Looks like no one added any tags here yet for you.
Non-verbale communicatie
(Analoge communicatie) De communicatie tussen mensen die geen talige kenmerken heeft.
Sociale cognitie
Aangeleerd gedrag dat we hebben overgenomen van anderen
De studie van de manier waarop individuen hun (sociale) wereld begrijpen en zichzelf in een bredere sociale context situeren
Het individuele niveau van ons taalgebruik
de manier waarop taal onze kennis van de wereld (“cognitie”) uitbreidt
sociale kennis
= merendeel van onze kennis
= kennis die we opdoen via anderen
aangeleerd gedrag
… + taalgebruik = fundamenteel interactief
tailor-made
op maat van ons niveau, ons functioneren en wat men met ons wil bereiken
Continuïteitshypothese
Mensen zijn niet ab initio verschillend van dieren, maar evolueren naar een fundamentele kloof tussen talig en niet-talig.
Disruptiehypothese
Mensen zijn axiomatisch anders dan dieren in hun communicatie.
2 perspectieven om te kijken naar de vraag: waarom spreken wij?
1. ontwikkelingsperspectief/evolutionair perspectief: vanuit welke context hebben we taal ontwikkeld? \n 2. functioneel perspectief: met welk doel hebben we taal ontwikkeld?
ontwikkelingsperspectief/evolutionair perspectief
Evolutie gebeurt door genetische veranderingen doorheen de tijd. Survival of the fittest! Taal is ook een deel van evolutie
Evolutieleer
evolutie van vormen en niet van functies! Functies worden toegekend aan bestaande vormen. => vorm > functie
Welke twee hypotheses kunnen de kloof tussen de homo sapiens en alle andere diersoorten verklaren?
continuïteit
disruptie
Sociolinguïstiek
Een wetenschappelijke disciplinaire invalshoek op taal waarbij taal vooral wordt gezien als een middel waarmee een individu zich uitdrukt in een specifieke context.
Evolutionair perspectief
Focus in taalkunde op hoe taal ingebed zit in ons als soort
Culturele perspectief
Focus in taalkunde op de effecten van ons taalgebruik op groepsniveau
Existentiële perspectief
Focus in taalkunde op de individuele keuzes die sprekers kunnen maken
Extern perspectief
Benadering van taalkunde a.d.h.v. invloeden van buitenaf
Intern perspectief
Benadering van taalkunde a.d.h.v. interne sytematieken
Taalkundige antropologie
Een multi- en interdisciplinaire discipline waarin wordt nagegaan hoe het taalvermogen ons definieert als soort ten opzichte van andere dieren en soorten.
Multidisciplinair
Het gebruik van meerdere (verschillende) disciplines + Bij een ... aanpak kan elke discipline "haar eigen ding" doen en zit het multidisciplinaire aspect erin dat al die disciplines samengebracht worden in een overzicht
Interdisciplinair
Het combineren van ten minste twee verschillende disciplines (meestal in een nieuwe discipline) + bij ... perspectieven laat je meerdere perspectieven elkaar beïnvloeden en dat betekent vaak ook nieuwe methodologieën gebruiken, andere vraagstellingen ontwikkelen etc.
Taalkunde
Beoogt het beschrijven van taalsystemen, de werking van taal, functie, evolutie enz.
Antropologie
De studie van het menselijk gedrag met de bedoeling te begrijpen wat ons 'mens' maakt
Alessandro Duranti - Linguistic Anthropology
→ 3 grote onderzoeksstromingen binnen taalkundige antropologie
Taalkundige beschrijvingen van erg kleine en nauwelijks onderzochte stammen (etnografie & etnolinguïstiek)
Interactionele linguïstiek en talige contactname
Onderzoek rond “taal-als-sociale-actie” met sociaal constructivistische benaderingen van (sociale) identiteit, de rol va taal en de functie van taal voor de organisatie van gemeenschappen (taalideologieën)
Etnografie
Een methode van de etnologie om etnieën in kaart te brengen. In de sociolinguïstiek duidt het woord op een systematische methode om door bestudering van plaatselijke attitudes, en niet het minst talige attitudes, verschillende bevolkingsgroepen te onderscheiden.
Etnolinguïstiek
Deelgebied van de antropologische linguïstiek die de taal van een bepaalde etnische groep bestudeert.
