Het niveau van de taal dat betrekking heeft op het concrete taalgebruik
Orthografisch niveau
Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de spelling van woorden en de interpunctie