1/37
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Waarom heeft de overheid dit vak gemaakt?
financieel-economische vorming en vormingsconcept
krachtlijnen (financieel en economisch bewust)
opbouw (financieel en economisch bewust)
rente/interest: lenen
extra bijbetalen
rente/interest: investeren
extra ontvangen
situatie op de markt
invloed op de P (prijs) van V (vraag) en A (aanbod)
goederen
tastbaar
diensten
ontastbaar
product
geen onderscheid tussen goederen en diensten
productenmarkt
kopers/consumenten en verkopers/producenten komen in contact met elkaar
markt
productenmarkt = producten verhandelen
vrager
kopers of consumenten vragen/kopen producten
aanbieder
producenten maken, verkopen, bieden producten aan
volkomen concurrentie
veel vragers/aanbieders
atomische markt
homogeen
transparant
open
prijs door marktwerking
aanbieder is price taker
monopolie
1 aanbieder / veel vragers
homogeen of heterogeen
niet transparant
moeilijk te betreden voor nieuwe aanbieders
prijszetting met maximalisering
winst
aanbieder is price maker
oligopolie
enkele aanbieders
homogeen of heterogeen
niet transparant moeilijk te betreden voor nieuwe aanbieders
prijszetting met maximalisering
winst
aanbieder is price maker
monopolistische concurrentie
veel aanbieders veel vragers
heterogeen
niet transparant
open
prijszetting met maximalisering
winst
aanbieder is price maker
aantal vragers en aanbieders
belangrijk voor manier prijsvorming
homogeen/heterogeen product
zijn producten identiek/verwisselbaar of niet?
homogeen
volstrekt verwisselbaar
heterogeen
niet verwisselbaar
transparantie
mate waarin marktinformatie vrij beschikbaar is
open markt
er zijn geen wettelijke bepalingen of belemmeringen om te mogen consumeren of produceren
marktevenwicht
Qv=Qa
vraag
consumenten zijn vragers van een product
vraagcurve
verband tussen gevraagde hoeveelheid (Qv) bij verschillende prijzen (P)
aanbod
producenten zijn aanbieders van een product
aanbodcurve
verband tussen aangeboden hoeveelheid van ene product (Qa) bij verschillende prijzen (P)
evenwicht
Qe en Pe
dynamic pricing
markt opsplitsen (segmentatie) => reguliere prijzen en bepaald door V/A
de vraag
factor | stijgt: effect op vraagcurve | daalt: effect op vraagcurve |
voorkeur wijziging | + | - |
aantal vragers | + | - |
wijziging van het inkomen | + | - |
prijs substitutiegoed (= vervanging) | + | - |
prijs complementairgoed (= gelinkt) | - | + |
het aanbod
factor | stijgt: effect op aanbodcurve | daalt: effect op aanbodcurve |
oogst | + | - |
aantal aanbieders | + | - |
kosten | - | + |
technische innovatie | + | - |
nationale alcoholbeleidstrategie
beperken van beschikbaarheid alcohol
verbieden of uitgebreid beperken van alcoholreclame
verhogen van alcoholprijzen via accijnzen en prijsbeleid
BTW = belasting toegevoegde waarde
in principe: alles 21% BTW
soms uitzonderingen:
(kranten = 0% BTW)
levensnoodzakelijk= 6%
(horeca (na COVID) = 12%)
accijnzen
belastingen op een bepaald product (vb. tabak)
taksen
belastingen op een handeling (vb. importeren) (belastingheffing)
subsidie
regelmatig terugkerend voor bedrijven en organisaties (vb. jeugdwerk)
premie
eenmalig voor individuen (vb. zonnepanelen)
maximumprijs
(vooral kwetsbare) consumenten beschermen
minimumprijs
producenten beschermen