Taalkundig intern perspectief
wenst taal alleen te verklaren vanuit de structuur en de eigenschappen van taal zelf. de structuur van taal vertelt dan ook alles over de oorsprong van taal (Chomsky)
Taalkundig extern perspectief
leermechanismen, cultuur hebben volgens Chomsky geen invloed op de structuur van taal
De functie van een bepaalde vorm = afhankelijk van die vorm
= de vorm ontstaat uit een proces van adaptatie waarbij de meest succesvolle vorm ook het beste garant staat voor survival en dus een hogere slaagkans heeft om via genetische reproductie diezelfde vorm verder te verspreiden
functie vorm kan veranderen door adaptatie
evolutie niet vanuit doelmatig perspectief
mogelijkheidsvoorwaarden (-randvoorwaarden)
Op zoek naar kenmerken en eigenschappen die de mens in staat stellen om taal te ontwikkelen en er hun evolutionaire voordeel mee te doen
kwalitatieve kloof (verschillen tussen mens en dier)
taal of niet en alles wat daaraan vast hangt
kwantitatieve kloof (verschillen tussen mens en dier)
de morfologie van mensen en mensapen
Noam Chomsky - disruptie
Taal heeft een biologische basis in de genetische mutatie die is opgetreden toen de voorouders van de mens zich al hadden afgesplitst van de mensapen
idee dat de kloof tussen mensapen en mensen er een is die je best begrijpt in termen van … (= een radicale, onoverkomelijke plotse verandering)
taal verklaren vanuit intern perspectief (structuur en eigenschappen van taal)
FOXP2-gen
Men dacht eerst dat het een belangrijke rol speelde bij het opstellen van een interne grammatica van taal
→ MAAR ook gevonden bij andere zoogdieren die geen taal hebben ontwikkeld
bipedie
rechtop lopen / tweevormigheid
meer controle borstkas en ademhaling
strottenhoofd ingedaald in keelholte
stembanden
menselijke brein = gespecialiseerd in het verwerken van perceptuele informatie (visuele en auditieve informatie) in de linkerhersenhelft
Afasie
Problemen hebben met taal ten gevolge van hersenletsel
Zone van Broca
coördineert de werking van de spreekspieren
Afasie van Broca
uit zich in de vorm van problemen aan de productie van spraak: patiënten komen moeilijk uit hun woorden, hebben erg veel moeite om een zin te vormen die meestal dan toch niet is wat ze hadden willen zeggen. Zij kan vrij makkelijk worden verholpen.
Zone van Wernicke
Zone in de linker hersenhelft waar taal bij voorkeur wordt verwerkt
Afasie zone van Wernicke
uit zich in de vorm van een receptieve problematiek (interpretatie) waarbij patiënten wel vlot en gemakkelijk lijken te spreken, maar de verkeerde woorden gebruiken zodat het lijkt alsof ze constant nonsensicale zinnen zeggen. Zij kunnen ook heel moeilijk lezen en een tekst begrijpen. Zij kan moeilijker worden verholpen.
Continuïteitshypothese
evolutie over het algemeen een gradueel proces is, waarbij fysieke kenmerken een redelijk lang proces doorlopen van adaptatie of verfijning en specialisatie
De evolutie van de mens is een gradueel, continu veranderingsproces en het is daarom niet ondenkbaar dat de fysieke, genetische randvoorwaarden voor het ontstaan van taal net om die reden ook voor een deel terug te vinden zijn bij diersoorten die genetisch-evolutionair het meest verwant zijn met de mens. (De zones van Broca en Wernicke zijn terug te vinden bij gorilla's en grote apen)
Hockett’s design features
12 kenmerken die volgens Charles Hockett eigen zijn aan menselijke taal (tot 9 komen ze ook voor bij dierensoorten)
Cultuur (Richerson en Boyd)
(Vrij algemene definitie) Informatie die in staat is het gedrag van het individu te beïnvloeden en aangeleerd is door andere leden van de soort door opvoeding, imitatie en andere vormen van sociale transmissie.
Culturele/sociale transmissie
Cultuur is informatie die wordt gedeeld tussen mensen die in verschillende vormen kan voorkomen \n 1. Expliciete vorm: onderricht \n 2. Implicite vorm: imitatie \n (michael tomasello)
Sociale epistemologie
Door coöperatief gedrag (we wisselen met en onder elkaar nuttige informatie uit over de werkelijkheid) zijn we in staat om heel snel de uitkomsten van ervaringen van andere mensen te bundelen en mee te nemen naar ons eigen leven, zonder alles eerst zelf te moeten testen en/of ondergaan.
Taal = “cultural tool”
= een instrument om met elkaar in contact te treden en informatie te delen die niet meer beschikbaar of zichtbaar is.
