gedichten

eerste zin telkens

Heer Halewyn zong een liedekijn

heer Halewyn  middeleeuwen (romance)

Het daghet in den oosten

middeleeuwen (romance)

O felle fortuin

adieulied van Maria v Bourgondië  (historielied)

Egidius waer bestu bleven

Egidiuslied,  middeleeuwen (volkslied)

Al in dat lantschap vanden mollen

Vander mollenfeesten, Anthonis de Roovere  17^de rederijkers

Die gheen pluimen en can strijken

rondeel, Anthonis de Roovere 17^de rederijkers

Wilhemus van Nassouwe, ben ick van Duytschen bloet

Wilhelmus  17^de geuzenlied

Gezwinde grijsaert die op wackre wiecken staech

Gezwinde grijsaard, P.C. Hooft  renaissance (sonnet)

Constantijntje, ’t salig kijndje

Kinderlijk, Van den Vondel  renaissance

Of droom ick, en is ’t nacht, of is mijn, Sterr verdwenen?

op de dood van Sterre, C. Huygens  renaissance

Arent Pieter Gysen, met Mieuwes, Jaap, en Leen

boeren gezelschap, Bredero  renaissance

‘K heb menig menig uur bij u gesleten en genoten

dien avond en die rooze, Guido Gezelle  19^de romantiek

Wacharme! Ik ben uitgekropen!

De Slekke, Guido Gezelle  19^de romantiek

Een nieuwe lente en een nieuw geluid

Mei, Herman Gorter  tachtigers, sensitivisme, verhalen gedicht

Zie je ik hou van je, ik vin je zoo lief en zoo licht

zie je ik hou van je, Herman Gorter  tachtigers, sensitivisme

Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht

avond, Willem Kloos  tachtigers

O Gij, die kommrend sterven moest en vader waart

wijding aan mijn vader, Karel Van de Woestijne  negentigers, symbolisme

Slinger, singer naaimasjien

huldegedicht aan Singer, Paul van Ostaijen  avant garde, dadaïsme en expressionisme

Tulpebollen volle tulpen tulpetuilen

boere-charleston, Paul van Ostaijen  avant garde, dadaïsme en expressionisme

Visé marsj Luik mortieren

bedreigde stad, Paul van Ostaijen  avant garde, dadaïsme en expressionisme

Mijn vrouw, mijn heidens altaar

ik schrijf je neer, Hugo Claus  vijftigers, van sociaal geëngageerd tot liefdeslyriek

Met schaterend haar, met meeuwenogen

een vrouw, Hugo Claus  vijftigers, van sociaal geëngageerd tot liefdeslyriek

vanmorgen om 10u 10 ontmoette ik de man

zonsverduistering, Sybren Polet  vijftiger

Ik heb nooit iets anders gedacht dan dit

ik heb nooit, Gerrit Kouwenaar  vijftiger, koel en onpersoonlijk, vaak meer ‘men’ dan ik

Ik mors je over al mijn paden liefste

jij-mei, Rodenko  geen vijftiger, promotor beweging

Oote oote oote boe

oote, Jan Hanlo  vijftiger, buitenbeentje, klankgedicht, pedofiel

Toen ik niets meer deed wist ik wie ik was

O-derivaat, Simon Vinkenoog  vijftiger

Zoals je loopt door de kamer uit het bed

een vergeefs gedicht, Remco Campert  vijftiger

even kwam ik je tegen

een stille ontmoeting, Jotie ’t Hooft  neoromantiek, obsessie dood (21dood), verslaafd

brood van weken oud heb ik geweekt in water

liefde en ellende, Jotie ’t Hooft  neoromantiek, obsessie dood (21dood), verslaafd

liefste, hart en woorden

aan mijn prinses, Jotie ’t Hooft  neoromantiek, obsessie dood (21dood), verslaafd

Op een dag zal ik weg zijn en wat dan?

En wat dan?, Jotie ’t Hooft  neoromantiek, obsessie dood (21dood), verslaafd

Mijn stilste en mijn trouwste vriend

een doodshoofd, Jotie ’t Hooft  neoromantiek, obsessie dood (21dood), verslaafd

Tea for two heeft voor de oorlog

No No Nanette, Kees Schippers  neorealisme, Nederland, zestiger, ready-made

Wat heb je vandaag gekocht, vroeg ik.

wat heb je vandaag gekocht, Herman de Coninck  neorealisme, parlandopoëzie, man die zijn volk poëzie leerde lezen

Piet Pluimers wou het liefste verzen schrijven over wat late rozen in de zon.

een dichter, Annie M.G. Schmidt  kinderpoëzie, anarchistisch trekje, meer volwassen

Lichaam, wees stil. Wij moeten slapen

een nacht, Hans Andreus  voor volwassenen

Als het stil wordt in de nacht en je hoort de dingen bijna praten

van binnen pratend hoofd, Hans Andreus  voor kinderen, zelfde onderwerp, adaptatie

Twee paarden stonden tegenover elkaar.

Het was lente en zomer tegelijk.

twee paarden, Remco Ekkers  tienerthema’s, dichter bij volwassenpoëzie