tp ndls 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/50

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

51 Terms

1
New cards

cuire

bakken

bakte

gebakken

2
New cards

éclater

barsten

barstte

gebarsten

3
New cards

gâcher abimer gâter

bederven

bedierf

bedorven

4
New cards

tromper

bedriegen

bedroog

bedrogen

5
New cards

commencer

beginnen

begon

begonnen

6
New cards

comprendre

begrijpen

begreep

begrepen

7
New cards

décider

besluiten

besloot

besloten

8
New cards

ordonner commander

bevelen

beval

bevolen

9
New cards

bouger

bewegen

bewoog

bewogen

10
New cards

visiter

bezoeken

bezocht

bezocht

11
New cards

prier

bidden

bad

gebeden

12
New cards

offrir

bieden

bood

geboden

13
New cards

lier

binden

bond

gebonden

14
New cards

souffler

blazen

blies

geblazen

15
New cards

sembler

blijken

bleek

gebleken

16
New cards

rester

blijven

bleef

gebleven

17
New cards

briller

blinken

blonk

geblonken

18
New cards

rôtir

braden

braadde

gebraden

19
New cards

casser

breken

brak

gebroken

20
New cards

apporter

brengen

bracht

gebracht

21
New cards

brasser

brouwen

brouwde

gebrouwen

22
New cards

plier

buigen

boog

gebogen

23
New cards

creuser

delven

dolf

gedolven

24
New cards

penser

denken

dacht

gedacht

25
New cards

faire

doen

deed

gedaan

26
New cards

porter

dragen

droeg

gedragen

27
New cards

flotter

drijven

dreef

gedreven

28
New cards

pousser

dringen

drong

gedrongen

29
New cards

boire

drinken

dronk

gedronken

30
New cards

goutter

druipen

droop

gedropen

31
New cards

plonger

duiken

dook

gedoken

32
New cards

forcer

dwingen

dwong

gedwongen

33
New cards

manger

eten

at(en)

gegeten

34
New cards

siffler

fluiten

floot

gefloten

35
New cards

aller

gaan

ging

gegaan

36
New cards

valoir

gelden

gold

gegolden

37
New cards

guérir

genezen

genas

genezen

38
New cards

profiter

genieten

genoot

genoten

39
New cards

donner

geven

gaf

gegeven

40
New cards

verser

gieten

goot

gegoten

41
New cards

glisser

glijden

gleed

gegleden

42
New cards

briller

glimmen

glom

geglommen

43
New cards

creuser

graven

groef

gegraven

44
New cards

saisir

grijpen

greep

gegrepen

45
New cards

pendre

hangen

hing

gehangen

46
New cards

avoir

hebben

had

gehad

47
New cards

soulever

heffen

hief

geheven

48
New cards

aider

helpen

hielp

geholpen

49
New cards

s’appeler

heten

heette

geheten

50
New cards

aimer

houden

hield

gehouden

51
New cards

tailler

houwen

hieuw

gehouwen