Studied by 14 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
der Besuch
het bezoek
der Verwandte
het familielid
der Humor
de humor
der Klassenlehrer
de mentor
der Partner
de partner
die Verabredung
de afspraak
die Nachricht
het bericht
die Beziehung
de relatie
das Interesse
de interesse
das Treffen
de ontmoeting
das Verhältnis
de verhouding
verabredet sein mit
afgesproken hebben met
sich freuen
blij zijn
sich kennenlernen
elkaar leren kennen
etwas gemeinsam haben
iets gemeenschappelijk hebben
sich verstehen mit
kunnen opschieten met
bekommen
krijgen
sich treffen - getroffen
ontmoeten - Voltooi deelwoord
zusammenleben
samenwonen
sich scheiden lassen
scheiden
leidtun
spijten
heiraten
trouwen
sich verlieben in
verliefd worden op
sich küssen
zoenen
bekannt
bekend
befreundet
bevriend
glücklich
gelukkig
peinlich
gênant
geschieden
gescheiden
verheiratet
getrouwd
lustig
grappig
schade
jammer
doof
stom
sympathisch
sympathiek
stolz
trots
traurig
verdrietig
schrecklich
verschrikkelijk
aufgeregt
zenuwachtig
schon
al
wirklich
echt, werkelijk
echt
echt
erst
pas
ja
toch
zufällig
toevallig
sicher
zeker
Note 
Flashcard (30)