Altruïsme
Het helpen van een soortgenoot op een moment waarop het niet helpen een voordeel zou opleveren aan degene die helpt (het opgeven van een kans om je eigen voordeel te realiseren)
→ vergroot de sociale cohesie \n (William Hamilton)
Intentioneel altruïstisch gedrag
Volgens Michael Tomasello heeft taal nog een andere dimensie van coöperatie, een dimensie die wel "species-unique" is en de mens kenmerkt: waarbij we de minds van de gesprekspartner lezen en hem/haar die informatie bezorgen waarvan we denken dat ze die nodig hebben
Tomasello verbindt sociaal leren met altruïsme
om te kunnen leren, heb je individuen nodig die iemand iets willen aanleren (die informatie hadden ze ook voor zichzelf kunnen houden en er eigen voordeel mee doen)
Doelmatig leren
Leren vanuit een specifiek doel en functioneel gericht op dat doel leren --> chimpansees \n (Horner & Whiten)
Procesmatig leren
Leren op een manier die gericht is op het volgen van een aangeleerde procedure; imiteren met de bedoeling zo getrouw mogelijk de informatie (procedure) te kopiëren --> baby's \n (Horner & Whiten)
Cumulatief leren
Doelmatig leren verschilt van procesmatig leren in de mogelijkheid om leerprocessen te combineren en op te bouwen (stacking) en dus zo ... informatie op te bouwen
mensen zijn in staat om informatie te evalueren en mee te nemen naar nieuwe situaties
culturele intelligentie (“cultural intelligence”)
= de natuurlijke predispositie om informatie te willen opvangen van andere mensen (i.e. willen leren)
cumulatief cultureel leren
volgens Tomasello de verklaring waarom de mentale capaciteiten (homo sapiens) zo snel ontwikkeld zijn en blijven ontwikkelen
je moet in staat zijn om met andere persoon dezelfde mindset te delen → culturele intelligentie moet geactiveerd zijn
Enlightened self interest
Motivatie achter dierlijk samenwerking, egoïstisch ingesteld
Sociaal leren
Aangeboren cognitieve strategie die baby’s in staat stelt taal te leren
Transmission Chain Method
Experiment waarbij talige informatie door 10 ‘generaties’ aan proefpersonen wordt doorgegeven. Conclusies:
Het menselijke brein geeft liever sociale informatie, dan feitelijke informatie door;
(Mesoudi, Whiten en Dunbar)
De mens past taal (onbewust) aan zodat ze gemakkelijker te begrijpen is
(Kirby, Cornish en Smith)
Taal (thesis Daniel Everett)
= een cultureel hulpmiddel dat door mensen wordt omgevormd via cumulatief leren tot een complex maar goed beregeld systeem waarmee ze dan eigenlijk met elkaar kunnen interneren en informatie over de werkelijkheid en de wereld kunnen uitwisselen.
Ratchett-effect/pal-effect (Tomasello)
Taal voorkomt dat informatie verloren gaat: in het rad van de opgebouwde kennis fungeert het als een pal (een stop die ervoor zorgt dat de geaccumuleerde kennis niet teruggedraaid kan worden, indien de groep voldoende groot blijft en niet uitsterft.
Interaction engine
de oorzaak van contactname tussen mensen
= de aanleg om met mensen te interageren
nature hypothese: interactionele schema’s zijn aangeboren
culture/nurture hypothese: de concrete informatie die we verwerven is gerelateerd aan de context en omgevingsfactoren
→ als interactiemachine aangeboren is: taalonafhankelijk
3 componenten die noodzakelijk zijn voor menselijke interactie
gedeelde intentionaliteit (joint attention)
coöperatief gedrag (altruïsme)
duidelijke interactie
Intentionaliteit
De manier waarop we met de omgeving (en de mensen of dingen die daar deel van uitmaken) kunnen interageren
Bewust en bedoeld een betekenis geven aan een communicatieve interactie
Monadische interactie
iets of iemand stuurt een signaal uit, ongeacht of er iemand in de buurt is die het signaal kan oppikken en decoderen
vb. verkeersborden
Gedeelde intentionaliteit
(hoort bij triadische interactie) Beide personen delen hun aandacht en vestigen het op hetzelfde (derde) element in de interactie
Dyadische interactie
interactie met een ander, mens of object
objecten → manipuleren ervan
mensen → eigen informatie meedelen aan mensen
Triadische interactie
Interactie die 3 elementen betrekt in de interactie, twee mensen en een object. En daarbij kan dus informatie uitgewisseld worden tussen de twee mensen, over dat object. Het object zelf hoeft helemaal geen informatie uit te sturen. Deze vorm van interactie is een noodzakelijke voorwaarde om collaboratief te kunnen leren.
