1/77
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
entenderse
elkaar begrijpen, met elkaar kunnen opschieten
creer
geloven, denken, menen
pensar
denken, menen
pensó que le iban a suspender
hij dacht dat ze hem zouden doen zakken/schorsen
la opinión
de mening
en mi opinión
naar mijn mening
No ser de tu opinión
Niet van jouw mening zijn
opinar
vinden, menen
probable
waarschijnlijk
criticar
bekritiseren, beoordelen
crítico, crítica
kritisch, kritiek
estar seguro, segura de
zeker zijn van
parecer
lijken, schijnen
¿Qué le parece ...?
Wat vindt u van ...?
considerar
beschouwen, overwegen, van mening zijn
exagerar
overdrijven
valer la pena
de moeite waard zijn
preferir
verkiezen, de voorkeur geven aan
conveniente
wenselijk, geschikt, passend
agradecer
bedanken, waarderen
dar las gracias (a ... por ...)
bedanken (aan ... voor ...)
con mucho gusto
heel graag, uiteraard
ayudar
helpen
la ayuda
de hulp, de steun
contar con
rekenen op, beschikken over
dirigirse a
zich wenden tot
en cuanto a
wat betreft, betreffende
acompañar
begeleiden, vergezellen
necesario, necesaria
noodzakelijk, nodig
deber
moeten, behoren, verschuldigd zijn
la promesa
de belofte
prometer
beloven, toezeggen
cumplir
uitvoeren, nakomen, voltooien, voldoen
cumplir la promesa
de belofte houden/vervullen
el favor
de gunst
seguro, segura
zeker, veilig
regalar
cadeau doen, schenken
el regalo
het cadeau
sorprender
verrassen, verbazen
la sorpresa
de verrassing
dar una gran sorpresa
een grote verrassing bezorgen
sorprendente
verrassend
corriente
gewoon, gebruikelijk, gangbaar
útil
nuttig, bruikbaar
inútil
nutteloos, zinloos, onbruikbaar
práctico, práctica
praktisch, handig
el prejuicio
het vooroordeel
opuesto, opuesta
tegengesteld
enfrentarse
geconfronteerd worden met, het hoofd bieden aan
el juicio
het oordeel, de mening
a nuestro juicio
volgens onze mening
la conclusión
de conclusie, de slotsom, de beëindiging
el parecer
de mening, het oordeel
el concepto
het begrip, de mening
el criterio
het criterium, de maatstaf; het oordeel
la influencia
de invloed
meterse
zich bemoeien
preferible
verkieslijk, de voorkeur hebbend
preferido, preferida
lievelings-
relativo, relativa
betrekkelijk, relatief
corresponder
overeenkomen
cortés
hoffelijk, beleefd
estar dispuesto, dispuesta a
bereid zijn tot
esencial
essentieel, wezenlijk
presentarse
zich voordoen, verschijnen, zich aandienen
presentarse en la oficina
opdagen op kantoor
el deber
de plicht
cumplir con los deberes
de plichten nakomen
la obligación
de verplichting, de plicht
obligar
verplichten
el compromiso
de verplichting, de afspraak; het compromis
el servicio
de dienst
excusar
excuseren, zich verontschuldigen
servir
dienen, fungeren, bedienen
cuidar de
verzorgen, zorgen voor, passen op
ocuparse de
zich bezighouden met, zich zorgen maken over
hacer falta
nodig zijn
la necesidad
de noodzaak, de behoefte