Spaanse signaalwoorden per. 4
Studied by 0 people
Knowt Play
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/95
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
96 Terms
al contrario
daarentegen
en contraste con
in tegenstelling tot
a causa de
als gevolg van
a pesar de que
ondanks
a propósito de
naar aanleiding van
a través de
door, via
además de
behalve, naast
además
bovendien
al lado de
naast
alrededor de
rondom
antes de
voor
así (que)
dus, zodat
de modo que
zodat
así
zo
aun
zelfs
de este modo
op deze wijze
atrás
achteruit
aún
nog
ahora
nu
aunque
hoewel/ook al
bajo
onder
cerca de
dichtbij
claro que
natuurlijk
como si
alsof
como (=porque)
omdat
como (=igual que)
zoals
con
met
contra
tegen
contrario a
tegenovergesteld aan
cuando
wanneer
de
van
de acuerdo con
in overeenstemming met
junto
samen
debajo de
onder
dentro de
binnen
desde
sinds
después (de)
na
detrás de
achter
durante
gedurende
en
in
en cambio
daarentegen
en cuanto a
wat betreft
en lugar de
in plaats van
en otras palabras
in andere woorden
en realidad
eigenlijk
en vez de
in plaats van
encima de
(boven)op
enfrente de
tegenover
entonces
toen, dus
entre
tussen
es decir / quiere decir
dat wil zeggen
fuera de
buiten
hacia
naar/in de richting van
hasta
tot
hasta que
totdat
junto a
naast/vlakbij
luego
daarna/later
mediante
middels
mientras
terwijl
nunca
nooit
o sea
dat wil zeggen
o
of
para
voor
sin embargo
toch/niettemin
pese a
ondanks
por ejemplo
bijvoorbeeld
por eso
daarom
por
door/voor
pues
nou/want
respecto a
ten aanzien van
según
volgens
si
als/indien
siempre que
altijd wanneer
sin
zonder
pero/sino
maar
sobre
over
también
ook
todavía no
nog niet
todavía
nog
y
en
ya no
niet meer
ya que
aangezien
ya
al
jamás
nooit
sobre todo
vooral
tal vez
misschien
delante de
voor
ante
voor
tras
na
al mismo tiempo/a la vez
tegelijkertijd
allí
daar
aquí
hier
de todas formas
in ieder geval
de repente
plotseling
salvo
behalve
por fin
uiteindelijk