1/43
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Functies van emoties
- beter aan omgeving aanpassen
- overlevingskansen
- duidelijke communicatie
- wijzen op gevaar
- sneller reageren dan logisch redeneren zou kunnen
3 Emotiecentra
Mensenbrein
Zoogdierenbrein
Reptielenbrein
Emotiecentra: Mensenbrein
- Vooruitkijken
- Bewustzijn v gedachten + emoties
- Probleemoplossing
- Adequaat gedragen
Emotiecentra: Zoogdierenbrein
- Terugkijken
- Emoties
- Sociale binding
- Herinneringen + leren v fouten
Emotiecentra: Reptielenbrein
- Instinct + reflex
- Vechten/vluchten
- Voortplanting
- Ademhaling + hartritme
Fasen van een emotie
1 Gebeurtenis
2 Evaluatie
3 Veranderde gedragsbereidheid/actietendens
4 Subjectieve beleving + veranderende ideeën + attitudes
5 Fysiologische responsen
6 Expressie/gedrag
7 Nieuwe gebeurtenis
Fasen van een emotie: Gebeurtenis
Iets gebeurt.
Fasen van een emotie: Evaluatie
Betekenis aan gebeurtenis, (deels) onbewust
Relevant?
Plezierig?
Gevaarlijk?
Schuld of toeval?
Controleerbaar?
Fasen van een emotie: Veranderde actietendens
Actietendens obv evaluatie, neiging om iets te doen (stuurvoorrang op huidig gedrag)
- Vechten/vluchten/bevriezen/toenadering zoeken
Fasen van een emotie: Subjectieve beleving + veranderende ideeën + attitudes
Gevoel na evaluatie, kan je idee/attitude doen veranderen.
Fasen van een emotie: Fysiologische responsen
Lichamelijke reacties op evaluatie, via zenuwstelsel, lichaam klaarmaken om actietendens uit te voeren.
Fasen van een emotie: Expressie/gedrag
Gedragsmatig antwoord op emotie, actietendens omgezet in gedrag.
Fasen van een emotie: Nieuwe gebeurtenis
Nieuwe situatie => input voor nieuwe gebeurtenis => cyclus begint opnieuw
Emotieregulatie
In goede banen kunnen leiden v, kunnen omgaan m + uiten v emoties.
= pos effecten v emoties in jouw voordeel gebruiken.
Emotieregulatie: ontwikkeld dr kindertijd + adolescentie, hulp v volwassenen
bepalen of gepast is om emotie te tonen in bep sociale situaties
gedragsmatige expressie v emoties wel/niet tonen
oorzaak/aanleiding herkennen
intensiteit v emotie controleren
Co-regulatie
Emotieregulatie met hulp v volwassene.
Co-regulatie: rol v volwassene
emoties v kind accepteren
emoties benoemen
oorzaken aanduiden
actietendensen benoemen
expressiemogelijkheden benoemen
Goede co-regulatie
Kind krijgt grip op eigen emoties
Inzicht in culturele display rules (welke situaties = gepast)
Kind heeft ouder steeds minder nodig => zelfregulatie
Gebrekkige co-regulatie
Ongepaste expressie/gedrag
Fysieke klachten verwarren m fysiologische reacties
Vervormde subjectieve beleving
Verhinderde opvattingen + attitudes
Emotionele stoornis
Psychische aandoening veroorzaakt dr onvermogen om emoties te reguleren op een manier die de culturele context aanvaardt.
Wanneer wordt iets een stoornis?
Dagelijks leven hindert/onmogelijk maakt.
DSM-V-TR
Diagnostic and Statistical Manual of mental disorders -> psychische stoornissen diagnosticeren.
Soorten stoornissen
Fobie
Gegeneraliseerde angststoornis
Paniekstoornis
Posttraumatische stresstoornis
Fobie: Oorzaak
Observeren v intense angst/intens negatieve ervaring m object v angst.
Fobie: Symptomen
Intense angst vr situatie/dier/natuurfenomeen
Niet in verhouding tot gevaar v prikkel
Besef dat angst overdreven is
Hevige vermijd reacties om niet in situatie te komen
Gegeneraliseerde angststoornis: Oorzaak
Onduidelijk, combinatie (persoonlijkheid, neg ervaringen + stresserende omstandigheden)
Gegeneraliseerde angststoornis: Symptomen
Voortdurend bezorgdheid over gevaar
Gevoel v bedreiging, ongemak, onrust + constante angstige voorgevoelens over dreigende onheil
Onredelijk veel zorgen
Rusteloosheid, vermoeidheid, moeite m concentratie, prikkelbaarheid, slaapproblemen
Paniekstoornis: Oorzaak
Paniekaanval in bep. situatie.
