HC 1 Kwalitatieve Opdracht voorkennis

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/17

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

18 Terms

1
New cards

2 doelstellingen kwalitatief onderzoek

  1. Het analyseren van patronen in hoe mensen sociale fenomenen ervaren, interpreteren en hoe dit hun handelen beïnvloedt.

  2. Het genereren van gedetailleerde beschrijvingen, inzichten, verklaringen en theoretische modellen van sociale fenomenen

2
New cards

interpretatief

De betekenisgeving vanuit het perspectief van de respondenten staat centraal en onderzoeker interpreteert deze betekenissen

3
New cards

naturalistisch

De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent (niet bestuderen in een laboratorium setting)

4
New cards

reflexief

De onderzoeker reflecteert bewust op hoe bepaalde veronderstellingen, keuzes, en de onderzoeker het onderzoek beïnvloedt

5
New cards

credibility (interne validiteit)

kloppen de data, resultaten, de interpretaties?

6
New cards

transferability (externe/ecologische validiteit)

zijn resultaten ook van toepassing in andere setting/context?

7
New cards

Dependability (betrouwbaarheid)

zijn de bevindingen stabiel over de tijd?

8
New cards

Confirmability (objectiviteit)

in hoeverre zijn de resultaten afhankelijk van de onderzoeker en zijn eigen verwachtingen?

9
New cards

Praktijk reflexivity

Openheid van memo’s en logs over beslissingen!

10
New cards

attribute codes

vaak achtergrond of demografische informatie van de respondent

11
New cards

index codes

labelen grotere stukken tekst en geven brede/algemene onderwerpen aan

12
New cards

Analytic codes

beschrijven de betekenis van specifieke stukken tekst.

deel komt uit literatuur.

deel vloeit voort uit de verzamelde gegevens

13
New cards

open coderen

Bij het open coderen lees je het getranscribeerde interview door en ken je labels toe aan bepaalde stukken tekst. Met deze labels (codes) geef je aan waar het stuk tekst over gaat, oftewel wat het thema is.

14
New cards

Axiaal coderen

alle eerder geplaatste codes met elkaar vergelijken. Bij elkaar horende codes voeg je samen tot een overkoepelende code. Een geplaatste code kan ook bij meerdere overkoepelende codes passen, dit is geen enkel probleem.

15
New cards

Selectief coderen

het analyseren en het leggen van verbanden tussen de thema’s. Wat valt op? Zijn er thema’s die het meest naar voren komen of het meest genoemd zijn? Vervolgens kun je hier verbanden en relaties leggen. Bij het selectief coderen kom je dus echt tot theorieontwikkeling waaruit je conclusies kunt gaan trekken.

16
New cards

Context

Omvat het geselecteerde tekstfragment voldoende context om de betekenis ervan te kunnen interpreteren? Bij open coderen is het belangrijk om te bekijken welke zinnen of zinsdelen bij elkaar horen om de betekenis ervan te kunnen achterhalen.

17
New cards

Content

Omvat het geselecteerde tekstfragment voldoende context om de betekenis ervan te kunnen interpreteren? Bij open coderen is het belangrijk om te bekijken welke zinnen of zinsdelen bij elkaar horen om de betekenis ervan te kunnen achterhalen.

18
New cards

Coverage

Komen er in een tekstfragment meerdere onderwerpen aan bod? Dan zijn er meerdere open codes voor hetzelfde tekstfragment nodig om de inhoud voldoende te dekken.