Microbiologische termen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/67

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards met definities van microbiologische termen.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

68 Terms

1
New cards

Methanogenen

Archaea die methaan (CH₄) produceren door het afbreken van organisch materiaal onder anaerobe omstandigheden.

2
New cards

Stikstoffixerend

Micro-organismen die atmosferische stikstof (N₂) omzetten in ammoniak (NH₃), bruikbaar voor planten.

3
New cards

Aerofiele respiratie

Celademhaling waarbij zuurstof (O₂) de terminale elektronenacceptor is in de elektronentransportketen.

4
New cards

Acidofielen

Micro-organismen die groeien bij een zure pH (meestal < pH 4).

5
New cards

Alkalifielen

Micro-organismen die groeien bij een basische pH (meestal > pH 9).

6
New cards

Halofielen

Zoutminnende micro-organismen die hoge concentraties NaCl nodig hebben om te groeien.

7
New cards

Chemo-organotrofen

Bacteriën die energie halen uit de oxidatie van organische verbindingen (zoals suikers of vetzuren).

8
New cards

Chemolithotrofen

Bacteriën die energie halen uit de oxidatie van anorganische stoffen zoals H₂, NH₃ of Fe²⁺.

9
New cards

Fototrofen

Organismen die licht gebruiken als energiebron via fotosynthese.

10
New cards

Autotrofen

Organismen die CO₂ gebruiken als enige koolstofbron voor celopbouw.

11
New cards

Heterotrofen

Organismen die organische verbindingen nodig hebben als koolstofbron.

12
New cards

Mixotrofen

Organismen die zowel organische als anorganische energie- en koolstofbronnen kunnen gebruiken.

13
New cards

Anaeroob

Organismen die zonder zuurstof leven en groeien.

14
New cards

Facultatief anaeroob

Organismen die zowel mét als zonder zuurstof kunnen groeien.

15
New cards

Obligaat anaeroob

Organismen die sterven in aanwezigheid van zuurstof.

16
New cards

Micro-aerofiel

Organismen die slechts een lage concentratie zuurstof verdragen.

17
New cards

Aerotolerant

Organismen die zuurstof verdragen, maar het niet gebruiken voor hun metabolisme.

18
New cards

Psychrofielen

Micro-organismen die optimaal groeien bij koude temperaturen (<15°C).

19
New cards

Mesofielen

Organismen die groeien bij gematigde temperaturen (20–45°C), typisch voor het menselijk lichaam.

20
New cards

Thermofielen

Groeien optimaal bij hogere temperaturen (>45°C).

21
New cards

Hyperthermofielen

Extremofielen die groeien bij zeer hoge temperaturen (>80°C).

22
New cards

Osmofielen

Micro-organismen die kunnen groeien bij hoge osmotische druk (veel suikers/zouten).

23
New cards

Xerofielen

Micro-organismen die kunnen groeien bij extreem lage wateractiviteit (droge omgevingen).

24
New cards

Sideroforen

Moleculen uitgescheiden door bacteriën om ijzer uit het milieu te binden en op te nemen.

25
New cards

Commensalen

Micro-organismen die onschadelijk op of in het lichaam leven, zonder voordeel of nadeel voor de gastheer.

26
New cards

Pathogenen

Ziekteverwekkende micro-organismen.

27
New cards

Endosporen

Extreem resistente, slapende vormen van bacteriën voor overleving onder stressvolle omstandigheden.

28
New cards

Fruiting body (vruchtlichaam)

Structuur gevormd door myxobacteriën waarin sporen worden geproduceerd onder voedseltekort.

29
New cards

Plasmolyse

Het verschrompelen van een cel door waterverlies in een hypertoon milieu.

30
New cards

Biofilm

Een georganiseerde laag micro-organismen in een slijmlaag op een oppervlak.

31
New cards

Fimbriae

Korte eiwitdraden op bacteriën die helpen bij aanhechting aan oppervlakken.

32
New cards

Pili

Langer dan fimbriae, betrokken bij DNA-overdracht (conjugatie) of beweging.

33
New cards

Chemotaxis

Beweging van een micro-organisme als reactie op een chemische gradiënt.

34
New cards

Phototaxis

Beweging als reactie op licht.

35
New cards

Magnetotaxis

Beweging van bacteriën langs magnetische velden via magnetosomen.

36
New cards

Twitching motility

Beweging door samentrekking van pili, typisch voor sommige glijdende bacteriën.

37
New cards

Anammox

Anaerobe oxidatie van ammonium (NH4+) met nitriet (NO2−) tot stikstofgas (N2). Belangrijk in stikstofverwijdering uit afvalwater.

