neurobiologie hc 10

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/48

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

49 Terms

1
New cards

Fylogenetische ontwikkeling

De ontwikkeling van een individu van bevruchting tot de dood.

2
New cards

Behavioral genetics

Bestudeert erfelijkheid van gedrag en cognitie via tweeling- en adoptieonderzoek.

3
New cards

Monozygotische tweelingen (MZ)

Identieke tweelingen met exact dezelfde genen.

4
New cards

Dizygotische tweelingen (DZ)

Twee-eiige tweelingen met ongeveer 50% gedeelde genen.

5
New cards

Heritability

Het aandeel van genetische variatie dat verantwoordelijk is voor individuele verschillen in een populatie.

6
New cards

Unshared environment

Factoren die individuen binnen hetzelfde gezin verschillend maken.

7
New cards

Shared environment

Factoren die individuen binnen hetzelfde gezin gelijk beïnvloeden.

8
New cards

Epigenetische invloeden

Omgevingsfactoren beïnvloeden de expressie van genen.

9
New cards

Gen-omgeving correlatie

Het genotype beïnvloedt de omgeving die iemand kiest.

10
New cards

Gen × omgeving interactie

Eigenschap ontstaat door specifieke combinatie van genen en omgeving.

11
New cards

Hersenontwikkeling

Proces waarin hersenen groeien en specialiseren door interactie tussen genen en omgeving.

12
New cards

Embryonale ontwikkeling

Hersenen ontstaan uit de neurale buis, gevormd uit het ectoderm van de embryonale plaat.

13
New cards

Proliferatie en differentiatie

Vorming van nieuwe hersencellen (neuronen en gliacellen) tussen week 4 en 24 na bevruchting.

14
New cards

Migratie

Verplaatsing van neuronen naar hun juiste positie via gliacellen; voltooid bij geboorte.

15
New cards

Synaptogenese

Vorming van synapsen tussen neuronen; piekt rond 15 maanden, verschillend per hersengebied.

16
New cards

Pruning

Het verwijderen van overbodige synaptische verbindingen zodat efficiënte netwerken overblijven.

17
New cards

Myelinisatie

Vorming van myeline rond axonen om signaalgeleiding te versnellen; duurt tot in de jongvolwassenheid.

18
New cards

Microcefalie

Te kleine hersenen door te weinig neuronvorming.

19
New cards

Macrencefalie

Te grote hersenen door overmatige celgroei.

20
New cards

Lissencefalie

Hersenen zonder windingen door fouten in neuronmigratie.

21
New cards

Foetaal alcoholsyndroom

Ontstaat door alcoholgebruik tijdens zwangerschap; veroorzaakt hersen- en gezichtsafwijkingen.

22
New cards

Experience-expectant processen

Verwachte ervaringen in vroege levensfase die nodig zijn voor normale ontwikkeling (zoals taal en gezichtsherkenning).

23
New cards

Experience-dependent processen

Unieke ervaringen die het brein levenslang blijven vormen (zoals viool leren spelen).

24
New cards

Infancy

Periode van geboorte tot ±18 maanden waarin hechting, sociale herkenning en gezichtsverwerking zich ontwikkelen.

25
New cards

Vroege auditieve herkenning

Baby’s herkennen de stem van hun moeder en klanken van hun moedertaal kort na geboorte.

26
New cards

Gezichtsvoorkeur bij baby’s

Pasgeborenen kijken liever naar gezichten, vooral naar de ogen; herkennen moeder na 2–3 dagen.

27
New cards

Fusiform Face Area (FFA)

Betrokken bij gezichtsherkenning; ontwikkelt zich verder tijdens de kindertijd; schade veroorzaakt prosopagnosie.

28
New cards

Dyadische interactie

Interactie tussen baby en volwassene.

29
New cards

Triadische interactie

Interactie tussen baby, volwassene en object; basis voor joint attention.

30
New cards

Joint attention

Het samen richten van aandacht op hetzelfde object of gebeurtenis.

31
New cards

Motor mimicry

Automatisch nadoen van bewegingen van anderen; aanwezig vanaf geboorte.

32
New cards

Emotional contagion

Automatisch overnemen van emoties van anderen; ondersteunt empathie.

33
New cards

Like-me hypothese

Baby’s begrijpen anderen door te ervaren dat anderen “zoals zijzelf” zijn.

34
New cards

Spiegelneuronen

Neuronen die zowel actief zijn bij het uitvoeren als bij het observeren van handelingen; mogelijk basis voor imitatie en empathie.

35
New cards

Taalontwikkeling

Leren van communicatie door sociale interactie; bevorderd door ouderlijke sensitiviteit en babygerichte spraak (motherese).

36
New cards

Motherese

Babygerichte spraak met hoge toon en langzaam tempo; ondersteunt taalontwikkeling.

37
New cards

Theory of Mind (ToM)

Vermogen om gedachten, gevoelens en intenties van anderen te begrijpen en voorspellen; expliciete ToM ontwikkelt rond vier jaar.

38
New cards

False-belief test

Meet of kinderen begrijpen dat anderen verkeerde overtuigingen kunnen hebben.

39
New cards

Violation of expectation

Baby’s reageren (kijken langer) op situaties die niet overeenkomen met hun verwachtingen.

40
New cards

Hersenbasis van ToM

Impliciete ToM nog onduidelijk; expliciete ToM activeert TPJ en mPFC.

41
New cards

Empathie volgens Decety en Svetlova

Ontwikkelt in drie fasen

42
New cards

Affectieve arousal

Aangeboren respons op emoties van anderen; hersengebieden

43
New cards

Begrijpen van emoties

Ontwikkelt in de vroege kindertijd; gerelateerd aan mentalizing.

44
New cards

Emotionele regulatie

Volledig ontwikkeld in volwassenheid; betrokken hersengebied

45
New cards

Adolescentie

Periode van puberteit tot volwassenheid; gekenmerkt door hormonale, sociale en neurologische veranderingen.

46
New cards

Prefrontale cortex

Rijpt langzaam; belangrijk voor planning, impulscontrole en zelfregulatie.

47
New cards

Ventrale striatum

Betrokken bij beloning en motivatie; gevoelig voor sociale invloed van leeftijdsgenoten.

48
New cards

Peers

Leeftijdsgenoten beïnvloeden beslissingen en sociaal gedrag via beloningssystemen.

49
New cards