Dutch Civic Integration Exam - woordenlijst

taak

task

baan

job

vooral

especially

deel

part

mogelijk

possible

wens

wish

manier

way

vervolgens

then

gebouw

building

duidelijk

clearly

hetzelfde, dezelfde

same

elk

every

waarom

why

toekomst

future

haven

harbour, port

feit

fact

voordat

before

afstand

distance

gewoon

simply

verlies

loss, waste

gelijk hebben in

to be right

regelen, organiseren

to arrange

schijnen

to seem

zwaar, moeilijk

tough, difficult

verdienen

to earn

redelijk

reasonably, quite

dichtbij

close to

vertrekken, verlaten

to leave

stem

voice

nazeggen

to repeat

hoeveel

how much, how many

geven

to give

praten, spreken

to speak

liever

prefer

trouwens

by the way

plaats

place, space

pakken, nemen

grab, take

hebben last van

have problems with

steeds

always, constantly

file

traffic jam

heel, erg

very

weg

road

reizen

to travel

vet

fat

zeker

certainly, sure

weinig

little, few

roken

to smoke

enzovoort

etc.

pas op

be careful

gewoontes

habits

te veel

too much

regelmatig

regularly

bewegen

to exercise

betekenen

to mean

gezond

healthy

bijvoorbeeld

for example

rust

rest

been

leg

grond

ground

tuin

garden

vol

full

zorgen

to care, to take care

genoeg, voldoende

enough

daarom

therefore

bellen

to call

halen

to get

net als

just like

aardig

friendly

slecht

bad

hoek

corner

naast

next to

opstaan

to get up

gelukkig

luckily

buurt

neighbourhood

voorjaar, lente

spring

zomer

summer

najaar, herfst

autumn

zonder

without

eindelijk

finally

niemand

nobody

dragen

to wear

drog

dry

links

left

rechts

right

trap

stairs

alleen

alone

buiten

outside

vaak

often

nog

still, yet

achter

after, behind

geloof

believe

makkelijk

easy

sterk, stevig

strong

nodig

need

boven

upstairs, above

beneden

downstairs, below

dicht

closed

sluiten

to close

wanneer

when

druk, bezig

busy, crowded