Paniekstoornis: Symptomen
Continue angst vr nieuwe paniekaanval
Vermijdingsgedrag om aanval in publieke ruimte te voorkomen
Posttraumatische stresstoornis: Oorzaak
Blootstelling aan zeer stresserende situaties
Posttraumatische stresstoornis: Symptomen
Lichamelijke + psychische klachten (nachtmerries, herbeleven, schrikreacties bij stimulus)
Moeilijkheden bij dagelijkse activiteiten
Abnormaliteit
Fel afwijken v heersende waarden + normen
Fel afwijken v gemiddelde
Berokkent betrokkene leed
VRPH
Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap
Basisrechten waarborgen, erkent mensen m beperking als volwaardige burgers v/d maatschappij
Evolutie: denken rond Handicap
Medisch model:
denken vanuit stoornis
vrijheidsbeperkend
denken in term v behandeling
specialistische zorg in speciale omgevingen
wij/zij
Burgerschapsmodel:
denken vanuit participatie
autonomie
denken in termen van rechten
ondersteuning + vermaatschappelijking
wij
Kwaliteit van bestaan
Multidimensioneel fenomeen bestaand uit kerndomeinen die beïnvloed worden dr persoons- + omgevingskenmerken. Kerndomeinen = zelfde vr iedereen, belang v domeinen verschitl.
Kwaliteit van bestaan: Kerndomeinen
Persoonlijke ontwikkeling
Zelfdeterminatie
Interpersoonlijke relaties
Sociale inclusie
Rechten
Emotioneel welbevinden
Fysiek welbevinden
Materieel welbevinden
= aangrijpingspunten vr ondersteuning + beleid -> verbetering kwaliteit v bestaan.
Impact v beperking op opvoeding: Cognitieve domein
Moeilijkheden bij ontwikkeling
Impact v beperking op opvoeding: Sociale domein
Moeilijk vrijheid in beweging -> moeilijk spelen m andere kinderen
Impact v beperking op opvoeding: Emotionele domein
Beseffen v wat je niet kunt -> frustratie + verdriet, rouwproces
Beperking → handicap
Hangt af v macrosysteem + mesosysteem
Kansen op arbeidsmarkt?
Voldoende zorg op school?
Gespecialiseerde zorg + ondersteuning?
Plaats in buitengewoon onderwijs?
Opgenomen in klasgroep?
inclusie/exclusie?
DSM-5: Secties
1 - Hoe gebruik? Definitie stoornis, hulpvraag
2 - Stoornissen, criteria, codering, afzonderlijke psychische stoornissen
3 - Aanvullende maten + modellen
DSM-5: Praktijk
Diagnostiek: problemen, klachten (= casus per patiënt)
Classificatie: hulpvraag, significantie + belang, criteria
=> Sectie 2 - specificeren
=> Sectie 3 - hulpmiddelen
Andere richtlijnen, leerboeken, systemen => inzichten
DSM-5: Toevoegingen
Verzamelwoede (hoarding)
Samenvoeging verslaving, autisme (vb Aspergers)
Jargon = ingedeeld in 22 hoofdstukken, opgesplitst -> dieper ingaan
X apart vr kinderen
Specifiers: labels, verfijnen (ernst, beloop, kenmerken - vb inzicht, suïcidaliteit, angst)
DSM-5: Kritiek
Neg:
Diagnose = beschrijvend (gedrag) - bep kenmerken samen voorkomen => diagnose, gedrag =/= ziekte !!
X symptomen, diagnose blijft toch
Pos:
Onderscheid verschillende stoornissen
-> psychische ervaringen moeten centraler staan, hoeven geen ziekte te zijn, niet genoeg contextualisering
-> persoonlijk, X reduceren tot categorie! (categorieën lopen door elkaar)
Diagnose: typering + goede uitleg
Normatief -> idealen over functioneren => sociale aspecten/normen (conformeren)
Belang: naamgeving -> verstaan, helderheid, label, erkenning (X fantasie)
Maar: te veel gewicht op, X verklaring vr gedrag
-> valstrik, visie op persoon
=> verenging, reductie tot gedrag + diagnose
=/= hulp, stigma
Categorie/type => type ervaring -> context, impact op leven
=> waar helpen bij therapie? -> op maat v ervaring, persoonlijk !!!