1/221
French vocabulary flashcards related to transportation, buildings, music, and performance arts.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
récolter
inzamelen
se mobiliser
Zich mobiliseren
faire appel
Een beroep doen op
faire du bénévolat
Vrijwilligerswerk doen
faire un don
Een gift doen
mettre sur pied
Op touw zetten
le métro
De metro
la station
Het station
une bouche de métro
Een metro-ingang
une entrée
Een ingang
une sortie
Een uitgang
une ligne
Een metrolijn
un terminus
Een eindhalte
un couloir
Een gang
un quai
Een perron
un escalier
Een trap
un escalator
Een roltrap
un tapis roulant
Een loopband
une marche
Een trede
la signalisation
De bewegwijzering
un plan de métro
Een metrokaart
un plan de quartier
Een wijkkaart
un panneau
Een bord
un écran
Een scherm
une annonce
Een omroep
la sonnerie
Het signaal
la rame
De metrowagon
une voiture, un wagon
Een auto, een wagon
une place assise
Een zitplaats
un strapontin
Een klapstoeltje
une place prioritaire
Een voorrangsplaats
une barre
Een stang
une porte
Een deur
une poignée
Een deurklink
le ticket
Het kaartje
un guichet
Een loket
un carnet de 10 tickets
Een boekje met 10 kaartjes
un pass Navigo
Een Navigo-pas
composter
Een kaartje afstempelen
valider
De pas valideren
un contrôle
Een controle
se faire contrôler
Gecontroleerd worden
une amende
Een boete
les personnes
De personen
un conducteur/une conductrice
Een chauffeur
un contrôleur/une contrôleuse
Een controleur/een controleuse
un guichetier/une guichetière
Een loketbediende
un voyageur/une voyageuse
Een reiziger
un passager/une passagère
Een passagier
un/une pickpocket
Een zakkenroller
les transports publics
Het openbaar vervoer
un transport en commun
Een openbaar vervoermiddel
un moyen de transport
Een vervoermiddel
un métro
Een metro
un RER
Een RER (regionaal expresnetwerk)
un bus
Een bus
un tramway
Een tram
le trajet
De rit
un arrêt
Een halte
une correspondance
Een overstap
un changement
Een verandering
une heure creuse
Een daluur
une heure de pointe
Een spitsuur
perturbé/perturbée
Verstoord
une perturbation
Een verstoring
un mouvement social
Een sociale actie
une grève
Een staking
une direction
Een richting
un sens
Een zin
en direction de
In de richting van
jusqu’à
Tot
se repérer
Zich oriënteren
se déplacer
Zich verplaatsen
prendre
Nemen
monter
Instappen
descendre
Uitstappen
une avenue
Een laan
embellir
Verfraaien
grandir
Uitbreiden
assainir
Saneren
un immeuble de représentation
Een luxueus gebouw
l’extérieur
De buitenkant
une façade
Een gevel
un balcon
Een balkon
un garde-corps
Een balustrade
une rampe
Een leuning
une porte d’entrée
Een toegangsdeur
un escalier de service
Een diensttrap
l’intérieur
Het interieur
un étage
Een verdieping
un rez-de-chaussée
Een begane grond
une cour
Een binnenplaats
le chauffage central
Centrale verwarming
un entresol
Een tussenverdieping
un appartement
Een appartement
une chambre de bonne
Een kleine kamer
une rive
Een oever
un quai
Een kade
une île
Een eiland
un pont
Een brug