1Psy Meth d2, Les 2: zelfrapportage belang + interviews

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/22

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

23 Terms

1
New cards

Onderzoeksvraag: kwan. vs kwal.

1) Kwantitatief

 ->hoe vaak komt het voor? Hoe lang duurt het?

 ~frequenties, verschillen (meer/minder), verbanden (correlatie), oorzaken (causaliteit)

 

2) Kwalitatief

 ->hoe voelt het slachtoffer zich? Wat is goede opl. mtp? Waarom pesten mensen?

 ~ontstaan & verloop (wie, wat, wanneer), subjectieve belevenis, subjectieve context

2
New cards

Typische vragen kwal. onderzoek

+hoe data verzamelen over die vragen

1) Ontstaan & verloop (wat, wie, hoe?)

 ->rijke data: gedetailleerde beschrijvingen

 

2) Subjectieve beleving (hoe, waarom?)

 ->perspectief v/e individu: betekenis vd ervaring

 

3) Specifieke context (waar, wanneer?)

 ->natuurlijke settings: kenm. v/h dagelijks leven

3
New cards

Procesmodellen pesterijen

1) Strain theory

 =pesterijen als stressgevolgen (bv: Vera & Georges)

 -Proces: strain (frustratie) ->actief destructieve coping

 ->frustratie-agressie ->dader van pesterijen

 

2) Conflict theory

 =pesterijen als geëscaleerde conflicten (bv: Marie & Leen)

 -Proces: taakconflict of relationeel conflict ->destructieve conflicthantering ->conflict escaleert ->verliezer conflict als slachtoffer van pesterijen

4
New cards

Groepscultuur pesten

-Adhv inductie: nieuwe theorie (ipv conflict of stress)

1) In sommige teams: pestcultuur

 2) Normalisering (negatief gedrag wordt groepsnorm, gewoonte)

 3) Groepsleden worden daders

 4) Alle nieuwkomers/buitenbeentjes worden slachtoffers

5
New cards

Zelfrapportage

=énige manier om te weten: hoe mensen iets ervaren & wat gevoelens en gedachten zijn

=informatie die persoon zelf geeft (vaak over gevoelens, gedachten…)

 ~perspectief op gedachten & gevoelens v/e persoon op bepaald moment

6
New cards

Welke info krijgen uit zelfrapportage?

-Kunnen wel krijgen:

1) Achtergrondinformatie vd deelnemer

2) Gevoelens

3) Attitudes & meningen

4) Intenties & verwachtingen

5) Kennis

6) Gedrag

 

-Kunnen niet krijgen:

1) Toekomstige gevoelens

2) Verbanden

 ->bv: “hoe denk je dat je je zal voelen”: vaak inaccurate voorspellingen! (mensen =bad predictive forecasters)

7
New cards

Kwan. opl. (zelfr. beter maken)

1) Geen retrospectieve bevraging

 ~hoe langer geleden, hoe moeilijker om ‘objectief’ te zijn

 =>tijdspanne beperken! (dagboekstudies)

 

2) Voorkomen van sociale wenselijkheid

 ~mensen willen zich op sociaal acceptabele manier voorstellen (vooral bij: gevoelige thema’s, geen garantie anonimiteit, bepaalde vraagformuleringen…)

 =>belang. formulering vragen!

 

3) Controleren voor ja-knikken/nee-knikken

 ->niet-oplettende deelnemers die inhoud vragenlijst niet bekijken

 =>reverse items + reverse scoren

8
New cards

Kwal. opl. (zelfr. beter maken)

=zichtbaar maken van relatie & context!

 ->dus moet duidelijk zijn:

 1. Wie is onderzoeker

 2. Wat is zijn relatie tot het onderwerp & de respondent

 3. Wat is belangrijk vr/d respondent

 4. Hoe wil respondent zich presenteren?

9
New cards

Voorbereiding interview

1) Onderzoek conceptualiseren

2) Voorbereiding interview guide

3) Aanpassing aan specifieke steekproef

4) Interviewtrails: piloting

5) Tussen-interview-vergelijking

6) Communicatie tss interviewers

7) Steekproefcollectie

8) Managing van participanten

9) Interviewlocatie

10
New cards

Interview guide

=kapstok, skelet waaraan bep. topics & belangrijkste vragen hangen

 ->ook flexibiliteit nodig (niet rigoreus aan script vasthangen)

 ->niet te uitgebreid op alles ingaan (blijf bij doelen ond.)

11
New cards

Tijdens interview

1) Interview opnemen

2) Oriëntatiefase

3) Wat doet pl tijdens interview?

 ->geen nota’s, stiltes gebruiken, actief luisteren & bijsturen…

4) Beëindigen van interviews

 ->time out: checken interview guide (alles gedaan?)

