Studied by 4 people
Tomber Amoureux(se)
Verliefd worden
Etre Amoureux(se)
Verliefd zijn
Le petit ami
Het vriendje
La petite amie
Het vriendinnentje
Le coup de foudre
Liefde op het eerste gezicht
l’advertissement
De waarschuwing
Caresser
Aaien/strelen
condamner
Veroordelen
Se rendre
Zich overgeven
Se débrouiller
Voor zichzelf zorgen
Foutu(e)
Tis om zeep
Le rendez-vous
Het afspraakje
De date
Se fair des ami(e)s
Vrienden maken
Le sourire
de lach
La larme
De traan
Se disputer
Ruzie maken
Se rapprocher
benaderen
avouer
Bekennen
faire un câllin à quelqu’un
Iemand een knuffel geven
Misérable
ellendig
la séperation
de scheiding (v)
le divorce
de scheiding (m)
manquer
missen
la cérémonie
de ceremonie
s’opposer à
bezwaren
se marier
trouwen
le mariage
de trouw
le couple
het koppel
le combat
het gevecht
la promesse
de belofte
le fiancé
de verloofde (m)
la fiancée
de verloofde (v)
l’obstacle
het obstakel
mener
geloven
favorable
gunstig
le partenaire
de partner (m)
Note
Flashcard