38
New cards

Denitrificatie

Reductie van nitraat (NO3−) tot stikstofgas (N2). Gebeurt onder anaerobe omstandigheden, vaak in waterzuivering.

39
New cards

Nitrificatie

Oxidatie van ammoniak tot nitraat via nitriet, door nitrificerende bacteriën. Sleutelproces in de stikstofcyclus.

40
New cards

Nitrosomonas

Bacterie die ammonium oxideert tot nitriet in de eerste stap van nitrificatie.

41
New cards

Nitrobacter

Bacterie die nitriet oxideert tot nitraat in de tweede stap van nitrificatie.

42
New cards

Syntrofie

Samenwerking tussen micro-organismen waarbij ze samen een substraat kunnen afbreken dat ze individueel niet kunnen metaboliseren.

43
New cards

Acetogenese

Anaeroob proces waarbij CO2 wordt gereduceerd tot azijnzuur (acetaat), vaak als concurrent van methanogenese.

44
New cards

Methanogenese

Productie van methaan door archaea, meestal door reductie van CO2 of acetaat onder anaerobe omstandigheden.

45
New cards

Sulfaatreductie

Proces waarbij bacteriën sulfaat (SO4²−) reduceren tot waterstofsulfide (H2S) onder anaerobe omstandigheden.

46
New cards

Deinococcus radiodurans

Extreem stralingsresistente bacterie, bekend om haar vermogen om DNA-schade te herstellen.

47
New cards

Rhizobium

Stikstoffixerende bacterie die in symbiose leeft in wortelknobbeltjes van vlinderbloemigen.

48
New cards

Leghemoglobine

Zuurstofbindend eiwit in wortelknobbels dat zuurstof bindt en zo het zuurstofgevoelige nitrogenase-enzym beschermt.

49
New cards

Anabaena azollae

Cyanobacterie die stikstof fixeert in symbiose met de waterplant Azolla.

50
New cards

Nod-factoren

Signaalmoleculen uitgescheiden door Rhizobium die wortelharen van planten aanzetten tot knobbeltjevorming.

51
New cards

Fimbriae

Korte draadvormige structuren op bacteriën die zorgen voor aanhechting aan oppervlakken.

52
New cards

Pili

Lange draadvormige structuren op bacteriën, betrokken bij DNA-overdracht en beweging (twitching motility).

53
New cards

Magnetosomen

Intracellulaire structuren in sommige bacteriën met magnetische eigenschappen, gebruikt voor oriëntatie in een magnetisch veld.

54
New cards

Gasvesikels

Structuren in waterbewonende bacteriën die drijfvermogen reguleren.

55
New cards

Plasmiden

Kleine circulaire DNA-moleculen in bacteriën die genen kunnen bevatten voor resistentie of metabolisme.

56
New cards

Fermentatie

Anaeroob katabolisme waarbij energie wordt gehaald uit organische verbindingen zonder gebruik van zuurstof of ETK.

57
New cards

Pathogeen

Een micro-organisme dat ziekte kan veroorzaken bij een gastheer.

58
New cards

Pathogeniciteit

Het vermogen van een micro-organisme om ziekte te veroorzaken.

59
New cards

Virulentie

De mate waarin een pathogeen in staat is om schade of ziekte te veroorzaken; vaak gerelateerd aan toxines, invasiviteit, etc.

60
New cards

Opportunistisch pathogeen

Micro-organisme dat normaal onschadelijk is, maar ziekte kan veroorzaken bij verzwakte gastheren.

61
New cards

Besmettelijkheid

De mate waarin een pathogeen zich kan verspreiden van de ene gastheer naar de andere.

62
New cards

Infectie

Het binnendringen en vermenigvuldigen van een micro-organisme in het lichaam van een gastheer.

63
New cards

Ziekte

Een verstoring van normale lichaamsfuncties, vaak als gevolg van infectie of schade door een pathogeen.

64
New cards

Endotoxine

Toxine dat deel uitmaakt van de buitenmembraan van Gram-negatieve bacteriën (lipopolysacchariden), vrijkomend bij celdood.

65
New cards

Exotoxine

Eiwittoxine dat actief uitgescheiden wordt door levende bacteriën, vaak zeer toxisch.

66
New cards

Invasiviteit

Het vermogen van een pathogeen om door weefsels te dringen en zich te verspreiden in het lichaam.

67
New cards

Adhesiefactoren

Structuren (zoals fimbriae) of moleculen die bacteriën helpen zich te hechten aan gastheercellen.

68
New cards

Immunevasie

Mechanismen waarmee micro-organismen het immuunsysteem omzeilen of onderdrukken.