Stance sharing
Je eigen perspectief weergeven op bepaalde feiten. Hierbij kan je je eigen mening geven over iets, en die mening kan ook gedeeld worden (of niet) door je gesprekspartner
Reciprocity of perspectives
(Edmund Husserl) Zich in iemands situatie kunnen verplaatsen. Mensen kunnen niet alleen emoties van anderen lezen, maar ook waarom iemand boos, verdrietig of blij is- iets waar mensapen grote moeite mee hebben
Socialisatie door coöperatief gedrag
Je participeert in de normen en gedragingen van een groep niet alleen omdat het van jou verwacht wordt, maar ook omdat je zelf wil dat anderen jou als een volwaardig groepslid aanvaarden (dit is immers de beste manier om zelf ook informatie aangeboden te krijgen)
Altruïstische coöperatie
niet meteen gericht op scoren van eigen voordeel
beperkt zich niet tot directe familie
willingness to learn
= bereidheid om te willen leren
= fundamenteel onderdeel van interactie engine
Peer pressure
een druk voelen om zo goed mogelijk te conformeren aan de groepswaarden om niet in de kou te staan als er informatie wordt gedeeld (Hoe meer je je terugtrekt uit de groep, hoe minder mensen bereid zijn om je als coöperatief te beschouwen)
Conversatie
Algemene definitie) Een maximaal informele sociale interactie. We houden ze zo open en informeel mogelijk: niets moet.
Turn-taking
In een gesprek de gestructureerde manier waarop gesprekspartners met elkaar omgaan in een conversatie (beurtwissels). Het is een manier om gesprekspartners tijd te geven om een antwoord te geven, of iets anders te doen - het veronderstelt joint attention en is cooperatief van aard.
Overlaps
Wanneer je je gesprekspartner onderbreekt
Speech act
Het soort gesprek/informatie die de gesprekspartner geeft (is het een mededeling, vraag naar informatie, verzoek om iets te doen)
Motherese = IDS of Infant Directed Speech
Ouders passen hun taal aan aan de kinderen en geven op die manier cues die hen moeten helpen om taal te analyseren. Ze gebruiken kortere zinnen, hogere stemvolume en meer klemtoon. Ze variëren ook meer qua prosodie en intonatie en de toon wordt verhoogd om de aandacht van de baby's beter te trekken.
Nature
Personen: Steven Pinker, Noam Chomsky \n Centraal idee: Nativism: vertrekt vanuit het idee dat kinderen slim zijn als ze geboren worden: ze hebben op dat moment al een volledig functioneel brein dat in geval van taal enkel maar een aantal keuzes moet maken om de correcte output te genereren. \n Probleem: Kan erg moeilijk ontkracht worden (niemand kan zeggen hoe deze cognitive faculty precies werkt). Hypotheses die niet ontkracht kunnen worden zijn onhandig in de wetenschap omdat falsificatie een goede methode is of een stelling geldig en haalbaar is
nurture
Persoon: B. F. Skinner \n Centraal idee: De ontwikkeling van kinderen is afhankelijk van het externe leerproces, dat een reeks conditioneringen inhoudt in termen van stimulus en respondent. De hersenen zijn blank states en je begint bij je geboorte met een tabula rasa: een leeg schrift waarop je alle nuttige info moet beginnen noteren. \n Probleem: Veronderstelt niet alleen dat alles moet worden aangeleerd, maar ook dat het aanleren zelf moet worden aangeleerd. Je moet kinderen leren om dingen te kunnen leren; je moet hen eerst leerstrategieën aanleren voor ze effectief andere dingen kunnen gaan leren. \n Voordeel: Wél empirisch toetsbaar (prenataal leren)
prenataal leren
tijdens het prenatale stadium is er weinig leerinteractie met de foetus → nog geen algemene leerstrategieën en leermechanisme doorgeven
LAD
(=Language Acquisition Device) theoretische cognitieve capaciteit voor het leren van taal, theorie van Chomsky
HAS-methode (high amplitude sucking)
men meet de frequentie waarmee baby’s aan de borst of aan de fles zuigen en stelt op die manier een basisfrequentie vast => op grond daarvan nagaan of frequentie hoger (meer specifieke aandacht) of lager (weinig aandacht) ligt.
downward convergence
Ouders passen taal aan aan hun kroost
op die manier geven ze indicaties (cues) die hen moeten helpen om taal te analyseren