relaciones personales

a familia

familie

el abuelo

grootvader

la abuela

grootmoeder

el nieto

kleinzoon

la nieta

kleindochter

el marido

echtgenoot

la mujer

echtgenote/vrouw

el padre

vader

la madre

moeder

el hijo

zoon

la hija

dochter

el hermano

broer

la hermana

zus

el primo

neef (zoon van oom/tante)

la prima

nicht (dochter van oom/tante)

el tío

oom

la tía

tante

el sobrino

neef (zoon van broer/zus)

la sobrina

nicht (dochter van broer/zus)

el cuñado

zwager

la cuñada

schoonzus

el yerno

schoonzoon

la nuera

schoondochter

el suegro

schoonvader

la suegra

schoonmoeder

la cara

gezicht

pecas

sproeten

arrugas

rimpels

cicatriz

litteken

barba

baard

bigote

snor

gafas

bril

el físico

fysiek/uiterlijk

gordo/-a

dik

delgado/-a

slank

está en forma

is in vorm

la estatura

lichaamslengte

alto/-a

lang

bajo/-a

klein

media

gemiddeld

la edad

leeftijd

un bebé

een baby

un/una niño/-a

een kind

adolescente

tiener/puberteit

persona joven

jonge persoon

persona adulta

volwassene

persona mayor

oudere persoon

la personalidad

karakter/persoonlijkheid

divertido/-a

grappig/gezellig

aburrido/-a

saai

alegre

vrolijk

serio

serieus

tímido/-a

verlegen

inteligente

intelligent

sociable

sociaal

antipático/-a

onsympathiek

abierto/-a

open

cerrado/-a

gesloten

el pelo

haar

rubio

blond

negro

zwart

castaño

bruin

pelirrojo

roodharig

canoso

grijs

teñido

geverfd

tiene el pelo

heeft het haar

largo

lang

corto

kort

rizado

krullend

liso

steil

calvo

kaal

una cola/una coleta

een staart

ondulado

golvend

trenzas

vlechten

la piel

huid

la piel blanca/clara

lichte huid

la piel morena/oscura

donkere huid