H6: Kwantitatieve en kwalitatieve metingen

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/31

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards
meten
Het empirisch vaststellen van verschijnselen die een theoretisch concept zo goed mogelijk weerspiegelen; metingen kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief zijn
2
New cards
conceptuele definitie
Een ondubbelzinnige omschrijving van een theoretisch concept in al zijn deelaspecten
3
New cards
operationele definitie
Een omschrijving van de indicatoren en waarnemingsmethode die nodig is om een bepaald theoretisch concept te meten
4
New cards
betekenisverenging
Een fout in het meetproces waarbij je een deelaspect van een theoretisch concept niet waarneemt
5
New cards
betekenisverschuiving
Een fout in het meetproces waarbij je verschijnselen waarneemt die niet tot de conceptuele definitie behoren
6
New cards
complexiteit van een concept
De mate waarin een concept uit verschillende dimensies of deelaspecten bestaat
7
New cards
abstractiegraad van een concept
De mate waarin het mogelijk is om een theoretisch concept direct zintuigelijk vast te stellen
8
New cards
veralgemeningsfout
Op basis van een te partiële meting foutieve conclusies trekken over een complex concept
9
New cards
abstractiefout
Op basis van een te concrete indicator foutieve besluiten trekken over een abstract concept
10
New cards
klassieke testtheorie
Een denkkader dat beschrijft hoe observaties onderhevig zijn aan toevallige systematische meetfouten
11
New cards
nominale variabele
Een kwantitatieve variabele die uit een eindig aantal categorieën bestaat waartussen geen logische ordening mogelijk is
12
New cards
ordinale variabelen
Een kwantitatieve variabele waarvan je de categorieën kan ordenen. De afstand russen de categorieën is echter niet gedefinieerd
13
New cards
metrische variabele
Een kwantitatieve waarbij de getalscores niet arbitrair zijn maar intrinsiek betekenis in zich dragen
14
New cards
Likertschaal
Een meting waarbij respondenten meerdere items beoordelen met behulp van een vast format dat uit meerdere antwoordcatergorieën bestaat
15
New cards
Guttmanschaal
Een meting gebaseerd op de som van meerdere items met twee antwoordcategorieën, waarvan de items variëren in extremiteit of moeilijkheidsgraad
16
New cards
mediatie
De relatie tussen drie kenmerken waarbij het effect van één variabele op een andere via een derde variabele verloopt
17
New cards
interactie-effect
De relatie tussen drie kenmerken waarbij de sterkte of het teken van het effect van één variabele op een andere beïnvloed wordt door een derde variabele
18
New cards
Simpsons paradox
Een fenomeen in de statistische analyse waarbij een relatie die in subgroepen van de data aanwezig is, kan verdwijnen of wijzigen van teken wanneer je de subgroepen samenneemt
19
New cards
test-hertest betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid die vastgesteld wordt door twee metingen te vergelijken die met een korte tussentijd zijn uitgevoerd bij exact dezelfde personen en met identiek hetzelfde instrument
20
New cards
split-half betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid die vastgesteld wordt door de samenhang te berekenen tussen twee helften van een batterij items
21
New cards
Cronbachs alfa
De maat voor de interne consistentie van een schaal gebaseerd op de gemiddelde correlatie tussen de indicatoren
22
New cards
Inhoudsgeldigheid
Een benadering van meetgeldigheid die via theoretische studie nagaat of en instrument de relevante facetten van een theoretisch concept voldoende afdekt
23
New cards
Indruksgeldigheid
Een benadering van meetgeldigheid die verwijst die verwijst naar de vraag of een instrument de indruk wekt datgene te meten waarvoor het ontworpen werd
24
New cards
criteriumgeldigheid
Meetgeldigheid vastgesteld door de meting te vergelijken met een criterium waarvan de geldigheid vaststaat
25
New cards
gelijktijdige geldigheid
Meetgeldigheid vastgesteld door de meting te vergelijkingen met een criterium dat beschikbaar is op het moment dat je de meting uitvoert
26
New cards
begripsgeldigheid
Meetgeldigheid vastgesteld door na te gaan of het gemeten concept op de theoretisch verwachte wijze samenhangt met andere concepten
27
New cards
disciminerende geldiheid
Meetgeldigheid vastgesteld door na te gaan of het gemeten concept niet te sterk samenhangt met metingen van concepten die theoretisch verschillend zijn
28
New cards
open meetproces
Een meetproces waarbij je de diverse stadia niet strikt chronologisch volgt, en waarbij de conceptuele definitie en vorm van de waarneming niet op voorhand vastliggen
29
New cards
gefundeerde theoriebenadering
Een inductieve onderzoeksstrategie die ontwikkeld werd door Glaser en Strauss, en die vanuit empirische observaties en gebruikmakend van 'sensitizing concepts' tot meer veralgemeenbare theoretische inzichten probeert te komen
30
New cards
kwalitatieve comparatieve analyse QSA
Een onderzoeksstrategie waarbij je kwalitatieve gegevens in numerieke scores vertaalt met als doel te achterhalen welke factoren bepaalde fenomenen kunnen verklaren
31
New cards
credibiliteit
Een kwaliteitscriterium om kwalitatieve metingen te beoordelen; benadrukt het belang van de geloofwaardigheid van resultaten in de perceptie van de onderzochte personen
32
New cards
reflexiviteit
Een kwaliteitscriterium om kwalitatieve metingen te beoordelen; benadrukt dat je je er bewust van moet zijn dat je particuliere perspectief je interpretaties kleurt