Flashcards voor Nederlands

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
Get a hint
Hint

Afzien

1 / 35

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

36 Terms

1

Afzien

Je heel erg inspannen, lijden.

New cards
2

Horizontaal

Van links naar rechts.

New cards
3

Verticaal


Van onder naar boven.

New cards
4

Ideaal

Iets wat je heel graag wilt bereiken.

New cards
5

Stipt

Optijd.

New cards
6

Herstellen

Repareren.

New cards
7

Motiveren

Redenen voor iets geven.

New cards
8

Overeenkomst

Contract.

New cards
9

Belasten

Een gewicht laten dragen.

New cards
10

Solliciteren

Werk zoeken.

New cards
11

Uitpluizen

Uitzoeken hoe iets ( ingewikkelds) in elkaar wilt

New cards
12

Geërgerd

Geïrriteerd.

New cards
13

Gevat

Slim, snel, pienter..

New cards
14

Ratelen

Snel spreken, druk praten…

New cards
15

Bluffen

Opscheppen, proberen indruk te maken door het mooi te maken…

New cards
16

Mokken

Laten merken dat je boos bent, maar niet zeggen waarom je boos bent…

New cards
17

Grinniken

Zachtjes lachen.

New cards
18

Peilen

Inschatten of onderzoeken wat mensen voelen of denken.

New cards
19

Begrijpelijk


Te begrijpen, duidelijk.

New cards
20

Herkenbaar

Te herkennen, een heel herkenbare reactie die je goed kunt begrijpen op grond van eigen ervaringen.

New cards
21

Stoer

Flink en sterk, stoer doen de indruk willen maken van kracht, onverschrokkenheid.

New cards
22

Gedurfd


Gewaagd, dapper.

New cards
23

Spannend

Emotionele opwinding veroorzakend.

New cards
24

Leuk

Prettig, een leuke opmerkingen.

New cards
25

Zielig

Treurig, beklagenswaardig.

New cards
26

Belachelijk

Lachwekkend, bespottelijk.

New cards
27

Dom


Met weinig verstand.

New cards
28

Bewonderenswaardig

Waard om bewonderd te worden.

New cards
29

Gevaarlijk

Gevaar opleverend.

New cards
30

Indrukwekkend

Treffend, ontroerend.

New cards
31

Belastingvrij


Waarvoor geen belasting betaald hoeft te worden.

New cards
32

Tussendoor

Tussen twee dingen of tijden.

New cards
33

Geïrriteerd

Geïrriteerd emotionele reactie.

New cards
34

Behalen

(met inspanning) verwerven.

New cards
35

Uitzoeken

Een keuze maken uit verschillende mogelijkheden.

New cards
36

Laat merken dat ze boos is

Proberen dat hij of zij boos is.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 174 people
... ago
5.0(3)
note Note
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 865 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 5848 people
... ago
4.3(15)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (43)
studied byStudied by 194 people
... ago
5.0(4)
flashcards Flashcard (23)
studied byStudied by 4 people
... ago
4.5(2)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (595)
studied byStudied by 828 people
... ago
5.0(3)
flashcards Flashcard (87)
studied byStudied by 56 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (29)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (75)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
robot