toucher qqch
aanraken/komen aan
protegér (la protection)
beschermen
confirmer (la confirmation)
bevestigen
diversifier
verspreiden
réduire (réduction) (syn. diminuer)
verminderen
supprimer
verwijderen
spéculer
speculeren
effectuer/procedér
uitvoeren
étabilir
opstellen/ontwikkelen
déchiffrer
ontcijferen
gérer
beheren
obtenir
behalen
se révéler
blijken
rassembler
verzamelen
disposer de
beschikken over
appliquer
toepassen
atteindre
bereiken
résoudre
oplossen (onregelmatige vervoeging)
révéler
onthullen
dépasser
overschrijden
aqcuérir
verwerven
bénéficier de
genieten van
dépenser
uitgeven
un as
een aas (kaarten)
un(e) salarié(e)
een werknemer
un salaire (syn.un revenu)
een loon
un compte (courante/d’épargne)
een rekening (lopende/spaar)
un livret d’épargne
een spaarboekje
l’action
het aandeel
la Bourse
de Beurs
l’escroquerie
de oplichterij
le taux d’intérêt
de rentvoet
le capital
het kapitaal
le valeur (valoriser)
de waarde (waarderen)
un graphique
een grafiek
une compétence
een vaardigheid
la conaissance
de kennis
une fiche de paie
een loonbrief
un risque
een risico
un placement
een belegging
un budget
een budget
une communauté
een gemeenschap
une facture
een factuur
un opération bancaire
een banktransactie
la compréhension
het begrip
un sondage
een enquete
la moitié
de helft
un tiers
een derde
un quart
een kwart
un outil
een hulpmiddel
une carte bancaire
een bankkaart
la moyenne
het gemiddelde
mensuel(e)
maandelijks
courant(e)
lopend
risqué(e)
riskant
rentable
rendabel/winstgevend
issu(e) de
afkomstig van
financier, financiére
financieert
flamand (e)
Vlaams
haute(e)
hoog
compétent(e)
bekwaam
quotidien(ne)
dagelijks
bancaire
bank-
basique
basisch
performant(e)
succesvol
réel(le)
realistisch
faible
zwak
satisfaisant(e)
tevredenstellend
élevé(e)
hoog
principal(e)
hoofdzakelijk
moyen(ne)
gemiddeld
un salaire net/brut
netto-brutoloon
à l’avance
op voorhand
spéculer en Bourse
speculeren op de beurs
être à même de (+inf)
in staat zijn om
parmi
tussen
à l’autre extrémité
aan het andere uiterste
à l’opossé
daarentegen
à peine
nauwelijks
être un as en
een aas zijn in
avoir une conaissance de base en
een basiskennis hebben aan
avoir des soucis d’argent
geldzorgen hebben
le banquier
de bankier
le bénéfice
de winst
le comportement d’achat
het koopgedrag
l’emprunt
de lening (van)