NL stijlfiguren

allusie

verwijzing naar bekende persoon, gebeurtenis, tekst

anafoor

herhaling van woord op het begin van opeenvolgende regels

antithese

tegenstelling v.b. in de stille kamer knettert ze van woede

eufemisme

gebruik van verzachtende woorden

hyperbool

overdrijving v.b. ik verga van de honger

litotes

begrip uitgedrukt door tegenovergestelde begrip te ontkennen

v.b. litotes

hij woont daar niet slecht

oxymoron

combinatie van 2 termen met tegenovergestelde betekenis

v.b. oxymoron

vreemd vertrouwd, oorverdovende stilte

paradox

lijkt op het eerste gezicht tegenstrijdig maar is toch logisch

polyptoton

herhaling van woord in verschillende zinsfuncties

v.b. polyptoton

je bent zo lief en licht, je ogen zijn zo vol licht

retorische vraag

schijnvraag, wordt geen antwoord verwacht

v.b. woordspeling

eerste telde ik mijn geld, nu ben ik uitgeteld