 ->debriefing & pp bedanken

12
New cards

Na het interview

1) Hulp voor interviewer

 ->emotioneel mogelijks zwaar achteraf bij bep. onderwerpen

 ->mogelijkheid “buddy” (iemand die meehelpt aan onderzoek & zelfde doormaakt: sociale en em. steun)

 

2) Databeheer & databescherming

 ->goede opslag data: veilig & anoniem

 

3) Datatranscriptie

13
New cards

Voor- & nadelen volledig gestructureerd

~vaste vragen & vooraf bepaalde antw.

 ->gebruiken als je reeds weet wat belang. onderwerpen & vragen zijn

 

Voordelen:

 1. Makkelijk te kwantificeren

 2. Data vergelijkbaarheid & consistentie

 3. Voor iedereen dezelfde vragen beantwoord

 

Nadelen:

 1. Geen nieuwe ontdekkingen

 2. Geen optie vr pp om eigen info toe te voegen

14
New cards

Vragen aanpassen

~volledig gestructureerd

1. Filter-vragen (bv: als je geen sport doet, dan worden vervolgvragen over sport niet gesteld)

2. Vragen op maat (bv: vragen als man of als vrouw)

3. Type respondenten (bv: niet gewend aan vragenlijsten)

15
New cards

Voor- & nadelen ongestructureerd

~onderwerpen aangeven maar geen specifieke vragen

 

-Voordeel: interview heeft vrij verloop (onverwachte vragen & antw. mogelijk)

-Nadeel: vaak moeilijker te analyseren

 

-Gebruiken als:

 ->weinig kennis over onderwerp

 ->interesse in spontane gedachtengang pp (perspectief & ervaring individu)

 

MAAR: volledig ongestructureerd bestaat niet (altijd wel een kader)

16
New cards

Semi-gestructureerd

~tijdens interview kan pl precieze verwoording & volgorde vragen veranderen ifv verloop interview

 ->laten leiden door pp

17
New cards

Kennistheorie interviews

1) Kwantitatief

 1. Gestructureerd

 ->vragen relevant voor iedereen & door iedereen hetzelfde begrepen

 2. Ongestructureerd

 ->exploratief (is slechts tweede keuze): enkel indien nog niet genoeg kennis

 

2) Kwalitatief

 1. Geen gestructureerd

 2. Ongestructureerd

 ->perspectief van pp (zoveel mogelijk aan woord laten)

18
New cards

Aandachtspunten interview maken

1) Vertrekpunt:

 ->theoretische vraag, insteek (wat wil je weten)

 

2) Outline: welke specifieke onderwerpen aan bod komen

 ->brainstromen, pilotstudies, informeren…

 

3) Versch types vragen

4) Volgorde vragen

 ->inhoudelijk belang: eerst band opbouwen & pas naar einde toe moeilijke vragen stellen (oppassen: primes!)

 ->hoofdvragen aan begin stellen

 ->eerst brede vragen, dan specifieker


5) Manier waarop men vragen formuleert

 ->geen suggestieve vragen

 ->geen veronderstellingen maken voordat je vraag stelt

19
New cards

Versch types vragen

1) Essentiële vragen

 =onderwerp van onderzoek (kern wat je wil weten: hoofdvr.)

 

2) Extra/parallelle vragen

 =zoeken zelfde antw. als essentiële hoofdvragen maar anders geformuleerd

 

3) Weggooivragen

 =bij spanningen, gevoelige onderwerpen: afleidingsmanoeuvre (gesprek in goede banen houden)

 

4) Probes (bijkomende vragen)

 =verder & dieper vragen op een antwoord

 “kun je dat verder uitleggen, wat gebeurde toen…”

20
New cards

Primen

~antwoord pp is afhankelijk van voorgaande vraag

Bv: heeft uw moeder u ooit geslagen, gevolgd door ‘hoe is relatie met moeder’

 ->moet omgekeerd, anders respondent geprimed

21
New cards

Interview techniek

1) Actief luisteren

 ->oogcontact, lichtjes naar  persoon buigen, “open” lichaamshouding maar niet nonchalant, bevestigen (knikken, uhum…)

 

2) Non-verbale communicatie

 ->uiterlijk & kledij aanpassen

 ->beleefdheidsvormen in andere culturen…

 

3) Interactie met geïnterviewde

 ->aanmoediging, soms nodige stiltes

 ->wees niet te opdringerig

 ->probing (doorvragen!!)

 ->nooit denken dat je antw. kan raden, vraag het!

 

=>actief luisteren & opvolgen!

22
New cards

Soorten probes

1) Open-ended

 =om nog meer detail te krijgen

 “Kan je me daar nog wat meer over vertellen?”

 

2) Open-ended

 =om verduidelijking te vragen

 “Kan je nog eens uitleggen wat je bedoelde?”

 

3) Gerichte bijvragen

 =om nog meer gegevens te krijgen

 “Wie was daar nog aanwezig? Wanneer/waar gebeurde dat precies?”

23
New cards

Sneeuwbalsteekproef

=iemand uit doelgroep die je reeds kent & je andere namen kan bezorgen